Powercollege 2_Werkloosheid

Powercollege 2_werkloosheid
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Powercollege 2_werkloosheid

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je weet wanneer iemand officieel werkloos is
  • Je weet waar je een uitkering kan aanvragen
  • Je weet welke 5 oorzaken er zijn waardoor mensen werkloos zijn.  

Slide 2 - Tekstslide

Welke groep mensen werken niet, maar zijn ook niet werkloos?

Slide 3 - Open vraag

Je bent werkloos wanneer:
Je tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd zit.
Je geen werk hebt.
& je actief opzoek bent naar werk.
Als je aan 1 van deze criteria niet voldoet ben je niet meer werkloos.

Slide 4 - Tekstslide

Werkloosheid ontstaat doordat:
  • Er meer mensen werk zoeken dan dat er aan banen zijn
  • Niet iedereen het werk kan doen, waar mensen voor worden gezocht. 
  • (Dus in Nederland hebben we bijvoorbeeld genoeg mensen die in een winkel kunnen werken, maar mensen die tandarts kunnen zijn hebben we te weinig) 

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is het vervelend voor mensen dat ze werkloos zijn?

Slide 6 - Open vraag

Nadelen van werkloosheid: 
  • Je hebt minder geld en kunt daardoor niet meer zoveel dingen doen die je graag wilt doen. 
  • Je verliest veel sociale contacten.
  • (alle vrienden enz. zijn aan het werk dus die hebben geen tijd voor je)
  • Sommige mensen worden depressief, omdat ze het gevoel hebben dat ze nutteloos zijn (bij langdurige werkloosheid gebeurt dit) 

Slide 7 - Tekstslide

Je vraagt een uitkering aan bij
  • Het UWV. 
  • Dit is een overheidsinstelling met de volgende taken:
  • Zij beoordelen of mensen een uitkering mogen hebben.
  • Ze helpen werklozen met het zoeken naar een nieuwe baan.
  • Als je werkloos ben en je staat ingeschreven bij het UWV ben je geregistreerd werkloos.
  • Als je werkloos bent, maar je staat niet ingeschreven bij het UWV dan ben je ongeregistreerd werkloos.


Slide 8 - Tekstslide

Welke taken heeft het UWV?
1. Het UWV bekijkt of je recht hebt op een uitkering.
2. Het UWV controleert of bedrijven zich houden aan de werk- en rusttijden.
3. Het UWV helpt je bij het vinden van een nieuwe baan.

A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 9 - Quizvraag

Om wat tegen de werkloosheid te kunnen doen in Nederland, verdeeld de overheid werkloosheid in 5 categorieën. 
  • Je hebt:
  • Conjuncturele werkloosheid
  • Structurele werkloosheid
  • Frictiewerkloosheid
  • Seizoenswerkloosheid
  • Regionale werkloosheid. 

Slide 10 - Tekstslide

Conjuncturele werkloosheid
  •  Werkloosheid dat ontstaat doordat het slecht gaat met de economie.
  • Doordat het slecht gaat met de economie, verkopen bedrijven minder producten en diensten.
  • Zij moeten hierdoor bezuinigen en ontslaan mensen.
  • Mensen verliezen hierdoor hun werk en worden werkloos.
  • Met zo'n economische situatie zit Nederland in een laag conjunctuur.
  • Conjuncturele werkloos is tijdelijk en verdwijnt weer wanneer het beter gaat met de economie (en Nederland in een hoog conjunctuur komt).
  • De overheid kan meer geld gaan uitgeven, om deze vorm van werkloosheid te bestrijden. 

Slide 11 - Tekstslide

Structurele werkloosheid 
  • Werkloosheid dat ontstaat doordat banen permanent verdwijnen.
  • Wanneer bijvoorbeeld 500 mensen ontslagen, worden in een fabriek doordat een robot hun werk overneemt, ontstaat er structurele werkloosheid. 
  • Deze vorm van werkloosheid is blijvend en kan de overheid niet echt oplossen. 
  • Structurele werkloosheid ontstaat door:
  • Bedrijven stoppen met het maken van een verouderd product (videotheken) 
  • Robots het werk overnemen (auto industrie, zoals in Detroit) 
  • Bedrijven de productie naar het buitenland (lage loonlanden) verplaatsen (kledingindustrie)
  • Mensen opleidingen gaan volgen waar geen werk in is (zoals psycholoog) 

Slide 12 - Tekstslide

Frictiewerkloosheid 
Werkloosheid wat ontstaat doordat iemand van baan wisselt.
Je werkt, neemt ontslag en gaat ergens anders werken. Maar om die nieuwe baan te vinden, ben je tijd kwijt en enkele maanden werkloos. Dit noemen we frictiewerkloosheid.

Slide 13 - Tekstslide

Seizoenswerkloosheid
  • Werkloosheid dat ontstaat doordat het seizoen in een sector de hoeveelheid banen bepaald. 
  • In de horeca zijn er veel meer banen in de zomer, dan in de winter. 
  • Dit zie je ook gebeuren in de sector toerisme. 

Slide 14 - Tekstslide

Regionale werkloosheid
  • Werkloosheid dat in een bepaald gebied veel hoger ligt dan in de rest van Nederland. 
  • Deze  vorm van werkloosheid ontstaat, doordat er in sommige gebieden weinig steden zijn waar je kunt gaan werken. 
  • In de provincie Groningen heb je bijvoorbeeld veel regionale werkloosheid, omdat je in noord & oost Groningen geen grote steden hebt, waar je kunt gaan werken. 

Slide 15 - Tekstslide

Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid (wat een prachtige toets vraag)
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Regionale werkloosheid
Frictie werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid die in een bepaald gebied hoger is
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is

Slide 16 - Sleepvraag