RB1 A0A2 10 maart

• NT2
• MBO
• Studiejaar 4

De woorden van hoofdstuk 6, 

intro, taak 1, 2, 3, 4 en slot

David staat voor de .....................: studeren of werken.

1. krachtig
2. keuze
3. lijn
4. gek

Griekse tragedies bevatten vaak een belangrijke ..................

1. kunst
2. eeuw
3. hoogtepunt
4. boodschap

Friesland is een provincie in het ................... van Nederland.

1. noorden
2. strak
3. activiteit
4. zuiden

Ik wil dat jij met de waarheid ...................!

1. daardoor
2. vertelt
3. doet
4. bekend

Bekende mode-ontwerpers durven veel kleuren te ....................

1. klinken
2. schilderen
3. afgesproken
4. combineren

met de kleur rood wil de schilder "passie" .....................

1. uitdrukken
2. selecteren
3. het verhaal
4. veranderen

Cecilia Bartoli is erg bekend. Ze is nu op het .................... van haar carrière.

1. spreekwoord
2. hoogtepunt
3. recht
4. rond

Zijn romans zijn heel .................... Ze gaan over gewone mensen in herkenbare situaties.

1. ongelofelijk
2. literatuur
3. realistisch
4. kunst

Bij mijn oma hangen veel .................. met ..................... in huis.

1. tegels, spreekwoorden
2. tentoonstellingen, saai
3. waarheid, tegels
4. activiteiten, kunst

In dit .................. staan veel voorstellingen van jonge ..................

1. orkest, ontwikkelingen
2. theater, regisseurs
3. museum, disciplines
4. cultureel, schilderijen

Het is een ................. schilderij. Je ziet strepen en ..................., maar geen mens of ding.

1. kunstenaar, lelijk
2. optreden, plat
3. saai, modern
4. abstract, stippen

Ik hoop dat deze .................. nog lang .................. met boeken schrijven!

1. door, gaat
2. doorgaat, vertellen
3. schrijfster, doorgaat
4. literatuur, recht

In de avond ................. het licht.

1. bewust
2. verandert
3. bekend
4. letten op

Het Singer Museum heeft een interessante .................

De kok ............... voorzichtig van de hete soep.

Als je naar het concert van Rhianna wil, moet je nu kaartjes ................

Karel Appel is beroemd om zijn ................ kleurgebruik.

Mijn buurvrouw ................. ................... ................... de herrie!

De ...................... van van Mondriaan zijn heel kleurrijk.

Mijn vriendin houdt meer van ................... kunst.

De film "De Titanic" was niet erg ........................