CV

CV
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

CV

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze lessen:  

Ik weet hoe ik een geweldige cv moet maken! 
Ik weet hoe ik een geweldige sollicitatiebrief moet maken.
en ik weet hoe ik een geweldige mail moet maken mail.




Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie
al van een cv?

Slide 3 - Woordweb

Heb jij een cv?
A
Ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Curriculum vitae
= levensloop.

In je cv staan opleidingen, werkervaring, vaardigheden en andere belangrijke kwaliteiten.

cv wordt bij een sollicitatie ondersteund door een brief en/of motivatie (dus niet andersom!).

Slide 5 - Tekstslide

Waarom schrijf je eerst
een cv voordat je een
sollicitatiebrief maakt?

Slide 6 - Woordweb

Curriculum vitae
Jouw cv is een visitekaartje.

* bepaalt de eerste indruk
* wordt als eerste gelezen
* selectie op basis van cv

Dus een goed cv:
- heeft een mooie lay-out;
- is overzichtelijk;
- geeft een duidelijk beeld van jou.

Slide 7 - Tekstslide

Met je CV 'verkoop' je jezelf! Dus hier staat alles in wat jou goed maakt voor de baan. Geef alle relevante informatie over jezelf in je CV! 



Slide 8 - Tekstslide

Wat moet er in je cv staan? 

1. je persoonlijke gegevens 
2. opleidingen / cursussen
3. werkervaring
4. competenties
5. vaardigheden
6. referenties
7. Vormgeving
optioneel: verhaaltje over jezelf! 


Slide 9 - Tekstslide

Naam
Voornaam
Adres
Telefoon
Email
Geboortedatum
Geboorteplaats
Burgerlijke staat
Geslacht
Nationaliteit

Persoonlijke gegevens 

Slide 10 - Tekstslide

Welke ervaring heb jij?

Welke dingen wil je benoemen / benadrukken in je cv?

Voorbeelden zijn:
- een oppasbaantje bij de buren
- het hebben van een krantenwijk
- danslessen geven aan basisschoolkinderen
- training geven op de voetbalclub 
- scheidsrechter zijn in het weekend
- sleutelen aan fietsen / brommers
- helpen met het huishouden (koken, schoonmaken)
- etc.
- etc.
Stap 2 en 3 : opleidingen, cursussen en werkervaring

Slide 11 - Tekstslide

Welke eigenschappen staan er al in een cv?

Slide 12 - Open vraag

Welke eigenschappen staan
er in je CV?

Slide 13 - Woordweb

Stap 4
Welke competenties heb jij in  je? 

Welke dingen wil je benoemen / benadrukken in je cv? Kies er minimaal 5! 

Hoe zit je in elkaar? 

- aardig
- lief
- sociaal
- stressbestendig 


Slide 14 - Tekstslide

Vaardigheden
 Welke  vaardigheden heb jij? Waar ben je goed in? 
Bijv: Word, Excel, Photoshop)

Maar ook: rijbewijs, talen 

Welke dingen wil jij benoemen / benadrukken in jouw cv?










Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn de vaardigheden van een ICT'er?

Slide 17 - Open vraag

Wat zijn de vaardigheden
voor een ICT'er?

Slide 18 - Woordweb

Stap 6

Referenties.

Wat zeggen je vorige bazen over jou? 

Wel positief natuurlijk!




Slide 19 - Tekstslide

Stap 7

Hoe wil je het vormgeven?


Heb jij een andere app waarmee je jouw persoonlijke cv wil vormgeven? Doe dat, wees creatief!
FOTO

Tip: hoe creatiever, hoe meer je opvalt!




Slide 20 - Tekstslide

In welke volgorde komen de 4 onderdelen in je cv?
A
algemene gegevens diploma's referentie werkervaring
B
algemene gegevens werkervaring diploma's referentie
C
werkervaring algemene gegevens diploma's werkervaring
D
algemene gegevens diploma's werkervaring referentie

Slide 21 - Quizvraag

Ik laat zo twee voorbeelden zien. 

Je solliciteert naar een baan als accountant. Welke cv is dan beter geschikt? 

(Het gaat om de uitstraling) 


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Welk cv vond jij geschikt? En waarom?

Slide 24 - Open vraag

Opleiding: jaren
Van … tot

Werkervaring: maanden / jaren
Van .. tot

Stages, bedrijven, vrijwilligerswerk
Competenties
Hoe ben jij en wat is daarbij van belang bij de functie

Vaardigheden:
Alles wat van belang is voor je werk
Maar ook rijbewijs, sport, bestuur, talenkennis

Referenties
Een oude baas die wat over je zegt.





Wat >> 

Slide 25 - Tekstslide

Wat moet er in je cv staan? 

1. je persoonlijke gegevens 
2. opleidingen / cursussen
3. werkervaring

4. competenties
5. vaardigheden
6. referenties


Slide 26 - Tekstslide