H1: Hoeveel verdien je eraan? 1.2 De winkelier wil winst (plein M editie 4) Deel 2

Welkom bij €conomie
Hoofdstuk 1: Hoeveel verdien je eraan?

1.2 De winkelier wil winst


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij €conomie
Hoofdstuk 1: Hoeveel verdien je eraan?

1.2 De winkelier wil winst


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?


  • Herhalen Deel 1 Theorie 1.2 De winkelier wil winst
  • Deel 2 Theorie 1.2 De winkelier wil winst
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen leerdoelen
Leerdoelen:

Je kunt nu:

  • weet je wat het verschil is tussen afzet en omzet en hoe je de omzet berekent √
  • kun je de brutowinst berekenen √

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.2 De winkelier wil winst
Leerdoelen:

Aan het einde van deze les 

  • weet je wat bedrijfskosten zijn en kun je er voorbeelden van geven.
  • kun je de nettowinst berekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kosten heb je nog meer?
Bedrijfskosten: De kosten die een winkel maakt om te kunnen functioneren.

Voorbeelden van bedrijfskosten zijn:
  • huur
  • loon
  • elektriciteit
  • reclame

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel winst blijft er over?
Je betaalt de bedrijfskosten van de brutowinst.
Het bedrag dat overblijft is de nettowinst.
Je berekent de nettowinst als volgt.




De brutowinst is: €95.000
De bedrijfskosten zijn: €49.000
De nettowinst is € 95.000 - € 49.000 = €46.000


















Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan het werk 
timer
20:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 8 t/m 13 op blz 17 t/m 19. Je mag overleggen. Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 20 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Daarna help je een klasgenoot.

Slide 7 - Tekstslide

Sponsopdracht: 1b en c
Opgave 10 blz 19:

Welke kosten zijn voorbeelden van bedrijfskosten? Kruis de juiste antwoorden aan
A
afzet
B
inkoopwaarde
C
elektriciteit
D
reclame

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave11 blz 19:

a Cees wil geen lagere winst. Daarom denkt zij
erover om haar prijzen te verhogen.
Noem een nadeel van hogere prijzen.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 11 blz 19:

b Leg uit waarom Cees beter eerst op de bedrijfskosten kan bezuinigen.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 11 blz 19:

c Leg uit waarom Cees moeilijk op de huurkosten kan bezuinigen.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 11 blz 18:

a Bereken haar nettowinst in september.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 11b blz 18:

b Bereken haar brutowinst in oktober.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 11c blz 18:

c Bereken haar nettowinst in oktober

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 12a + bblz 20
Bereken de ontbrekende bedragen en noteer ze in de tabel.
a)  omzet = 3560 x € 35,-- = € 124.600,--
- inkoopwaarde = € 78.200
brutowinst = € 46.400,--
-bedrijfskosten € 22.800,--
nettowinst = € 23.600,--


Tekst

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 13 blz 20:

Welke bedrijfskosten gaan hierdoor omhoog? Kruis het juiste antwoord aan.
A
energiekosten
B
inkoopwaarde
C
loonkosten
D
huurkosten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 13 blz 19:

De omzet van het bedrijf Dyno is het afgelopen jaar gestegen. Toch ging de
nettowinst van het bedrijf omlaag. Geef hiervoor een verklaring.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten
Leerdoelen:

Nu:

  • weet je wat het verschil is tussen afzet en omzet en hoe je de omzet berekent √
  • kun je de brutowinst berekenen .√
  • weet je wat bedrijfskosten zijn en kun je er voorbeelden van geven.√
  • kun je de nettowinst berekenen.√

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies