Toets H5 Bespreken

Toets bespreken H5 China
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Toets bespreken H5 China

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1  (R/3p) 
a. Urbanisatiegraad: 
- (1) Percentage stedelingen in een land
- (1) Percentage mensen die in de stad wonen 
b. Migratie:
- (1) Verhuizen naar een ander gebied/land/stad/dorp
- (1) Verhuizen van het ene gebied / woonplaats naar het andere gebied/ woonplaats
c. Stadsdorp: 
- (1) Een dorp omringd door steden/stedelijke bebouwing

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 2 
a. Wat is de grootste waterverbruiker van China? (R/1p)
C - Landbouw 
b. Wat heeft welvaartsgroei met  watertekort te maken? (T1/2p) 
- (1) Er komen steeds meer rijke mensen
- (1) Deze mensen gebruiken meer water door wasmachines, douche etc. 

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 3
a. Wat is een speciale economische zone? (R/ 1p) 
- (1) Een gebied waar bedrijven zich mogen vestigen
b. Waarom is deze zo aantrekkelijk voor bedrijven? (T1/1p)
- (1) Je hoeft weinig belasting te betalen 
- (1) Het is goedkoper dan in de rest van China 
- (1) Er zijn lage lonen 

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 3
c. Bedenk een reden waarom de Chinese regering met SEZ werkt. (T2/1p) 
- Het antwoord moet gaan over geld of specifieke gebieden 
d. Bedenk een gevolg van het instellen van SEZs voor de bevolking (T2/1p) 
- Het antwoord moet gaan over werk/loon of migratie.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 4 (T2/1p)
Welk woord past niet bij de rest? Leg uit waarom niet.
- (0,5) Laagvlakte 
- (0,5) De rest is in het westen, laagvlakte niet 
- (0,5) Tibet heeft een toendra en daar ontspringen de meeste rivieren 

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 5
a. Naar welk deel probeert de Chinese regering mensen te laten verhuizen? (R/1p) 
- (1) Het westen 
b. Waarom stimuleert China deze verhuizingen? (T1/1p) 
- (1) Om de bevolking beter te verspreiden/verdelen
- (1) Het oosten is/wordt te vol


Slide 7 - Tekstslide

Vraag 5
c. Bedenk een voor en nadeel van deze verhuizingen (R/2p)
- (1) voor: de bevolking wordt beter verdeeld
- (1) voor: gratis huis of baan aangeboden
- (1) na: het westen wordt verchineest 
- (1) na: je bent verder van familie/vrienden/voorzieningen

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 6 (R/2p)
1 positief en 1 negatief gevolg van de Eenkindpolitiek
- (1) voor: bevolking krimpt/ groeit minder snel 
- (1) voor: minder water/eten/geld nodig door minder kinderen
- (1) tegen: vergrijzing / veel ouderen 
- (1) tegen: meer abortus / kinderen worden gedood
- (1) tegen: mensen willen geen meisjes 
- (1) tegen: kinderen raken verwend / hoge verwachtingen

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 7
a. Leg uit hoe toename van smog een gevolg kan zijn van toename in welvaart (T1/1p) 
- (1) Mensen zijn rijker dus ze nemen meer auto's 
b. Leg uit hoe toename in welvaart kan zorgen voor vermindering van smog (T2/1p) 
- (1) Mensen hebben geld om filters/schonere auto's te kopen 
- (1) Er is geld voor duurzame producten / ontwikkelingen

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 8 (T2/2p)
a. Welk positief aspect aan werken in voetbalfabriek?
- (1) Je hebt werk / geld 
- (1) Het is makkelijk werk 
b. Welk negatief aspect aan werken in voetbalfabriek?
- (1) Slechte omstandigheden 
- (1) Te veel werk / te lage lonen 

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 9 (T1/3p) 
Noem 3 pushfactoren voor mensen die van het platteland naar de stad verhuizen. 
- (1) Lage lonen (óf in de stad zijn de lonen hoger)
- (1) Weinig werk (óf in de stad is er meer werk) 
- (1) Middeleeuws/ achtergesteld (óf in de stad is een westerse levensstijl) 

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 10 (I/3p) 
a. Welke locatie zou je kiezen? 
- (1) locatie 2 
- (0,5) locatie 3 
b. Geef een argument voor jouw keuze. 
- (1) locatie 2 heeft lagere lonen dan de kust, maar nog wel mogelijkheid voor transport. 
- (0,5) locatie 3 ligt dichtbij de kust en SEZ/open gebied 

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 10
c. Twee locaties heb je niet gekozen. Geef voor beide een argument.
Als je locatie 2 hebt gekozen + beide goed = 1p
- locatie 1 ligt te ver van de kust / in het westen / afgelegen 
- locatie 3 ligt in een duur gebied waar de lonen hoger zijn 
Als je locatie 3 hebt gekozen + beide goed = 0,5p 
- locatie 2 ligt niet dicht genoeg bij de kust / SEZ's 

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 11 (I/2p) 
a. Waarom zou Nederland niet willen dat Groningen zelfstandig wordt? 
- (1) Groningen heeft veel gas / Nederland kan gebruik maken van het gas in Groningen 
b. Waarom zou Groningen dit niet willen? 
- (1) Dit is veel gedoe / heel duur want ze moeten alles zelf betalen / doen 

Slide 15 - Tekstslide