1.2.12. AFP

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Les 13
Leerjaar 1
Periode 2
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Les 13
Leerjaar 1
Periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesinhoud
Herhaling vorige les 
Theorie Angina pectoris
Link risicofactoren arteriosclerose en CVRM
Theorie CVRM
Werken met de risicotabel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les: hypertensie
Wat betekent hypertensie?
Wat is systole/diastole?

Slide 3 - Tekstslide

Diastole: onderdruk, rustfase van het hart Systole: bovendruk, moment dat de druk het hoogst is. We spreken van hypertensie als de systolische waarde hoger is dan 140mmHg of de diastolische waarde hoger is dan 90mmHg.

Zet de twee termen bij het juiste plaatje
Systole bloeddruk
Diastole bloeddruk
ontspanningsfase
Samentrekkingsfase

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Coronaire hartziekten verdelen we onder in:
De acute vorm:
-Harinfarct (Myocardinfarct)

De chronische vorm:
-Angina pectoris

Andere uitingen van ischaemische hartziekten kunnen zijn: verminderde hartfunctie (hartfalen) en ritmestoornissen. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angina pectoris

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over angina pectoris?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten. 

Wat geeft elke letter aan? 
Aorta
Kransslagader
Longslagader
Rechterboezem

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar stroomt zuurstofrijk bloed doorheen?
A
Kransader
B
Kransslagader
C
Longslagader
D
Poortader

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de kransslagaders?
A
Zuurstof (O2) naar het hart brengen
B
Zuurstof (O2) bij het hart ophalen
C
Kooldioxide (CO2) naar het hart brengen
D
Kooldioxide (CO2) bij het hart ophalen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is angina pectoris?
A
Een ander woord voor een hartinfarct
B
Een ander woord voor benauwdheid
C
Een ander woord voor pijn op de borst
D
Een ander woord voor verhoogd cholestorol

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is angina pectoris?
Een ander woord voor pijn op de borst
Ten gevolge van zuurstofgebrek in de kransslagaders. 
Dit ontstaat door een kransslagadervernauwing (arteriosclerose)
Kransslagadervernauwing kan verschillende oorzaken hebben
Gevolg: afsterven hartspier = hartinfarct

Dus angina pectoris is een voorbode
 voor een hartinfarct
 (als er niets aan wordt gedaan)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptomen heeft iemand met
een kransslagadervernauwing?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen angina pectoris
Bij een 'typisch' verloop:
-Beklemmende pijn (midden) op de borst ('Olifant op de borst')
- Pijn straalt uit naar li-arm of beide armen, kaak, rug, tussen de schouderbladen, oren , bovenbuik; 
-Pijn treedt op bij inspanning, emoties of koude
-Pijn zakt weg na korte tijd (minder dan 15 min) rust
-Pijn zakt na enkele minuten als de patiënt een vaatverwijdend middel via tablet onder de tong/spray heeft laten smelten/gespoten. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten Angina pectoris (1)
1. Stabiele angina pectoris:
Ontstaat door inspanning, emotie, warm of koud
Zakt na korte tijd rust af (minder dan 15 minuten)
Onvoldoende zuurstof naar hart door artherosclerose

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten Angina pectoris (2)
2. Instabiele angina pectoris:
Klachten treden niet alleen bij inspanning op, ook in rust
Klachten zijn erger dan bij stabiele angina pectoris
Klachten houden langer aan
Onvoldoende zuurstof naar het hart door artherosclerose en een bloedprop  geen volledige afsluiting (dat is een hartinfarct)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risicofactoren
Leeftijd (ouderdom)
Geslacht (vaker mannen dan vrouwen)
Roken 
Hoge bloeddruk (ook ten gevolge van stress)
Te weinig beweging
Overgewicht
Te hoge vetwaarden (cholestorol)
Erfelijkheid
Diabetes

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke adviezen krijgt iemand met angina pectoris?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Adviezen
Stoppen met roken
Alcohol max. 2 glazen p.d.
Afvallen
Voeding: matig met zout en verzadigde vetten 
Sporten/ voldoende lichaamsbeweging
Medicatie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Therapie (1)
-Leefstijl adviezen!
-Medicamenteuze behandeling tijdens aanval: isosorbidenitraat of nitroglycerine
  • Tablet of spray onder de tong.
  • Heeft een vaatverwijdende werking
-Medicamenteuze chronische behandeling: acetylsalicylzuur
  • Aggregatieremmer: zorgt dat bloedplaatjes minder samenklonteren
  • Voorkomt het vormen van een trombus
  • Bètablokkers
  • Calciumantagonisten

Slide 23 - Tekstslide

Wat bètablokkers en calciumantagonisten doen komen we later deze periode op terug!
Nu niet te lang bij stil staan. 


Wat doet nitroglycerine?
A
Het is een pijnstiller
B
Het is een bloeddrukverlagend medicijn
C
Het is een medicijn dat de kransslagader verwijdt
D
Het is een rustgevend medicijn

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke wijze dient de patiënt nitroglycerine toe te dienen bij een aanval van angina pectoris?
A
sublinguaal
B
oraal
C
transdermaal
D
rectaal

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Therapie (2)
Bypass operatie
Dotteren


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Leren theorie tot nu toe!
Vergeet de medische terminologie niet.
Tip: bekijk alle Lessonup nog een keer en overhoor jezelf. 
Boek: Eigen spreekuur mee!


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies