4.3 Staatsvorming en centralisatie

Twee fasen in de bouw van de stadsmuren van Maastricht:
1 In 1229 werd begonnen met de bouw van de eerste stenen ommuring van de stad.
2 Rond 1375 werden nieuwe stadsmuren gebouwd, waarmee de oppervlakte van de stad verviervoudigde.
Beide fasen van de bouw waren noodzakelijk door de 'opkomst van handel en ambacht'.
Toon dit voor beide fasen aan met een verschillend argument.
1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Twee fasen in de bouw van de stadsmuren van Maastricht:
1 In 1229 werd begonnen met de bouw van de eerste stenen ommuring van de stad.
2 Rond 1375 werden nieuwe stadsmuren gebouwd, waarmee de oppervlakte van de stad verviervoudigde.
Beide fasen van de bouw waren noodzakelijk door de 'opkomst van handel en ambacht'.
Toon dit voor beide fasen aan met een verschillend argument.

Slide 1 - Open vraag

Staatsvorming en centralisatie

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
  • uitleggen hoe de koningen in Frankrijk begonnen met staatsvorming en centralisatie.
  • beschrijven hoe de staatsvorming en centralisatie in Duitsland mislukten en in Engeland op gang kwamen.
  • uitleggen hoe de Bourgondiërs begonnen met de vereniging vande Nederlanden.
KA: Het begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 3 - Tekstslide

Frankrijk
  •  Macht Franse koning beperkt tot Ile de France -> afhankelijk van leenmannen
  • Dankzij landbouwstedelijke samenleving kan vorst (beginnen met) centraliseren
  • 1. Terugkeer geldeconomie: belasting heffen -> soldaten en ambtenaren betalen
  • 2. Urbanisatie: nieuwe rijke burgerij, "derde stand"
  • 3. Staten-Generaal: standen-vertegenwoordiging voor overleg
  • Gevolg: macht adel wordt minder

Slide 4 - Tekstslide

Frankrijk
  •  Complex feodaal stelsel door erfopvolging: Engelse vorst is leenman van Franse vorst
  • Daarnaast: Franse vorst is neef van Engelse vorst
  • 1328: Franse vorst sterft -> Engelse Edward III wil Franse kroon -> Fransen weigeren
  • Spanningen escaleren als nieuwe Franse koning het leen van Edward inneemt
  • 1337: start Honderdjarige Oorlog
  • Eerste deel verloopt desastreus: 40% Franse adel sterft, koning gevangen

Slide 5 - Tekstslide

Frankrijk
  • 1429: Jeanne d'Arc krijgt bevel over leger -> wint slag om Orléans -> keerpunt
  • Gevolg: Franse troonopvolger kan gekroond worden tot koning Karel VII
  • Door Honderdjarige Oorlog ontstaat Frans identiteitsgevoel -> helpt centralisatie
  • Karel VII stelt Rekenkamer in en koninklijke rechtbank -> grotere controle
  • Daarnaast: hoogopgeleiden in bestuur -> minder afhankelijk van adel
  • Start van succesvolle centralisatie

Slide 6 - Tekstslide

Twee conclusies:
Uit het verdrag blijkt dat:
1 de verhouding tussen Jaime I en de burgers van Barcelona continuïteit laat zien met politieke verhoudingen in de vroege middeleeuwen.
2 op economisch gebied sprake is van een verandering ten opzichte van de vroege middeleeuwen.
Ondersteun beide conclusies, elk met een argument.

Slide 7 - Open vraag

Twee fasen in de bouw van de stadsmuren van Maastricht:
1 In 1229 werd begonnen met de bouw van de eerste stenen ommuring van de stad.
2 Rond 1375 werden nieuwe stadsmuren gebouwd, waarmee de oppervlakte van de stad verviervoudigde.
Beide fasen van de bouw waren noodzakelijk door de 'opkomst van handel en ambacht'.
Toon dit voor beide fasen aan met een verschillend argument.

Slide 8 - Open vraag

In 1280 bepaalde het stadsbestuur van Brugge dat ambachtslieden die zich wilden vestigen in de stad en hun ambacht wilden uitoefenen, zich
moesten laten inschrijven als poorter in aanwezigheid van hun toekomstige meester en het gildebestuur.
Met deze voorwaarde beschermden zowel het stadsbestuur als het bestuur van het gilde hun eigen belang. Geef voor het stadsbestuur en voor het bestuur van het gilde apart aan welke redenering zij hierbij volgden.

Slide 9 - Open vraag

Du & Eng
  • Heilige Roomse Rijk: samenwerking van Duitse staten
  • Keizerschap niet erfelijk: gekozen door keurvorsten
  • Daarnaast: géén machtsbasis -> weinig macht -> géén centralisatie
  • Engeland: vroege centralisatie onder Willem de Veroveraar
  • 1215: Magna Carta -> parlement wordt machtiger dan koning

Slide 10 - Tekstslide

Bourgondië
  • Nederlanden: lappendeken van hertogdommen en graafschappen
  • Door erfopvolging krijgen de Bourgondische hertogen steeds meer gebieden in bezit
  • Filips de Goede (15de eeuw) doet pogingen tot centralisatie
  • 1464: Staten-Generaal: belasting afspraken met de gewesten
  • Centralisatiepoging mislukt door vroegtijdig sterven Karel de Stoure

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video