Bravo

Bewegen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lichamelijke opvoedingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bewegen

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel uur moet een volwassene per week bewegen?
A
1
B
2,5
C
3
D
3,5

Slide 2 - Quizvraag

Door elke dag te wandelen kun je afvallen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel procent van de Nederlanders beweegt te weinig?
A
23
B
32
C
45
D
54

Slide 4 - Quizvraag

Als je te veel zit heb je meer kans op:
A
Hart en vaatziektes
B
Hoofdpijn
C
Hand en beenziektes
D
Darmproblemen

Slide 5 - Quizvraag

Als ik een doel stel moet dat doel heel hoog zijn.
Mee eens
Niet mee eens

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Tekstslide

Hoe noem je Vapen ook wel?
A
Dampen
B
Stoomroken
C
Allebei

Slide 8 - Quizvraag

Welke stof maakt je verslaafd aan roken?
A
Nicotine
B
Betadine

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel stoffen die voor kanker zorgen zitten er in één sigaret?
A
20
B
30
C
35
D
40

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel procent van de volwassenen zijn verslaafd aan roken
A
10
B
12
C
20
D
34

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel gram wiet mag je op zak hebben als volwassene?
A
5 gram
B
10 gram
C
20 gram
D
7 gram

Slide 12 - Quizvraag

Alcohol

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel CL heeft een bierglas?
25
30

Slide 14 - Poll

De suiker die in bier zit vind je ook in granen en fruit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Ethylalchol kun je drinken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Als je veel alcohol drinkt worden je hersenen:
A
Vrolijk
B
Donkerder van kleur
C
Verdrietig
D
Verdoofd

Slide 17 - Quizvraag

Voeding

Slide 18 - Tekstslide

Calorieën zijn?
A
Brandstoffen
B
Bloedcellen
C
Zuurstof

Slide 19 - Quizvraag

Uit hoeveel stoffen bestaan Calorieën?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Wat helpt met het opbouwen van spieren?
A
Brood
B
Eigeel
C
Eiwitten

Slide 21 - Quizvraag

Ontspanning

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het tegenovergestelde van ontspanning?
A
Stress
B
Aanspannen
C
Sporten
D
Actief zijn

Slide 23 - Quizvraag

Stress heeft ook een positieve kant
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Je ziet een burn-out altijd aankomen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Einde

Slide 26 - Tekstslide