Woordvolgorde

Woordvolgorde
Lesdoel van vandaag:
Na deze les weet ik in welke volgorde de woorden staan in een Engelse zin. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Woordvolgorde
Lesdoel van vandaag:
Na deze les weet ik in welke volgorde de woorden staan in een Engelse zin. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Oefen tijd!

Slide 3 - Tekstslide

Woordvolgorde: Klopt de zin?
I always swim on Saturdays here.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Woordvolgorde: Klopt de zin?
I do my homework in the evening in my room.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste woordvolgorde
A
Wie doet waar wat wanneer
B
Wie doet wat wanneer waar
C
Wie doet wat waar wanneer
D
Wat doet wie waar wanneer

Slide 6 - Quizvraag

1
2
3
4
5
my little brother
bakes
a cake
in the kitchen
every weekend

Slide 7 - Sleepvraag

What is missing?

Sander __ with Jacob to the park daily.

A
wie
B
doet
C
wanneer
D
er mist niks

Slide 8 - Quizvraag

Waar komt "every Monday" ?

I take a Maths class at school.
A
Aan het begin
B
Aan het eind
C
Aan het begin óf het eind
D
na take

Slide 9 - Quizvraag

Zet in de juiste volgorde:

is driving / in a storm / my mum / right now / a car /

Slide 10 - Open vraag

Hoe goed heb je het onderwerp woordvolgorde begrepen voor je gevoel?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Huiswerk: 
Bedenk 5  Engelse zinnen waarbij je de woordvolgorde die je zojuist hebt geleerd gebruikt, en schrijf deze in je schrift. 

De volgende les zal ik een aantal mensen om hun zinnen vragen. (Zorg dus dat je iets maakt!) Daarnaast kunnen die zinnen je helpen de woordvolgorde goed te onthouden. Je kunt ze altijd als voorbeeld gebruiken. 

Slide 12 - Tekstslide