les A-12-5-2025 2bk

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen!

Leefafspraken

1. We luisteren naar elkaar en praten niet door elkaar heen.

2. Jassen petten liggen in de kluis of hangen aan de kapstok

3. Je telefoon is thuis of in de kluis op vliegtuigstand

4. Je hebt je spullen op orde en zit startklaar aan het begin van de les

5. We houden beneden pauze, daar mag je eten en drinken en naar de WC

Du kennst/kannst (Je kent/kunt)

• een voetbalvideo in het Duits begrijpen
• de werkwoorden können, mögen en wollen gebruiken
• woorden in het Duits opzoeken

Aufbau der Stunde

• video
• Herhaling Grammatik
• Aufgaben besprechen
• Aufgaben machen
• Challenge?
• Abrunden

Rückblick (terugblik)

                         Filmchen

Opdracht Video

Neem je schrift of een blaadje en beantwoord de vragen 1 t/m 4

1. Wat betekent "Tor des Monats"

2. Je kunt nog stemmen tot...

1. 17 mei
2. 7 mei
3. 17 april
4. 12 mei

3. Op welke manier kun je NIET stemmen

1. via de app
2. door te bellen
3. via de website
4. per SMS

4. Wat vind jij het mooiste doelpunt?

www.sportschau.de

1. Wat betekent "Tor des Monats"

2. Je kunt nog stemmen tot...

1. 17 mei
2. 7 mei
3. 17 april
4. 12 mei

3. Op welke manier kun je NIET stemmen

1. via de app
2. door te bellen
3. via de website
4. per SMS

4. Wat vind jij het mooiste doelpunt?

Leerdoel check

Du kennst/kannst (Je kent/kunt)

• een video in het Duits begrijpen

Kapitel 9 Einkaufen

Grammatik Bladzijde 110

Grammatik

Instructie Herhaling

Was ?	Neem blz. 110 Grammatik voor je en doe even goed mee met de uitleg
Geen uitleg nodig?	maak dan opdracht 21 t/m 24

Stil werken

Was ?	Seite 110+111 Aufgabe 21+22+23+24
Wie ?	selbständig
Wie lange	8 minuten
Hilfe?	Grammatik blz. 110
Fragen?	Hand hoch!
Klaar?	Keuze A: maak Arbeitsblatt Einkaufen Keuze B: maak flitskaartjes van de woorden voor de SO

Leerdoel check

Du kennst/kannst (Je kent/kunt)

de werkwoorden können, mögen en wollen gebruiken

Fragen? fragen!

Challenge!

Wörterbuch Challenge!

We gaan een wedstrijdje doen!!

Wanneer gebruik je een woordenboek?

Waarom een woordenboek? Kan toch gewoon digitaal?

De zoekmanier

Stap 1: Let op de volgorde van het alfabet. 

Stap 2: Let op de woorden die bovenin de hoeken staan. Zij helpen je woorden sneller te vinden. 

Stap 3: Als je het woord niet kan vinden, kan het een werkwoord of een samengesteld woord zijn. 

Teamwork, makes the dream work!

Werk in tweetallen

Nummer 1 zoekt het woord in het woordenboek op

- Nummer 2 schrijft de vertaling op die nummer 1 gevonden heeft

-Na 8 minuten wisselen

Runde 1

die Baumschule

die Zeitung

die Wandtafel              

der Fernseher

eine Vorspeise                         

billig  

die Häuser

der Topf

der Papierkorb

der Kugelschreiber

                                               

Hoeveel woorden heeft de ander gevonden?

010

Runde 2

das Sofa 

der Hecht 

der Schüssel 

preiswert 

die Stimmen

die Windschutzscheibe 

das Verhalten

der Mückenstich 

der Schreibfehler 

erzählen 

Hoeveel woorden heeft de ander gevonden?

010

die Baumschule = het boomkwekerij

die Zeitung = de krant

die Wandtafel = het bord

der Fernseher - de TV

eine Vorspeise = een voorgerecht

billig = goedkoop

die Häuser = de huizen

der Topf = de pan / de pot

der Papierkorb = de prullenbak

der Kugelschreiber = de balpen

das Sofa = de bank

der Hecht = de snoek

der Schüssel = de schotel

preiswert = goedkoop

die Stimmen = de stemmen

die Windschutzscheibe = de voorruit

das Verhalten = het gedrag

Der Mückenstick = de muggenbeet

Der Schreibfehler = de schrijffout

erzählen = vertellen

Shoot Out Frage

Zoek dit woord op

der Knoten

GEWINNER

abrunden

Reflektieren

              schrijf het op een blaadje                                en lever het in!

• Wat heb je gedaan vandaag? 
• Wat is het beste gelukt?
• Wat had je beter kunnen doen?

Hausaufgaben

• Leren: Lernliste KAPITEL 9

Leren voor de les: Lernliste Kapitel 9 NL-D de 1e + 2e kolom

Hausaufgaben

Vorschau (de volgende les)

Lesen

AUF WIEDERSEHEN!

Pictionary

- Lees het woord op het kaartje. 

- Teken het woord op het bord.

- Raad het woord in het Duits!

- Als je het woord raadt, ben jij aan de beurt.