Methodiek semester 2 les 5, week 6 Wet en regelgeving ter bevordering van de veiligheid

Methodiek semester 2,les 5, week 6 
Wet en regelgeving - veiligheid
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
MethodiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Methodiek semester 2,les 5, week 6 
Wet en regelgeving - veiligheid

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik/ Vooruitblik
Vorige week hebben we gewerkt aan een stappenplan om ethische dilemma's aan te pakken.

Vandaag gaan we aan de slag met een nieuw werkproces 
B-K1-W5 Reageert op onvoorziene situaties & crisissituaties.
Hier behandelen we Veiligheid

Slide 2 - Tekstslide

B-K1-W5 Reageert op onvoorziene crisissituaties
De beroepskracht maatschappelijke zorg signaleert en onderneemt actie bij onvoorziene- en crisissituaties die het gevolg zijn van gedragsproblemen van psychosociale of psychiatrische aard, problemen van somatische aard, grensoverschrijdend gedrag of veroorzaakt worden door calamiteiten. Ze voert eerst preventieve acties uit die gericht zijn op het voorkomen van een crisissituatie en verdere escalatie. Ze schat het gevaar voor de cliënt, zichzelf en anderen in. Ze grijpt in en past in uitzonderlijke situaties middelen en maatregelen toe volgens afspraken in het plan van aanpak, de richtlijnen van de organisatie en wetgeving. Ze roept de hulp in van collega’s of deskundige(n) van andere disciplines. Ze houdt de veiligheid van de cliënt, de groep, collega’s en zichzelf in de gaten. Tijdens een crisissituatie blijft ze in contact met de cliënt. Ze zorgt ervoor dat de cliënt weet waar hij aan toe is en wat er gaat gebeuren. Achteraf evalueert de beroepskracht maatschappelijke zorg de onvoorziene- en/of crisissituatie met cliënt(en) en collega's, en maakt zo nodig afspraken om herhaling te voorkomen.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De student beschrijft de definitie van Veiligheid.
  • De student benoemt het veiligheidsplan waar de BHV'er mee werkt.
  • De student reproduceert de inhoud van een Risicoanalyse
  • De student beschrijft de maatregelen bij Brandpreventie.
  • De student reproduceert de 3 uitingen van agressie.
  • De student benoemt 4 gezondheidsklachten als gevolg van agressie.
  • De student beschrijft de functie van de Arbowet gekoppeld aan veiligheid.
  • De student reproduceert de inhoud van een risico-inventarisatie. 

Slide 4 - Tekstslide

Wet- en regelgeving ter bevordering van de veiligheid
  • Optimale arbeidsomstandigheden betekenen altijd dat de veiligheid van de werknemer gegarandeerd is. 
  • Het begrip ‘veiligheid’ is een abstract begrip. 
  • Iedereen kan het op zijn of haar manier invullen. 
  • Wat de een in een bepaalde situatie veilig vindt, kan een ander totaal onveilig vinden. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent 'Veiligheid' voor jou?

Slide 6 - Open vraag

Wet- en regelgeving ter bevordering van de veiligheid 2
Definitie Veiligheid:
          - Veiligheid is de situatie waarin:
                       - er geen gevaarlijke invloeden zijn;
                       - er bescherming is tegen (mogelijke) schadelijke invloeden.


Slide 7 - Tekstslide

Bedrijfsveiligheid
  • In grote kinderopvang- en onderwijsorganisaties liggen vele gevaren op de loer. 
  • Daarom is er voortdurend aandacht voor het voorkomen van calamiteiten.
  • Calamiteiten zoals brand of een bedrijfsongeval met ernstige gewonden of lekkage van gevaarlijk stoffen. 
  • Volgens artikel 15 van de Arbowet is elke werkgever of organisatie in Nederland verplicht om een calamiteitenplan (bedrijfsnoodplan) en een bedrijfshulpverlener (BHV’er) te hebben.

Slide 8 - Tekstslide

Bedrijfsveiligheid - calamiteitenplan
  • In een calamiteitenplan staat duidelijk beschreven wat je moet doen in geval van nood, wie er verantwoordelijk is en wie wat doet. In het plan staat onder andere:

      - Hoe de veiligheidssignalering geregeld is. 
      - Waar moet je naartoe als er iets gebeurd is? Welke vluchtroutes zijn er?
      - Wat medewerkers moeten doen bij een calamiteit.
      - Wie zich waar moet verzamelen bij een calamiteit.
      - Wie welke taken heeft bij een calamiteit. Een strakke regie is essentieel, 
         discussies kunnen mensenlevens kosten.



Slide 9 - Tekstslide

Bedrijfsveiligheid - calamiteitenplan 2

Slide 10 - Tekstslide

Bedrijfshulpverlener
  • Om het calamiteitenplan goed te kunnen uitvoeren, heeft een organisatie een team van bedrijfshulpverleners (BHV’er).  
  • De Arbowet stelt geen eisen aan het minimum aantal BHV’ers per organisatie. 
  • Er zijn verschillende factoren die bij het bepalen van het aantal BHV'ers  een rol spelen:

Slide 11 - Tekstslide

Bedrijfshulpverlener 2- factoren
- Hoe groot is het bedrijf?

- Hoe groot is het risico op een calamiteit?
- Hoeveel mensen werken/verblijven/komen er?
- Kunnen er altijd BHV’ers op de werkplek zijn? Waarbij je rekening houdt 
   met ziekte, werkroosters, vakantie enzovoort.
- Hoe groot is het aantal mensen dat afhankelijk is en zich niet zelf kan 
   redden?
Vervolg volgende slide


Slide 12 - Tekstslide

Bedrijfshulpverlener 3- factoren
- Hoe snel kunnen hulpverleners ter plekke zijn?

- Welke externe risico’s zijn er? Is er sprake van gevaarlijke organisaties, 
   zoals chemische fabrieken, kerncentrales en dergelijke.
- Hoe vaak zijn opgeleide BHV’ers daadwerkelijk aanwezig?

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
  • Ook met een goed noodplan en voldoende BHV’ers is het belangrijk om regelmatig te oefenen. 
  • Zo leren medewerkers wat ze wel en niet moeten doen bij een calamiteit.
  • Het regelmatig oefenen is ook belangrijk om te kunnen beoordelen of bepaalde acties uit het plan goed werken.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe heet het veiligheidsplan waar een BHV'er gebruik van maakt?:
A
Veiligheidsplan
B
Noodplan
C
Ontruimingsplan
D
Ondersteuningsplan

Slide 15 - Quizvraag

Risicoanalyse
  • Voordat de organisatie een noodplan schrijft, moet zij eerst een risicoanalyse maken. 
  • Definitie: Het in kaart brengen van gevaarlijke situaties die kunnen leiden tot ziekten, letsels en risicovol gedrag.
  • Bij het maken van een risicoanalyse sta je stil bij alle calamiteiten die zich kunnen voordoen. 
  • Je beschrijft je alle mogelijke scenario’s, dus alles wat er mis kan gaan.

Slide 16 - Tekstslide

Wat wordt er beschreven in een 'Risicoanalyse' ?

Slide 17 - Open vraag

Risicoanalyse 2
  • Deze knelpunten verdienen extra aandacht in het noodplan. 
  • Het noodplan moet worden goedgekeurd door de Ondernemingsraad of een andere vorm van personeelsvertegenwoordiging. 
  • Verder is het belangrijk dat de organisatie de inhoud van het plan goed afstemt met de hulpdiensten die in actie moeten komen, zoals politie, brandweer, GGD, enzovoort.

Slide 18 - Tekstslide

Brandveiligheid 
  • De organisatie moet allereerst maatregelen treffen voor brandveiligheid. 
  • Definitie: Materialen en maatregelen die brand voorkomen of bij een brand zorgen dat de gevolgen beperkt blijven.

Slide 19 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met maatregelen bij brandpreventie?

Slide 20 - Open vraag

Brandveiligheid 2 - de belangrijkste maatregelen
  • De aanwezigheid van voldoende, goed werkende blusmiddelen. Deze middelen moeten regelmatig door de brandweer gecontroleerd worden.

  • De aanwezigheid van voldoende, goed werkende brand- en rookmelders. Ook deze middelen moeten regelmatig gecontroleerd worden.

  • Het waarborgen van veilige en herkenbare vluchtroutes.

  • Het personeel op zo’n manier leren werken dat de kans op brand zo klein mogelijk wordt. 

Slide 21 - Tekstslide

Brandveiligheid 3
  • Mocht er toch brand uitbreken, dan moet er deskundige hulpverlening in de organisatie aanwezig zijn. 
  • Allereerst zijn de aanwezige BHV’ ers verantwoordelijk voor de eerste noodzakelijke maatregelen om de gevolgen van de brand te beperken.
  • Ook het evacueren van cliënten en personeel behoort tot hun taken.
  • Verder moeten de in het gebouw aanwezige rookmelders en brandblussers natuurlijk optimaal functioneren en moeten vluchtwegen duidelijk herkenbaar en vrij toegankelijk zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Brandveiligheid 4
  • Bij brand is het verder belangrijk dat de medewerkers:

          - op de juiste wijze kunnen werken met blus- en andere apparatuur 
            (zoals blusdekens en rookmaskers);
          - de vluchtwegen kennen;
          - snel cliënten en zichzelf kunnen evacueren;
          - weten wat ze moeten doen om de brand niet te verergeren.



Slide 23 - Tekstslide

Veiligheid & agressie
  • In de media lees je de laatste jaren regelmatig over geweld tegen hulpverleners. 
  • Definitie Agressie: Uiting van vijandigheid door gewelddadig handelen, met het doel schade toe te brengen aan iets of iemand.
  • Dat kan gebeuren door collega’s, en ook door mensen van buiten. 
  • In de Nederlandse wetgeving staat dat de werkgever maatregelen moet nemen om de veiligheid van de medewerkers zo veel mogelijk te waarborgen.

Slide 24 - Tekstslide

Uitingen van agressie
  • Verbale agressie: Gewelddadige uiting waarbij iemand scheldt, vloekt, discrimineert of denigrerende opmerkingen maakt naar een ander.
  • fysieke agressie: Gewelddadige uiting waarbij de agressor de ander letterlijk te lijf gaat, bijvoorbeeld door te slaan of te schoppen.
  • psychische agressie: Wanneer iemand je chanteert, schriftelijk bedreigt of vernedert, gaat dat verder dan verbale agressie. Psychische agressie is dusdanig belastend dat je erdoor uit balans kunt raken en er niet meer van kunt loskomen.

Slide 25 - Tekstslide

Wanneer iemand je chanteert, dan is dat een ....... agressie
A
Fysieke agressie
B
Manische agressie
C
Psychische agressie
D
Verbale agressie

Slide 26 - Quizvraag

Gezondheidsklachten door agressie
  • Naast de daadwerkelijke pijn in het geval van fysiek geweld, kan agressie op het werk ook psychische pijn en andere gezondheidsklachten veroorzaken. 






Slide 27 - Tekstslide

Welke gezondheidsklachten kun je krijgen door agressie?

Slide 28 - Open vraag

Gezondheidsklachten door agressie 2
  • Enkele problemen die zich kunnen voordoen:

           - angstgevoelens;
           - slaapstoornissen;
           - buikpijn;
           - hoofdpijn;
           - moeheid;
           - psychosomatische klachten.
  • Het spreekt voor zich dat al deze klachten kunnen leiden tot een hoger ziekteverzuim.






Slide 29 - Tekstslide

Wetgeving
  • In de Arbowet staan regels voor het omgaan met agressie en intimidatie.
  • Zo zijn zorgorganisaties verplicht om een beleid te voeren dat problemen door agressie of intimidatie zo veel mogelijk moet voorkomen.
  • Werkgevers brengen daarbij de risico’s in kaart door een risico-inventarisatie en -evaluatie te doen
  • Daarnaast moeten zij een plan van aanpak maken met daarin een beschrijving van de maatregelen die agressie en intimidatie moeten voorkomen.

Slide 30 - Tekstslide

Wetgeving 2
  • Ook het Burgerlijk Wetboek beschermt je als werknemer. 
  • Hierin staat namelijk dat de werkgever voor de veiligheid van zijn personeel moet zorgen. 
  • Als je als werknemer toch schade lijdt door je werk, dan moet je werkgever je daarvoor schadeloos stellen en onnodige vervolgschade voorkomen. 

Slide 31 - Tekstslide

Wetgeving 3
  • In situaties waarbij sprake is van ernstige agressie kan een aangifte soms aan de orde zijn. 
  • In zo’n geval speelt het strafrecht een rol. 
  • Verschillende wetboeken beschrijven onder meer misdaden, de straffen die daarvoor gelden en de procedures die daarbij gehanteerd worden. 
  • De aangifte vormt de eerste formele stap in het proces van (eventuele) berechting van de dader van een misdrijf. 

Slide 32 - Tekstslide

Hierin staan regels voor het omgaan met agressie en intimidatie.
A
Arbowet
B
Aangifte
C
Staatsboek
D
Burgerlijk wetboek

Slide 33 - Quizvraag

Preventie van agressie
  • Interne agressie ontstaat en blijft binnen de muren van een organisatie en komt dus van en is tegen het eigen personeel gericht. 

  • Externe agressie komt van buiten, bijvoorbeeld van cliënten, familie, bezoekers en leveranciers, en is tegen het personeel gericht. 

Slide 34 - Tekstslide

Preventie van interne agressie
Organisaties zijn verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen die interne agressie voorkomen of beperken. 
Dat kan op een aantal manieren:
- Duidelijk zijn naar de eigen medewerkers: agressie wordt niet 
   geaccepteerd en wordt bestraft met bijvoorbeeld schorsing of een 
   officiële waarschuwing. De directie en de ondernemingsraad ontwikkelen 
   hierover beleid.

- Stimuleren van het elkaar aanspreken op agressief gedrag.   

Slide 35 - Tekstslide

Preventie interne agressie -vv
- Goed communiceren over het beleid. Denk aan werkoverleg of 
   jaargesprekken. Uit onderzoek is gebleken dat er, als het beleid goed wordt 
   gecommuniceerd, minder last is van ongewenst gedrag.

- Daadkrachtig optreden bij agressie op het werk. Dreigen met maatregelen 
   en die dan niet uitvoeren, werkt het gedrag alleen maar in de hand.
- Het aanstellen van een vertrouwenspersoon bij wie werknemers altijd 
   terecht kunnen. 

Slide 36 - Tekstslide

Preventie interne agresie - vv2
- Het instellen van een klachtencommissie waar medewerkers 
   terechtkunnen met hun klachten over agressie. 

- Het bijhouden van meldingen en klachten over agressie en intimidatie 
   binnen de organisatie. Deze rapportage kan gebruikt worden om het 
   beleid te evalueren en zo nodig bij te stellen.
- Voorbeeldgedrag van leidinggevenden stimuleren. Als het management 
   zich professioneel gedraagt, zullen ook medewerkers zich sneller goed 
   gedragen.

Slide 37 - Tekstslide

Preventie interne agressie - vv3
  • Goede afspraken over preventie van agressie en intimidatie voorkomen ziekteverzuim, zorgen voor meer tevreden personeel en uiteindelijk ook voor een beter imago van de organisatie.

Slide 38 - Tekstslide

Veiligheid cliënten
Hoe beter je de cliënten kent, hoe beter je onverwachtse situaties kunt voorspellen. 
Factoren die meespelen als het gaat om veiligheid, zijn:

- de leeftijd van de cliënten;
- het ontwikkelingsniveau;
- de aanwezigheid van bijzonder gedrag;
- persoonlijke beperkingen.



Slide 39 - Tekstslide

Veiligheid cliënten 2
Voorbeeld risicoregistratie

  • Soms missen cliënten gevoel in bepaalde lichaamsdelen. 
  • Tot slot kan iemand die de Nederlandse taal niet goed begrijpt problemen krijgen, bijvoorbeeld omdat hij de bijsluiter van medicijnen niet snapt.

Slide 40 - Tekstslide

Veiligheid cliënten 3
  • Je kunt een risicoregistratie of een risico-inventarisatie op cliëntniveau maken, zodat je een overzicht krijgt van risico’s op onveiligheid van de cliënt. Hiervoor zijn verschillende systemen.
  • Als je goed voorbereid bent, is de kans groter dat jij als beroepskracht MZ goed handelt in een noodsituatie. 
  • Dit geldt voor jezelf en voor je cliënten. 
  • Denk hierbij ook aan kleinere voorvallen, zoals een stroomstoring of medicijnen vergeten in te nemen.

Slide 41 - Tekstslide

Wat staat er allemaal in een
Risico-inventarisatie?

Slide 42 - Open vraag

Opdracht: Risico-registratie 
Aan de hand van een casus (zelf opzoeken) werk je de risico-registratie uit van deze cliënt;
Het format van de risico-registratie deel ik uit.
Werk hierbij in tweetallen of alleen.

Slide 43 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
  • De student beschrijft de definitie van Veiligheid.
  • De student benoemt het veiligheidsplan waar de BHV'er mee werkt.
  • De student reproduceert de inhoud van een Risicoanalyse
  • De student beschrijft de maatregelen bij Brandpreventie.
  • De student reproduceert de 3 uitingen van agressie.
  • De student benoemt 4 gezondheidsklachten als gevolg van agressie.
  • De student beschrijft de functie van de Arbowet gekoppeld aan veiligheid.
  • De student reproduceert de inhoud van een risico-inventarisatie. 

Slide 44 - Tekstslide

TIPS & TOPS

Slide 45 - Tekstslide