begeleiden zorgvrager lesonderwerp 1 introductie wat is begeleiden

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • Student weet wat er verstaan wordt onder begeleiden
  • Kent de verschillende begeleidingsvormen en begeleidingsgebieden
  • Heeft een beeld van de diverse settings waar zorgvragers begeleidt worden

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij begeleiden?

Slide 3 - Woordweb

Begeleiden is:

Vergezellen, met raad en daad bijstaan, ondersteunen

Slide 4 - Tekstslide


Begeleiden doe je:
  • Doelgericht
  • Systeemmatig
  • Planmatig
  • En procesmatig


Begeleiden is niet hetzelfde als leiden
Jij bepaalt als verzorgende niet wat goed is voor een zorgvrager


De grens wordt bepaald door:
  • De organisatie waar je werkt
  • Je eigen deskundigheid
  • Je vaardigheden

Slide 5 - Tekstslide

Meest voorkomende begeleidingsgebieden:

  • Zelfredzaamheid
  • Accepteren en omgaan met veranderingen
  • Accepteren van gezondheidsproblemen
  • Verliesverwerking
  • Activiteiten
  • Structureren van tijd
  • Zingeving, ethiek en persoonlijke waarden en normen
  • Onderhouden van relaties in het sociale netwerk van de zorgvrager
  • Financiën en persoonlijke eigendommen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Begeleiden is hetzelfde als leiden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Noem 2 begeleidingsgebieden

Slide 9 - Woordweb

Opdracht
Schrijf voor jezelf 2 voorbeelden op van de volgende begeleidingsgebieden:
  • Zelfredzaamheid
  • Activiteiten
  • Verliesverwerking
  • Accepteren en omgaan met veranderingen

Slide 10 - Tekstslide

Sociale steun
  • emotionele ondersteuning 
  • waardering
  • instrumentele ondersteuning (praktisch)
  • gezelschap
  • informatieve ondersteuning
Het gaat om hoeveel de zorgvrager ervaart niet hoeveel hij daadwerkelijk krijgt


Slide 11 - Tekstslide

Invloed sociale steun op gezondheid van de zorgvrager
  • Het lichaam reageert op sociale steun
  • Sociale steun beschermt tegen hart en vaatziekten
  • Ondersteunende ouders vergroten kans op gezonde leefstijl bij kinderen
  • Gebrek aan ondersteuning bij ouders vergroot kans op psychische problemen bij kinderen
  • Negatieve interacties zijn lichamelijk en psychisch ongezond
  • Betere psychische gezondheid bij meer gezelschap voor reumapatiënten
  • Emotionele steun bij kanker hangt samen met psychische gezondheid
  • Te veel uit handen nemen verstoort bloedglucose en psychische toestand bij diabetes

Slide 12 - Tekstslide

Vormen van begeleiding
  • Sturende begeleiding
  • Motiverende begeleiding
  • Activerende begeleiding
  • Ondersteunende begeleiding

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld sturende begeleiding
5 K model Korsakov
Kort: Informatie moet kort en bondig worden overgebracht. Hierbij wordt slechts één onderwerp tegelijk behandeld.

(K)Concreet:  zo concreet mogelijk bij het hier en nu van de cliënten aan te sluiten. Door de situatie zichtbaar te maken, 
(K)Consequent: Opdrachten moeten eenduidig worden gegeven en verschillende begeleiders moeten in vergelijkbare situaties zo identiek mogelijk handelen. 
(K)Continu: Regelmaat is belangrijk. 
(K)Creatief: De begeleiders benaderen de cliënt op een creatieve manier. Dit geldt ook voor het oplossen van problemen.



Slide 14 - Tekstslide

Verschillende settings in de zorg
Verpleeghuis
Ziekenhuis
Thuiszorg
Psychiatrie
Verstandelijk gehandicaptenzorg

Slide 15 - Tekstslide

Soorten zorg
  • Revalidatie:  medische term die herstel betekent, of letterlijk weer valide worden na een ongeval, ziekte of medische ingreep zoals een operatie.
  • Herstel ondersteunende zorg: ondersteunen van herstel van identiteit, van gezondheid, van dagelijks functioneren en van rolfunctioneren in de maatschappij.
  • Herstelgerichte zorg: Herstel betekent leren omgaan met een psychische aandoening en weer meer regie over eigen leven
  • Palliatieve zorg: Als genezing niet mogelijk is: er zijn onbehandelbare ziekteverschijnselen. Palliatie is verzachting verlichting



Slide 16 - Tekstslide

Zelfredzaamheid
In staat te leven zonder hulp. Zelfredzaamheid stimuleren en in stand houden
Ondersteuning nodig
(vragen als; traplift nodig? huishoudelijke hulp nodig/ genoeg?)

Slide 17 - Tekstslide

Samenredzaamheid

= Als een zorgvrager zelfstandig kan blijven wonen met hulp van familie, vrienden, buren, vrijwilligers en mantelzorgers

Slide 18 - Tekstslide

Sociale redzaamheid
Sociale vaardigheid ook wel sociale zelfredzaamheid genoemd betreft de vaardigheid om goed met je medemensen om te kunnen gaan.

Slide 19 - Tekstslide

Participatiewet

De Participatiewet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden. Ook mensen met een arbeidsbeperking. 

Slide 20 - Tekstslide

Canmedsrollen
De CanMEDS-systematiek wordt gebruikt om de verschillende rollen (competenties) te beschrijven
van zorgprofessionals

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Sociale netwerk
Sociaal netwerk in kaart brengen kan op verschillende manieren bv.:
  • Netwerkcirkel

  • ecogram

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht: maak je eigen netwerkcirkel

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting les
Zijn er vragen?

Tip's ?
Top's?

Slide 25 - Tekstslide