Beroepshouding Dienstverlening

Beroepshouding
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DienstverleningMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Beroepshouding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel
  • Je kent de aspecten van een goede beroepshouding en weet hier voorbeelden van te benoemen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Kennis maken met beroepshouding
  • Hoe kun je klantgericht en dienstverlenend zijn?

  • Geheimhouding
  • Spel
  • EHBO quiz

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denken jullie aan bij beroepshouding?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Beroepshouding en regels
  • Kom op tijd
  • Collegialiteit
  • Flexibel
  • Inzet tonen
  • Houd prive en werk gescheiden
  • Stel je professonieel op
  • Houd je aan de regels

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klantvriendelijk
Als dienstverlener doe je je werk goed als je de klanten tevreden houdt.

Vier kernpunten: 
  • Wees attent;
  • Wees behulpzaam;
  • Wees aardig;
  • Wees correct.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inlevingsvermogen
Kijken met de ogen van de ander
Luisteren met de oren van een ander
Voelen met een hart van iemand anders


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je doen om je inlevingsvermogen te vergroten?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderwerp lijkt je moeilijk om je in in te leven?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij van het verbod op tatoeages/piercings door sommige bedrijven?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een verzorgd uiterlijk voor een medewerker sport en recreatie belangrijk?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke eigenschappen horen er bij een professionele beroepshouding op stage?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke eigenschappen horen er bij een professionele beroepshouding op school?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt het beroepsgeheim in?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat mag je wel en niet doorvertellen als medewerker sport en recreatie?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

QUIZ

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1. Wat doe je het eerst bij een oppervlakkige
verbranding van de huid?
A. 112 bellen voor een ambulance
B. Kleding verwijderen
C. Lauw water over de wond laten stromen voor 10-20 minuten.
D. 112 bellen voor de brandweer

Slide 19 - Sleepvraag

Een eerstegraads brandwond kun je goed zelf behandelen. Laat 10 minuten lang het water over de wond stromen (dus niet direct op de wond). 
Vraag 2. Waarom ligt hier een theedoek op tafel?
A. Ze heeft net afgewassen
B. De wond op het been komt door een gebroken kopje 
C. Ze gebruikt die theedoek als verband voor de wond op het been
D. Ze gebruikt de theedoek om op de wond te drukken en het bloeden te stoppen

Slide 20 - Sleepvraag

Bij een grote wond geef je druk op de wond. Gebruik daarvoor een schone doek.
Vraag 3. Wat is niet geschikt om te koelen bij letsel aan botten of spieren? 
A. Coldpack               B. Stromend water    C. IJs op de huid     D. Zak met erwten
                                                                                                        in een theedoek 

Slide 21 - Sleepvraag

Koude dingen gebruik je niet direct op de huid. Wikkel er altijd een (thee)doek omheen.
Vraag 4. Wat kan een teken zijn dat iemand een beroerte heeft?
A. Scheel kijken
B. Hoofdpijn
C. Buikpijn
D. Een scheve mond

Slide 22 - Sleepvraag

Weet je nog? Mond-spraak-arm, beroerte-alarm. Bel 112. Als je een beroerte herkent, kun je een leven redden.
Vraag 5. Bij de beet van welk beestje moet je een pincet of speciaal tangetje gebruiken?
A. Wesp                       B. Mug                      C. Teek                     D. Spin 

Slide 23 - Sleepvraag

Een teek moet je verwijderen met een tangetje of pincet. Houd de plek waar de teek zat goed in de gaten. Komt er een rode kring omheen, ga dan naar de dokter!
Vraag 6. Wat kun je met een kussen of jas doen bij een gebroken bot? 
A. Een gebroken been ondersteunen
B. De wond afdekken
C. Het hoofd van het slachtoffer ondersteunen, zodat hij lekker ligt. 
D. Een zachte plek om te zitten maken, zodat het slachtoffer lekker zit. 

Slide 24 - Sleepvraag

Bij een gebroken bot is het belangrijk dat het lichaamsdeel niet beweegt. Een been kun je ondersteunen met een tas of jas. Een gebroken arm kan het slachtoffer het beste zelf vasthouden.
Vraag 7. Waarom is het belangrijk dat een slachtoffer na een val op het hoofd niet beweegt?
A. Er is misschien iets gebroken
B. Het slachtoffer kan daardoor verlamd raken
C. Er moet eerst een foto worden gemaakt in het ziekenhuis
D. Hij kan daardoor hoofdpijn krijgen

Slide 25 - Sleepvraag

Bij een val kan een nekwervel beschadigd zijn. Of de zenuw die door de ruggengraat loopt. Om meer schade te voorkomen, is het belangrijk dat het slachtoffer zo stil mogelijk ligt. Help eventueel door het hoofd stil te houden.
Vraag 8. Wat gaat er mis 
bij een verslikking?  
A. Een stukje eten sluit je luchtpijp af
B. Een stukje eten sluit je slokdarm af
C. Een stukje eten blijf aan je tong kleven
D. Een stukje eten is te groot om door te slikken

Slide 26 - Sleepvraag

Bij een verslikking sla je op de rug van het slachtoffer. Of je doet de heimlich-greep. Deze handeling kun je leren van een Rode Kruis instructeur in de echte EHBO cursus. 
Bedankt voor het meedoen!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies