BK en TH 2.2: Organen van planten

Organen van planten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Organen van planten

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een orgaan?
A
Een deel van een plant
B
Een groep cellen met dezelfde functie
C
Een deel van je lichaam met een eigen taak
D
Een bot in je lichaam

Slide 3 - Quizvraag

Welk orgaanstelsel zorgt voor de vertering van voedsel?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Spierstelsel

Slide 4 - Quizvraag

Welk orgaan zit in de borstholte en pompt bloed door het lichaam?
A
Long
B
Maag
C
Hart
D
Lever

Slide 5 - Quizvraag

Welke drie orgaanstelsels kun je in een torso zien?
A
Spierstelsel, skelet, zenuwstelsel
B
Verteringsstelsel, ademhalingsstelsel, bloedvatenstelsel
C
Ademhalingsstelsel, voortplantingsstelsel, huid
D
Verteringsstelsel, urinewegstelsel, hersenen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de taak van het ademhalingsstelsel?
A
Voedsel afbreken
B
Zuurstof opnemen en koolstofdioxide afgeven
C
Bloed rondpompen
D
Urine maken

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw en functie van wortels, stengels en bladeren beschrijven.
  • Je kunt orgaanstelsels van planten noemen met hun functie. 

Slide 8 - Tekstslide

Ook planten hebben organen en orgaanstelsels.

Wortels, stengels en bladeren zijn organen van een plant.

Slide 9 - Tekstslide

Wortels
Alle planten hebben wortels.
Planten hebben verschillende wortels.
Veel planten hebben een lange, dikke hoofdwortel met zijwortels.
Aan de uiteinden van de zijwortels zitten wortelharen.

Slide 10 - Tekstslide

Wortelstelsel
Alle wortels van een plant samen, noem je het
wortelstelsel.

Slide 11 - Tekstslide

Functies van de wortels
Wortels hebben 3 functies:
  • water en mineralen opnemen uit de bodem.
  • de plant stevig vastzetten in de grond.
  • reservestoffen opslaan.

Slide 12 - Tekstslide


Bij bollen zie je geen hoofdwortel of zijwortels.

Slide 13 - Tekstslide

Mineralen
Voedingsstoffen (zouten) die zijn opgelost in het water in de bodem.

Slide 14 - Tekstslide

Reservestoffen
Voedingsstoffen die een plant niet direct nodig heeft en opslaat om later te gebruiken.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Houtachtige planten:

Planten waarbij de stengels stevig zijn door hout.


Kruidachtige planten:

Planten waarbij de stengels stevig zijn door water.


Slide 17 - Tekstslide

Blad
Een blad bestaat uit een bladsteel en een bladschijf. 
Met de steel zit het blad vast aan de schijf.
In de schijf zitten nerven. De hoofdnerf loopt in het midden. De nerven zorgen voor transport van water en andere stoffen en stevigheid van het blad.
Alles tussen de nerven noem je bladmoes.

Slide 18 - Tekstslide

Vatenstelsel
In een stengel lopen dunne buisjes:
de vaten.
Functies:
  • Water en minerealen gaan van de wortels naar de andere delen van de plant.
  • Glucose gaat van de bladeren naar de andere delen van de plant.

Slide 19 - Tekstslide

Aan het werk
Julie gaan lezen en maken paragraaf 2.2


Slide 20 - Tekstslide