4. Migratie naar Nederland

Pluriforme samenleving
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pluriforme samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplan
herhalen
Uitleg motieven migratie en het restrictieve toelatingsbeleid
Racisme experiment

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cultuur?
A
Een groep mensen met tradities
B
Een groep mensen met normen en waarden
C
Alle normen, waarden en gewoonten van een groep samen
D
Alle normen en waarden bij elkaar

Slide 3 - Quizvraag

Cultuur = Een groep mensen met dezelfde normen, waarden en gewoonten
Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur.
A
Multiculturele samenleving
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
D
Tegencultuur

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de pluriforme samenleving..
1. bestaat een grote culturele diversiteit
2. Leven verschillende cultuurgroepen deels naast elkaar en deels met elkaar
A
1 is juist 2 is onjuist
B
ze zijn allebei juist
C
ze zijn allebei onjuist
D
1 is onjuist 2 is juist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beste omschrijving? Een pluriforme samenleving is een samenleving met:
A
Veel etnische groepen.
B
Een grote culturele diversiteit.
C
Evenveel allochtonen als autochtonen.
D
veel verschillende culturen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij nurture?
A
Opvoeding
B
Voetbaltalent
C
Ritmegevoel
D
Agressiviteit

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je...
- drie motieven voor migratie noemen
- uitleggen wat een restrictief toelatingsbeleid inhoudt
- volgende les ->  belangrijke migratiestromen vanaf 1945 noemen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke motieven kan jij noemen voor migratie?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Economische motieven



Geen werk in het eigen land of de armoede in het land ontvluchten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Politieke motieven


Vertrekken vanwege politieke situatie in een land. 
Oorlog, vervolging wegens geloof, mening of seksuele geaardheid.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Sociale motieven




Naar familie of een geliefde in een ander land gaan wonen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ken deze 3 motieven voor migratie


  1. Economisch
  2. Politiek
  3. Sociaal

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Nederlands immigratiebeleid


Sinds de jaren tachtig hanteert de Nederlandse overheid een restrictief toelatingsbeleid voor migranten buiten de EU. Dit houdt in dat er strenge voorwaarden zijn voor migranten.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Arbeidsmigranten binnen de EU
  • Inwoners van de EU-lidstaten mogen zich in de EU vrij vestigen en er werken: Verdrag van Schengen.
  • Hierdoor veel arbeidsmigraten uit minder welvarende EU-lidstaten.
  • Vallen dus buiten het restrictieve toelatingsbeleid

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



1. Vluchtelingen


Mensen die hun land onder druk van oorlog en geweld verlaten.

Nederland heeft het VN-vluchtelingenverdrag ondertekend, dus is verplicht hulp en opvang aan te bieden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdeel van de vluchtelingen
Politieke vluchteling heeft:
- geldige identiteitspapieren;
- aannemelijk maakt dat bij uitzetting het leven gevaar loopt;
- kan niet teruggestuurd worden om humanitaire redenen (godsdienst, politieke overtuiging, seksuele voorkeur, etnische/sociale groep)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Kennismigranten buiten de EU
  • Veelal uit de VS, Japan, China, Zuid-Korea en India .
  • Komen naar Nederland om kennis te brengen (wetenschap, techniek), werken dus bij universiteit en grote bedrijven

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Volgmigratie

Migratie als gevolg van gezinshereniging en gezinsvorming.

Hereniging: gezin overkomen
Vorming: trouwen/samenwonen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu
3640 in augustus 2022
Grootste groep;
- Syrië
-Afghanistan



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 19-jarige Yosief Berekte vlucht uit zijn geboorteland Eritrea om de dienstplicht te ontlopen. Dienstplicht is daar soms levenslang
A
toegelaten
B
niet toegelaten
C
toegelaten, mits hij herenigd kan worden met een gezinslid
D
toegelaten, mits hij herenigd kan worden met een gezinslid, welke 130% van het minimuminkomen verdiend

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De 27-jarige Said Mohamad is voor het geweld gevlucht in zijn geboorteland Syrie
A
Toegelaten
B
Niet toegelaten

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Migratiestromen na 1945
  1. Migratie uit vroegere koloniën:
    Nederlands-Indië, Suriname, Antillen. 
  2. Gastarbeiders:
    Turkije en Marokko, Spanjaarden, Italianen, Grieken.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Naima (17) uit Egypte trouwt met haar Nederlandse verloofde. Na de bruiloft willen ze in Utrecht gaan wonen
A
Toegelaten
B
Niet toegelaten
C
Toegelaten mits haar verloofd 130% van minimum inkomen verdiend
D
Anders

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland heeft een restrictief toelatingsbeleid. Wat wordt daarmee bedoeld? Geef een voorbeeld dat kenmerkend is voor dit beleid

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies