3.4 Krachten in werktuigen

   3.4 Krachten in werktuigen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

   3.4 Krachten in werktuigen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 1.4 
  1. Je kunt het draaipunt en de armen in een hefboom herkennen.
  2. Je kunt bij een hefboom in evenwicht beschrijven op welke manier met een kleine kracht een grote kracht wordt uitgeoefend. 
  3. Je kunt bij een hefboom in evenwicht beschrijven op welke manier met een grote kracht een kleine kracht wordt uitgeoefend. 
  4. Je kunt de krachten en armen berekenen bij een hefboom in evenwicht.
  5. + Je kunt de krachten en armen berekenen bij een hefboom in evenwicht, waarbij het draaipunt van de hefboom aan het uiteinde ligt

Slide 2 - Tekstslide

Als spierkracht niet genoeg is? Hefboom!


Als spierkracht niet genoeg is, schakel je een hefboom in!

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een hefboom?


Een draaipunt met een korte en een lange arm. 

Slide 4 - Tekstslide

        De hefboomregel
     linksom                                                                                          rechtsom




                                                  evenwicht

Slide 5 - Tekstslide

De hefboomregel

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld 2 (volledige berekening)
Bepaal of deze hefboom in evenwicht is als alle gewichtjes identiek zijn en een gewichtje heeft een massa van  4 kg (...N)

Slide 10 - Tekstslide

Oefenvraag:

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het symbool voor de kracht?
A
M
B
F
C
f
D
r

Slide 12 - Quizvraag

wat is de eenheid van de kracht?
A
F
B
N
C
m
D
Nm

Slide 13 - Quizvraag

Welke formule moet je gebruiken voor de hefboom regel?
A
F = m x g
B
M = F : g
C
M = F x r
D
F1 x L1 = F2 x L2

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het gewicht van een voorwerp op aarde met een massa van 10 kg?
A
9,8 N
B
98 N
C
980 N
D
Niet uit te rekenen met deze gegevens

Slide 15 - Quizvraag

De arm van een kracht is altijd gelijk aan de lengte van de balk.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 16 - Quizvraag

De arm van een kracht is
A
de korte afstand vanaf de kracht naar het draaipunt
B
Kortste afstand vanaf de werklijn van kracht A naar de werklijn van kracht B.
C
Kortste afstand vanaf de werklijn van kracht A naar het draaipunt
D
Kortste afstand vanaf de werklijn van kracht B naar het draaipunt

Slide 17 - Quizvraag