Les 49 (20-05)

Cours du 20-05
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Cours du 20-05

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Herhalen:
      - de vorm van het bijvoeglijk 
         naamwoord.
  • Paragraaf F
  • Au travail
  • Taaldorp
       - Taaldorp boekje 'au resto'
  • Devoirs


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les...

...kun je iemand omschrijven.

...ken je de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord.  


Slide 3 - Tekstslide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
  • Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
  • Het geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan.
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Frans vaak achter een zelfstandig naamwoord.

  • La famille est grande.
  • La femme est gentille.



Slide 4 - Tekstslide

Wat is anders aan het bijvoeglijk naamwoord in het Frans, dan in het Nederlands?

  • In het Frans past het bijv. nw zich aan, aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. 

Hoe zien deze vormen er dan uit?


Slide 5 - Tekstslide






Voorbeeld:
Arthur est petit                           > Sophie est petite.
Arthur et Martin sont petits     > Sophie et Emma sont petites.

Slide 6 - Tekstslide

Uitzonderingen
Er zijn ook wat bijvoeglijke naamwoorden waarbij de algemene regel:




niet altijd op gaat. Dit geld voor de bijvoeglijke naamwoorden die in de basisvorm al eindigen op een -e of een -s (gris, timide). Waar gaat dit problemen opleveren, als je naar de algemene regel kijkt denk je?


Slide 7 - Tekstslide

Bijzondere vormen
Er zijn ook wat bijvoeglijke naamwoorden waarbij de algemene regel niet op gaat:


Deze bijvoeglijke naamwoorden hebben een hele andere vorm en wijken dus compleet af van de algemene regel. Deze vormen zul je uit je hoofd moeten leren. Het gaat om de basis vormen van de volgende bijvoeglijke naamwoorden: beau, nouveau en vieux. (zie bord)


Slide 8 - Tekstslide

Maak het rijtje af:
Nouveau - ...... - ...... - ......

Slide 9 - Open vraag

Vul de juiste vorm in, volgens de normale regel:

Une ........ (joli) fille.

Slide 10 - Open vraag

Vul de juiste vorm in, volgens de normale regel:

Mélanie et Iris sont ...... (fort) en français.

Slide 11 - Open vraag

Let op! Dit is een uitzondering:

Ma copine (v) est ........ (russe).

Slide 12 - Open vraag

Paragraaf F - Au travail!
De tekst "le village des jumeaux" gaan wij vandaag lezen. 
- Welke woorden herken je al?
- Wat denk jij dat het onderwerp van de tekst is?

Jullie gaan nu verder met:
-ex. 23a 
- ex. 24a, b
- ex. 25b, c
- ex. 26a
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Taaldorp 'Au resto'
Kijk met me mee in jullie taalboekje.   

Jullie gaan eerst oefenen met vertellen wat je lekker vindt en wat niet. 
Maak opdracht A hier voor. (5 min)

Daarna gaan jullie het dialoogje oefenen. Dit doe je in tweetallen en je gebruikt deels de informatie uit A. (3 min)

Tenslotte gaan we aan de slag met een eigen menukaart maken. (rest van de les)


timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Les devoirs
Leer voca E en F

Maak:
-ex. 23a
- ex. 24a, b
- ex. 25a, b
- ex. 26a

Slide 15 - Tekstslide