Opdracht: Het Kinderrechtenverdrag.
Bekijk met de leerlingen het Kinderrechtenverdrag via
deze link. In de slide staan enkele situaties uit de film beschreven. Laat leerlingen bij elke situatie opzoeken welk kinderrecht erbij hoort. Dit kan zowel individueel, in kleine groepjes als klassikaal gedaan worden. Bespreek indien nodig met de leerlingen waarom dit kinderrecht aan de orde is in de desbetreffende situatie.
De situaties zijn als volgt:
1. Sara en Paul maken gekke foto's van elkaar met hun telefoon. Die plaatst Sara op internet bij de groep 'de Club van Lelijke Kinderen' die ze hebben aangemaakt.
Antwoord: Het kinderrecht dat bij deze situatie hoort is artikel 15: Je hebt het recht samen te komen en een club op te richten.
2. Uber-Kleiner neemt een wild trappelend meisje onder zijn arm mee uit het huis. Hij duwt haar in zijn auto en rijdt weg.
Antwoord: Het kinderrecht dat bij deze situatie hoort is artikel 35: Het is verboden om kinderen te ontvoeren, verkopen of verhandelen.
3. President Isimo heeft Pauls klasgenoten in een ruimte opgesloten. Hij schreeuwt tegen ze en zwaait dreigend met een stok.
Antwoord: Het kinderrecht dat bij deze situatie hoort is artikel 37: Je hebt recht op een goede behandeling in de gevangenis. Je mag niet gemarteld worden, en geen levenslang of de doodstraf krijgen.
4. De schooldirecteur komt met Secretia de klas in. Hij noemt de namen van de leerlingen die op schoolreis mogen. Eenmaal in de bus blijkt dat ze helemaal niet op schoolreis gaan.
Antwoord: Het kinderrecht dat bij deze situatie hoort is artikel 27: Je hebt recht op onderwijs.