Herhalingsles H3

Hoofdstuk 3
Bouwstenen van stoffen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
Bouwstenen van stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Macroniveau
Microniveau
Moleculen
Rooster
Model
Atomen
Verbinding
Element
Periodiek systeem
Metalen
Niet-metalen
Metalloïden
Corrosie
Edelheid
Legering
Index
Coëfficiënt
Molecuulformule
Twee-atomige moleculen
Atomaire massa eenheid
Atoommassa
Molecuulmassa

Elektronen
Protonen
Neutronen
Atoomkern
Atoomnummer
Isotopen
Massagetal

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel begrippen snap je nog niet helemaal?
029

Slide 3 - Poll

Macro- en microniveau
Alles wat je waar kunt nemen met je zintuigen is macroniveau.
Microniveau: Niveau van de kleinste deeltjes van stoffen.
Moleculen: Bouwstenen van stoffen
Atomen: Bouwstenen van moleculen

Slide 4 - Tekstslide

Wat geven deze
modellen weer?
A
Links is een mengsel, rechts een zuivere stof
B
Rechts is een mengsel, links een zuivere stof
C
Het zijn allebei mengsels
D
Het zijn allebei zuivere stoffen

Slide 5 - Quizvraag

Moleculen en atomen
Verbinding: Moleculen bestaande uit meerdere atoomsoorten
Element: Moleculen bestaande uit één atoomsoort
Alle 118 atoomsoorten hebben elk een eigen naam en symbool.
Het symbool bestaat uit één of twee letters waarvan de eerste een hoofdletter is.


Slide 6 - Tekstslide

Bestaand atoom
Nep atoom
V
a
Mag
NA
he
Bh

Slide 7 - Sleepvraag

Periodiek syteem

Slide 8 - Tekstslide

Periodiek syteem
Groep 1: Alkali metalen
Groep 2: Aardalkali metalen
Groep 17: Halogenen
Groep 18: Edelgassen

Drie groepen in het periodiek systeem:
Metalen, niet-metalen en metalloïden
Atomen staan op volgorde van atoomnummer.

Slide 9 - Tekstslide

Metalen
Alle metalen hebben vier eigenschappen gemeen:
  • Glimmend oppervlak in zuivere vorm.
  • Geleiden warmte en stroom.
  • Vervormbaar als ze heet zijn.
  • Mengbaar met andere metalen in gesmolten toestand.
Hoe onedeler een metaal, hoe sneller en heftiger het reageert met stoffen uit de omgeving
Corrosie: Aantasten van metalen door de omgeving.
Legering: Mengsel van meerdere metalen. 

Slide 10 - Tekstslide

Welk van de volgende termen is een vorm van corrosie?
A
Legering
B
Isotoop
C
Roesten
D
Fotosynthese

Slide 11 - Quizvraag

Formules
Index: Aantal atomen van één atoomsoort in een molecuul.
Coëfficiënt: Aantal moleculen.
Zeven elementen komen voor als twee-atomige moleculen.

Slide 12 - Tekstslide

Atoommassa
Gewicht van atomen wordt uitgedrukt in de atomaire massa-eenheid, u.
Molecuulmassa is de opgetelde atoommassa van alle atomen.
Massapercentage: massa atoomsoort / massa molecuul x 100%

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de molecuulmassa
van dit molecuul:
Afgerond op een heel getal

Slide 14 - Open vraag

Atoommodellen
Bouwstenen van atomen zijn 1+ geladen protonen (p), neutraal geladen neutronen (n) en 1- geladen elektronen (   ).
Atoomnummer (plek in het periodiek systeem), is gelijk aan het aantal protonen.
Massagetal: Aantal protonen en neutronen.
Isotopen: Atomen van dezelfde atoomsoort met
een ander aantal neutronen.
Atoommassa: Gemiddelde van de massa's van 
de isotopen.




Model van Rutherford

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel protonen en hoeveel
neutronen heeft het
volgende atoom:
A
17 protonen, 37 neutronen
B
37 protonen, 17 neutronen
C
17 protonen, 17 neutronen
D
17 protonen, 20 neutronen

Slide 16 - Quizvraag

Macroniveau
Microniveau
Moleculen
Rooster
Model
Atomen
Verbinding
Element
Periodiek systeem
Metalen
Niet-metalen
Metalloïden
Corrosie
Edelheid
Legering
Index
Coëfficiënt
Molecuulformule
Twee-atomige moleculen
Atomaire massa eenheid
Atoommassa
Molecuulmassa

Elektronen
Protonen
Neutronen
Atoomkern
Atoomnummer
Isotopen
Massagetal

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel begrippen snap je nu niet helemaal?
029

Slide 18 - Poll