In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H1.3 Afronden
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Huiswerk controle
Geheugen opfrissen
Aan de slag
Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Huiswerk was:
BK: Opdracht 11 t/m 17
KGT: Opdracht 12 t/m 18
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Onderwerp = waar de tekst over gaat
Deze vind je door:
- de tekst verkennend te lezen
- de vraag te stellen: Waarover gaat de tekst?
- het antwoord is het onderwerp
Deelonderwerp= een tekstgedeelte dat een deel van het onderwerp behandelt.
Deze vind je door:
- naar het begin te kijken van een nieuwe alinea (een nieuwe regel, een ingesprongen regel of onder een witregel) - de tussenkopjes te lezen als deze er zijn - de vraag te stellen: Waarover gaat deze alinea of dit tekstgedeelte? - het antwoord op deze vraag is het deelonderwerp.
Slide 5 - Tekstslide
Tekstverbanden zijn ....
A
verbanden die verschillende teksten met elkaar kunnen hebben
B
verbanden tussen zinnen, woorden en alinea's
Slide 6 - Quizvraag
Tekstverbanden
Opsommend verband: Tekstverband dat twee of meer tekstdelen in volgorde noemt. vb: Mevrouw Fennich houdt van eten. Ze houdt ook van luieren.
Signaalwoord van de opsomming in deze zin = ook
Verband van tijdsvolgorde: Tekstverband dat aangeeft in welke volgorde gebeurtenissen plaatsvinden. vb: Tom laat zijn hondje altijd uit voordat hij naar school gaat.
Signaalwoord van de tijdsvolgorde in deze zin= voordat
Slide 7 - Tekstslide
Tekstverbanden
Tegenstellend verband: Tekstverband dat aangeeft welke tekstdelen een tegenstelling vormen.
vb: Tom wil graag naar buiten, maar hij heeft veel huiswerk.
Signaalwoord van de tegenstelling in deze zin = maar
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.