Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Engelse werkwoorden les 1
Opdracht 1
Welke vorm van het werkwoord tussen de haakjes past in de zin: pvtt, pvvt of vd?
Op de slide daarna noteer je de juiste spelling.
Let op! "Het ziet er niet uit" is géén spellingsregel!
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Opdracht 1
Welke vorm van het werkwoord tussen de haakjes past in de zin: pvtt, pvvt of vd?
Op de slide daarna noteer je de juiste spelling.
Let op! "Het ziet er niet uit" is géén spellingsregel!
Slide 1 - Tekstslide
De foto's en berichtjes van mijn vrienden (liken) ik altijd meteen.
Welke vorm heeft het werkwoord tussen haakjes?
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
A
pvtt
B
pvvt
C
vd
Slide 2 - Quizvraag
De foto's en berichtjes van mijn vrienden (liken) ik altijd meteen.
Noteer de juiste spelling van het werkwoord tussen haakjes.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 3 - Open vraag
Vroeger (brunchen) we met Pasen altijd bij restaurant De Koperen Hoogte.
Welke vorm heeft het werkwoord tussen haakjes?
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
A
pvtt
B
pvvt
C
vd
Slide 4 - Quizvraag
Vroeger (brunchen) we met Pasen altijd bij restaurant De Koperen Hoogte.
Noteer de juiste spelling van het werkwoord tussen haakjes.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 5 - Open vraag
Heb je de bestanden van ons onderzoek per ongeluk (deleten)?
Welke vorm heeft het werkwoord tussen haakjes?
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
A
pvtt
B
pvvt
C
vd
Slide 6 - Quizvraag
Heb je de bestanden van ons onderzoek per ongeluk (deleten)?
Noteer de juiste spelling van het werkwoord tussen haakjes.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 7 - Open vraag
Toen opa en oma nog zelfstandig woonden (bridgen) ze elke zaterdag.
Welke vorm heeft het werkwoord tussen haakjes?
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
A
pvtt
B
pvvt
C
vd
Slide 8 - Quizvraag
Toen opa en oma nog zelfstandig woonden (bridgen) ze elke zaterdag.
Noteer de juiste spelling van het werkwoord tussen haakjes.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 9 - Open vraag
Ik heb mijn computer (upgraden) naar Windows 10.
Welke vorm heeft het werkwoord tussen haakjes?
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
A
pvtt
B
pvvt
C
vd
Slide 10 - Quizvraag
Ik heb mijn computer (upgraden) naar Windows 10.
Noteer de juiste spelling van het werkwoord tussen haakjes.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 11 - Open vraag
Volgens de krant heeft die wielrenner in zijn jonge jaren (atb'en).
Welke vorm heeft het werkwoord tussen haakjes?
Atb'en is een vorm van mountainbiken.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
A
pvtt
B
pvvt
C
vd
Slide 12 - Quizvraag
Volgens de krant heeft die wielrenner in zijn jonge jaren (atb'en).
Noteer de juiste spelling van het werkwoord tussen haakjes.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 13 - Open vraag
Opdracht 2
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 14 - Tekstslide
Als hij tv-kijkt, (zappen) mijn vader de hele tijd.
Noteer de persoonsvorm tegenwoordige tijd.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 15 - Open vraag
Voor de bevrijdingsactie (briefen) de luitenant al zijn onderofficieren.
Noteer de persoonsvorm tegenwoordige tijd.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 16 - Open vraag
Dorian (highfiven) altijd met zijn vriend als hij hem ergens tegenkomt.
Noteer de persoonsvorm tegenwoordige tijd.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 17 - Open vraag
Momenteel (backpacken) mijn oudste broer in Australië met zijn vriendin.
Noteer de persoonsvorm tegenwoordige tijd.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 18 - Open vraag
(stagediven) de zanger nog steeds tijdens optredens van de band?
Noteer de persoonsvorm tegenwoordige tijd.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 19 - Open vraag
Günel (wakeboarden) altijd en haar zus (waterpoloën). (Zet een komma ertussen)
Noteer de persoonsvorm tegenwoordige tijd.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 20 - Open vraag
Opdracht 3
Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 21 - Tekstslide
Voor haar huwelijk (daten) Marianne met verschillende studiegenoten.
Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
Let op! "Het ziet er niet uit" is géén spellingsregel!
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 22 - Open vraag
Om te voorkomen dat de spits (scoren), (tackelen) de laatste man hem.
Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
Let op! "Het ziet er niet uit" is géén spellingsregel!
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 23 - Open vraag
De ambtenaren (deleten) enkele oude computerbestanden.
Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
Let op! "Het ziet er niet uit" is géén spellingsregel!
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 24 - Open vraag
Gisteren (racen) Joost en Mark tegen de klok.
Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
Let op! "Het ziet er niet uit" is géén spellingsregel!
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 25 - Open vraag
Zodra hij eraan ging werken, (saven) Jos zijn tekstbestanden.
Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
Let op! "Het ziet er niet uit" is géén spellingsregel!
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 26 - Open vraag
Vroeger (freefighten) de bokser en soms (kickboksen) hij ook.
Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
Let op! "Het ziet er niet uit" is géén spellingsregel!
Kom je er niet uit? Kijk in je aantekeningen. Ook staat het nog een keer uitgelegd in het boek (of digitaal) bij spelling van hoofdstuk 2.
Slide 27 - Open vraag
Hoe ging het?
Slide 28 - Tekstslide
Wat ging goed? Wat kan nog beter?
Slide 29 - Open vraag
Het doel van de les was:
Ik kan Engelse werkwoorden vervoegen in het Nederlands.
Heb je dit doel behaald?
A
helemaal
B
grotendeels
C
een beetje
D
helemaal niet
Slide 30 - Quizvraag
Geef jezelf een cijfer. (1-10)
Slide 31 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
WW-spelling de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
September 2021
- Les met
31 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
1H1 Spelling
Maart 2020
- Les met
13 slides
Middelbare school
Fake!
Januari 2022
- Les met
33 slides
door
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Wereldoriëntatie
+3
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
PVTT en PVVT
November 2023
- Les met
51 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H1: spelling ww pv tt
Juli 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
TV-H4-spelling-Meervouden op -en (1B)
Januari 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
4 Taal deel 1
Maart 2024
- Les met
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
4D1 les 8 wk 2 12 jan ww spelling
Januari 2021
- Les met
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1