Klas 2 week 4 bijvoeglijk nw 2

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Programme d'aujourd'hui

Bijvoeglijke naamwoorden

herhalen

Prends ton ordinateur

Révision 

Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben.

	Mannelijk	Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud

grande

grandes

grand

grands

Welk bijvoeglijk naamwoord is de basisvorm?

1. mannelijke vorm in het enkelvoud
2. mannelijke vorm in het meervoud
3. vrouwelijke vorm in het enkelvoud
4. vrouwelijke vorm in het meervoud

Dus hoe zet je een bijvoeglijk naamwoord in de vrouwelijke vorm ?

1. met een extra -e
2. met een extra -s

De vertaling van verlegen is 'timide'
Wat is juist:

1. La femme timide
2. La femme timidee
3. La femme timides
4. La femme timidees

De vertaling van jong is 'jeune'.
Wat is juist:

1. La fille est jeunee
2. La fille est jeunes
3. La fille est jeune
4. La fille est jeunes

De vertaling van grijs is 'gris'
Wat is juist: (chat = mannelijk)

1. Les chats griss
2. Les chats gris
3. Les chats grise
4. Les chats grises

Het bijvoeglijk naamwoord komt in het Frans bijna altijd ... het zelfstandig naamwoord.

1. voor (voorbeeld: l'intéressant film)
2. achter (voorbeeld: le film intéressant)

Pak in je boek (A) pagina 70 en 71 er bij. Je ziet twee groene blokken. Gevonden?

1. Ja, gevonden.

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?

1. Elle porte une robe bleue.
2. Elle porte une robe bleus.
3. Elle porte une robe bleu.
4. Elle porte une robe bleues.

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

1. La robe est nouveau
2. La robe est nouveaux
3. La robe est nouvelle
4. La robe est nouvelles

Kies de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord

1. La soupe est bonne
2. La soupe est bon
3. La soupe est bons
4. La soupe est bonnes

Sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vakje. 

vieille

belles

bonne

nouveaux

bons

beaux

vieux

nouveau

bon

beau

bleues

grandes

belle

1 une question difficiles

2 Le gâteau est bon.

3 Je vois des filles françaises.

4 La voiture est noir.

5 Les actrices sont amusantes..

6 J'ai eu une bon note.

7 Elise a un grand chien .

VORM van het bijvoeglijk naamwoord : Is de zin goed of fout? Sleep de ster achter de zin naar het goede vak.

C'est la fin

Au revoir!

Salut!   A plus!  A+  Ciao!

Bonne journée!!