Lezen 7/43 - blauw - blz 12, 13 en 14

• Taal
• ISK

Lezen 7/43 - blauw - 

blz 12, 13 en 14

Anja heeft geen .... 

Daan klimt naar ...

1. Boven
2. Beneden

Wat ruimt Daan op ?

Wat heeft Anja voor Daan ?

Wat is er met het geld van Anja ?

Is dat erg ?

1. Ja
2. Nee

Waarom is het niet erg ?

Wat gaat Anja halen ?

Voor wie is het geld?

1. Daan
2. Anja
3. Riet
4. Piet

Wie is Lotje ?

Is Lotje vaak op straat ?

1. Ja
2. Nee

Is Lotje ook veel binnen ?

(Lees de zin waarin dit staat) 

Waar zit Lotje graag in?

Waar is de stoel van gemaakt ?

1. Leer
2. Stof

Wat legt Anja vaak op de stoel ?

Waarom legt Anja 

de lap vaak op de stoel ?

Ligt de lap vandaag op de stoel ?

1. Nee
2. Ja

Wie ligt wel op de stoel ?

1. Lotje
2. Anja
3. Riet
4. Daan

Wie komt thuis ?

Wat moet Lotje snel doen ?

Waar ga ik naar toe?

Hoe ga ik naar de markt?

Waar fiets ik ?

De man loopt met een

1. paard
2. kat
3. konijn
4. hond

Wat doet de hond ?

Wat doe ik ?

Rent de hond door ?

1. ja
2. nee

Ziet de hond mijn fiets?

1. ja
2. nee

BAM! .....

wat gebeurd er ?

Helpt de man mij ?

1. ja
2. nee