Hoofdstuk 7, Stoffen

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

7.3

Slide 25 - Tekstslide

R- en S- Zinnen

Verwijzingen naar R-zinnen en S-zinnen komen voor op verpakkingen en beschrijvingen van chemische stoffen en hebben betrekking op risico's (R-zinnen) en Veiligheidsmaatregelen (S-zinnen).


De komende jaren zullen de R- en S-zinnen worden vervangen door een lijst van H- en P- zinnen op basis van de nieuwe EU-verordening GHS. 


H staat dan voor Hazard, en  P staat dan voor precaution.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Afval
door productie onstaat afval

sommige afval veroorzaakt milieuschade in grond, water of lucht.

Slide 30 - Tekstslide

Soorten afval

- Glasafval

- Elektronisch afval

- Oud papier

- Plastic en blik

- GFT (groente, fruit en tuinafval)

- KCA (klein chemisch afval)

- Restafval

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Klein chemisch afval (KCA)

KCA is huishoudelijk afval waar chemische stoffen in zitten die schadelijk zijn voor de gezondheid en voor het milieu. Het afval bevat bijvoorbeeld lood, kwik, cadmium, chroom of organische oplosmiddelen.

Het moet apart worden ingeleverd bij de chemokar.

Slide 33 - Tekstslide

7.4 Chemische reacties

Bij elke chemische reactie verdwijnt er minstens 1 stof. Er ontstaat ook minstens 1 stof.


Een chemische reactie is ook niet terug te draaien. Als je een eitje bakt, kun je hem niet meer terug in zijn originele vorm krijgen. Een ijsklontje kun je steeds opnieuw bevriezen en smelten. Dit is een faseovergang.



Slide 34 - Tekstslide

Verbranding

Als een stof snel en met vlammen reageert met zuurstof uit de lucht, zeg je dat die stof verbrandt.


Er zijn 3 brandvoorwaarden:

Slide 35 - Tekstslide

Corrosie
Veel metalen worden aangetast door stoffen in de lucht zoals zuurstof (O2) en water (H2O). Dat noem je corrosie.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Tekstslide

Reactieschema

In een reactieschema zet je de beginstoffen  vóór de pijl

In een  reactieschema zet je de  reactieproducten na de pijl

Slide 39 - Tekstslide

Reactieschema voor verbranding:


brandstof + zuurstof -->  reactieproducten

Slide 40 - Tekstslide

reactieschema

glucose + zuurstof ➡️ koolsofdioxide + water + energie
(brandstof)         (verbrandingsproducten)

Slide 41 - Tekstslide

Soorten reacties

- Verbrandingsreactie (met zuurstof)

- Ontledingsreactie (1 stof voor de pijl, meerdere achter de pijl)


Een fase overgang is geen reactie, deze is omkeerbaar.


Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Aan de slag:

Maak van H7 de volgende opdrachten:

- 7.1 hele paragraaf

- 7.2 hele paragraaf

- 7.3: opdracht 23, 25, 26, 29, 31, 32.

- 7.4: opdracht 35, 36, 38, 41, 43, 44.

Slide 44 - Tekstslide