2H2 - di 10 oktober 2023

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Clase de español

el cuaderno

el portátil

el libro de trabajo

el libro de texto

Reporteros 1 unidad 1:
Mis amigos y yo 

Clase: 2H2

el bolígrafo

Hoy es martes 10 de octubre de 2023

¿Qué vamos a hacer?

1. Presentie	5 min
2. Repetir: ser y tener	5 min
3. Gramática: Los artículos (de lidwoorden) + het geslacht	15 min
4. ¡A trabajar!	15 min
5. Afsluiten	5 min

Después de esta clase...

... heb je de betekenis en de vervoegingen van de werkwoorden ser en tener herhaald.

... heb je geleerd wat de bepaalde en onbepaalde lidwoorden zijn in het Spaans.

... heb je geleerd hoe je het verschil kunt zien tussen mannelijke en vrouwelijke woorden.

A.s. vrijdag 13 oktober

SO Unidad 0
Woorden & zinnen SP-NL/NL-SP

Persoonlijk voornaamwoorden / Pronombres personales

ik

jij

hij

zij (enkelvoud)

u (enkelvoud)

wij

jullie

zij (meervoud)

u (meervoud)

nosotros/-as

ellos

yo

usted

vosotros/-as

ellas

ella

ustedes

él

tú

Yo ........... dos libros.

1. tengo
2. tiene
3. tenemos
4. tienen

Ana ........... tres coches.

1. tienes
2. tiene
3. tenéis
4. tienen

Pablo y yo no ........... hermanos.

1. tengo
2. tiene
3. tenemos
4. tienen

Juan y Francisco ........... muchos amigos.

1. tienes
2. tiene
3. tenéis
4. tienen

tú

ellos/ellas/ustedes

nosotros/as

yo

él/ella/usted

vosotros/as

Los artículos (de lidwoorden)

Kijk en luister mee naar de uitleg op het bord en schrijf mee in je schrift.

Leer altijd het lidwoord ook wanneer je vocabulario leert: zo weet je of het woord vrouwelijk of mannelijk is!

Kijk en luister mee naar de uitleg op het bord en schrijf mee in je schrift.

FEMENINO

MASCULINO

AMIGA

MOTO

HOMBRE

CHICA

RELOJ

APELLIDO

MANO

LIBRO

MESA

MAPA

PROFESORA

AMOR

HERMANO

FECHA 

MANZANA

ABUELO

Vocales y consonantes

Género de los sustantivos

sustantivo = zelfstandig naamwoord

Kijk en luister mee naar de uitleg op het bord en schrijf mee in je schrift.

Género de los adjetivos

adjetivo = bijvoeglijk naamwoord

Kijk en luister mee naar de uitleg op het bord en schrijf mee in je schrift.

¡A trabajar!

Maken: Libro de trabajo (werkboek)

página 22 y 23. 

ejercicios: 8, 9, 10, 12.

Nodig: Libro de texto (tekstboek)  

página 26 y 27

+ eigen aantekeningen

Evaluación

Después de esta clase...

... ken je de bepaalde en onbepaalde lidwoorden in het Spaans.

... weet je het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke woorden.

¿Qué palabra es femenina? /
Welk woord is vrouwelijk?

1. ordenador
2. gato
3. actor
4. casa

______ corona

1. la
2. el

______ coche

1. una
2. un

______ directora

1. la
2. el