1. Kijk goed naar de 5 kernvragen: die moeten, meer mag!
2. Maak een klad-versie in je schrift, doe dat op A5 formaat,
dat is het formaat van de 'echte' kaart
Zorg ervoor dat je de definitieve versie ook in je schrift hebt
(om te kunnen leren en vertellen)
3. Je gaat vast bijvoeglijke naamwoorden gebruiken: beau, grand, bon:
kijk op pag. 162/163 in je boek
4. Zoek de plaatjes/foto's die je wilt toevoegen
(die kun je thuis opzoeken en meebrengen voor de definitieve versie)