week 2;lab afnemen (VP), monsters verzamelen (VIG)

lab afnemen (VP), monsters verzamelen (VIG)+antibiotica/antimyotica/antivirale medicatie
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

lab afnemen (VP), monsters verzamelen (VIG)+antibiotica/antimyotica/antivirale medicatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
11.30 uur; theorie venapunctie Jolanda/ monsters verzamelen gerrit
11.45 uur; oefenen VP + monsters verzamelen
12.30 uur; farmacologie opdracht
12.55 afsluiting en volgende week

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
VP;
  • Je legt uit wat een venapunctie is. 
  • Je benoemt welke indicaties en contra-indicaties er zijn voor een venapunctie.
  • Je beschrijft  welke aandachtspunten er zijn bij het uitvoeren van een venapunctie bij een zorgvrager.
  • Je beschrijft  welke materialen ik nodig heb voor het uitvoeren van een venapunctie.
  • Je legt uit welke handelingen ik moet uitvoeren bij complicaties die ontstaan bij een venapunctie.
  • je benoemt welke risico's er zijn bij het uitvoeren van een venapunctie.

VIG;
  • Je benoemt welke monsters je allemaal kunt afnemen
  • je neemt de monster op de juiste wijze af volgens protocol


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Venapunctie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedbuizen
  • Verschillende soorten, variërend in grootte en dopkleur​
  • Zoek voor afname uit welke buizen je nodig hebt
  • Afnamevolgorde is van belang

Slide 6 - Tekstslide

Bloedbuizen variëren en zijn er voor verschillende bloedonderzoeken. In de bloedbuizen zitten vaak al toevoegingen. De afnamevolgorde is van belang in verband met de kans op contaminatie. 
Welke complicaties kunnen er zijn bij een VP?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn indicaties voor een VP ?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het bloed bij het aanprikken van een ader in het buisje terecht?
A
Door te zuigen
B
Door aan de stamper te trekken
C
Door de spuit erop te plaatsen
D
door het gesloten vacuumsysteem

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welk voordeel heeft het
werken met een gesloten
buizensysteem?
A
Het is minder pijnlijk
B
veilig voor de zorgverlener

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hematoom is:
A
een blauwe plek op de plaats waar geprikt is
B
Mw lijdt aan een stollingsziekte
C
Mw heeft een huidafwijking obv een schimmel
D
Mw reageert heel extreem op het aanprikken

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke complicaties kunnen
optreden bij het uitvoeren
van een venapunctie?
A
Nabloeding
B
Ader rolt weg
C
Teveel bloed in het buisje
D
Verkeerde patiënt

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloedvaten zijn niet altijd goed zichtbaar welke oorzaak is juist?
A
donkere huidskleur
B
medicatie
C
lage bloeddruk
D
dehydratie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt de opdracht gekregen om bij Mw Schol 3 buisjes bloed af te nemen. Wanneer maak je de stuwband los?
A
Wanneer ik bloed in het buisje zie lopen
B
Halverwege buisje 2
C
Tijdens het vullen van buisje 3
D
Als alle buisjes vol zijn

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hierbij een aandachtspunt voor jou als verpleegkundige?
A
Direct naar het lab brengen om stolling te voorkomen
B
Volgorde van afname van de buisjes
C
Hoevaak mw al gecontroleerd is op hetgeen geprikt gaat worden
D
Niet te sterk stuwen omdat dit invloed heeft op de uitslag.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we dit onderzoek waardoor het voorrang krijgt op het laboratorium?
A
Spoed-lab
B
Acuut-lab
C
Bloed-kweek
D
Cito-lab

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Binnen hoeveel tijd krijg je de uitslag van het bloedonderzoek bij een cito-aanvraag?
Het streven is:
A
Binnen 15 minuten
B
Binnen 1 uur
C
Binnen 4 uur
D
Binnen 12 uur

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoelang moet je de ader afdrukken nadat je geprikt hebt, dit is afhankelijk van....
A
Leeftijd patient
B
Hoeveel buisjes je hebt afgenomen
C
Medicatie gebruik
D
Ziektebeeld

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een patient valt tijdens het prikken minder vaak flauw als hij/zij.....
A
Voor afname een halve liter water drinkt
B
Tijdens de afname zijn bilspieren aanspant
C
Zijn benen kruist tijdens afname
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje venapunctie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen !

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Farmacologie
antibiotica/antimyotica/antivirale medicatie

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoel
  • Je legt uit hoe antibiotica, antivirale middelen en antimyotica werken.

  • je benoemt wanneer je welk middel gebruikt(indicatie) en wanneer niet(contra-indicatie).

  • Op basis van een korte casussen kies je zelf een passend middel en licht toe waarom.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht famacologie
timer
15:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thieme online
Niveau 4;
VTH; Module 8 Venapunctie en infuus; 
Module 9 medicijnen, 1.4 verschillende soorten medicijnen

Niveau 3;
expertcollege monsters verzamelen 20.

Beide;onderdeel 1 Venapunctie e-Xpert college module 27

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je de les ?




Lesdoelen behaald ?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Vlindernaald
+
Psychofarmaca

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies