Piet vertrekt om 7:45 uur van huis, hij moet 12 km fietsen naar school. Piet fietst met een gemiddelde snelheid van 15 km/uur. Hoe laat komt Piet op school aan?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Sjors loopt een marathon van 42,2 km. Hij loopt met een snelheid van 3,4 m/s. Wat voor eindtijd heeft hij? Noteer het als volgt 00:00:00
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Anna maakt een kan mocktail van 1,5 L. Zij mengt daarvoor twee delen ananassap, 4 delen kokosmelk en 3 delen cranberrysap.
Hoeveel liter kokosmelk heeft zij nodig? Rond af op één decimaal.
Slide 23 - Open vraag
Anna maakt een kan mocktail van 1,5 L. Zij mengt daarvoor twee delen ananassap, 4 delen kokosmelk en 3 delen cranberrysap.