HAVO 3 - Woordenschat h3

Woordenschat

 

Hoofdstuk 3

 

Stijlfiguren

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat

 

Hoofdstuk 3

 

Stijlfiguren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Stijlfiguren

 

Bij taalgebruik leg je vaak gevoel in je woorden. Zo kun je iets overdrijven, iets afzwakken of een pijnlijke zaak wat verzachten.

Slide 3 - Tekstslide

Stijlfiguren: hyperbool

Als je overdrijft, gebruik je een hyperbool.


Je zegt: 'Hij barst van het geld';

je bedoelt: 'Hij is rijk'.

Slide 4 - Tekstslide

Stijlfiguren: understatement

Als je iets afzwakt, gebruik je een  understatement. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in werkelijkheid.


Je zegt: 'Zij heeft wel een paar centen';

je bedoelt: 'Zij is rijk'.

Slide 5 - Tekstslide

Stijlfiguren: eufemisme

Ook bij een eufemisme zeg je iets zo dat het als minder erg of hard overkomt, maar dat doe je dan om een pijnlijke situatie te verzachten en om te voorkomen dat je iemand kwetst.


Je zegt: 'Hij is niet meer onder ons';

je bedoelt: 'Hij is overleden.

Slide 6 - Tekstslide

Goed opgelet?
Geef in de volgende quizvragen van de woorden in HOOFDLETTERS aan welk stijlfiguur erbij hoort.

Slide 7 - Tekstslide

Moet ik het nu VOOR DE DUIZENDSTE KEER zeggen? Deur achter je dicht!
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 8 - Quizvraag

Een deel van het personeel zal moeten AFVLOEIEN.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 9 - Quizvraag


Welke stijlfiguur hoort bij onderstaande uitspraak?

'Ik heb EEN MAZZELTJE gehad', zei de winnaar van de jackpot.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 10 - Quizvraag

De verdediger schoot de strafschop HUIZENHOOG over.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 11 - Quizvraag

Die poolreizigers zullen het wel FRISJES hebben.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 12 - Quizvraag

Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 13 - Quizvraag

'Hij LUST WEL EEN BEETJE', zei mijn vader over zijn 4WD.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 14 - Quizvraag

Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten INSLAPEN.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 15 - Quizvraag

De bewoners waren ONAANGENAAM VERRAST door de rellen in de wijk.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 16 - Quizvraag

Het ongeluk was veroorzaakt door een dame VAN GEVORDERDE LEEFTIJD.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 17 - Quizvraag

Hij rende DE BENEN UIT ZIJN LIJF om de bus te halen.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 18 - Quizvraag

HET GEWAPENDE CONFLICT heeft al aan duizenden burgers het leven gekost.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 19 - Quizvraag

huiswerk donderdag
- h.3 woordenschat (blz. 109 en verder) opdr. 1 t/m 3 maken
- leren de stijlfiguren: hyperbool, understatement en
   eufemisme.
- h.2 woordenschat leren

Slide 20 - Tekstslide

Noem drie dingen die je deze les hebt geleerd?

Slide 21 - Open vraag

Wat vind je nog onduidelijk?

Slide 22 - Open vraag