8.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?

Klas 4
Hoofdstuk 8 Welvaart wereldwijd?
8.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Klas 4
Hoofdstuk 8 Welvaart wereldwijd?
8.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 8 Welvaart wereldwijd?

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik les 7.4

Slide 3 - Tekstslide

Wat is globalisering?

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn de voordelen van globalisering?

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn de nadelen van globalisering?

Slide 6 - Open vraag

Wat is internationale arbeidsverdeling?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de internationale concurrentiepositie?

Slide 8 - Open vraag

Hoofdstuk 8 Welvaart wereldwijd?

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen 8.1

  • Kun je benoemen welke kenmerken ontwikkelingslanden hebben
  • Kun je verklaren waarom arme landen weinig exportinkomsten hebben
  • Kun je beschrijven wat landen doen                                               tegen schommelende grondstofprijzen


Slide 10 - Tekstslide

8.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Doelen van de les:
  • Weten wat een ruilvoet is en hiermee kunnen rekenen
  • Weten wat is een monocultuur is en de gevaren hiervan
  • Weten wat een buffervoorraad is en de gevolgen hiervan
  • Weten wat nationaal inkomen en personele inkomen is
  • Met nationaal inkomen personele inkomen kunnen rekenen
  • Vergelijken welvaart van verschillende landen
  • 8 Kenmerken ontwikkelingslanden weten
  • De 8 kenmerken in de juiste volgorde kunnen zetten.

Slide 11 - Tekstslide

Wat zie je op de kaart?
Wat zou dit betekenen?
Wat valt je op?
8.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?

Slide 12 - Tekstslide

8.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Bepalen welvaart op basis van:

  • Inkomen per hoofd van de bevolking
  • (On)gelijke inkomensverdeling
  • Koopkracht
  • Omvang informele productie
  • Aanwezigheid en kwaliteit collectieve voorzieningen

Vraag 1
Vraag 4

Slide 13 - Tekstslide

8.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Kenmerken ontwikkelingslanden:

  1. Laag inkomen per hoofd van de bevolking
  2. Ongelijke inkomensverdeling
  3. Hoge werkloosheid
  4. Ondervoeding
  5. Snelle bevolkingsgroei
  6. Analfabetisme
  7. Beperkte technische ontwikkeling
  8. Eenzijdige economische structuur
Nationaal inkomen is vaak afhankelijk van één sector
Wat zijn oorzaken en gevolgen?

Slide 14 - Tekstslide

Nationaal inkomen
De optelsom van alle inkomens uit arbeid en bezit (zoals loon, rente, huur, pacht).

Wat zegt dit? Je kunt pas vergelijken met andere landen als je het inkomen per hoofd van de bevolking weet.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

personele inkomensverdeling
De verdeling van het totale inkomen over de inwoners.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Berekening

Inkomen per hoofd van de bevolking = 



aantal.inwonersnationaal.inkomen

Slide 19 - Tekstslide

monocultuur
Ontwikkelingslanden zijn vaak afhankelijk van maar één of enkele landbouwproducten.

Slide 20 - Tekstslide

  • Buffervoorraden aanleggen om prijsschommelingen tegen te gaan --> productie groter dan vraag
8.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
  • Export: koffiebonen
  • Prijs bepaald door wereldmarkt (vraag en aanbod)

Slide 21 - Tekstslide

8.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Import
Export
Ruilvoet
  • De verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten

Slide 22 - Tekstslide

ruilvoet

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Buffervoorraad
De prijs van grondstoffen wordt bepaald op de wereldmarkt.
Voor ontwikkelingslanden is het lastig als die prijzen veranderen.




Slide 25 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met:
"De prijs van grondstoffen wordt bepaald op de wereldmarkt.
Voor ontwikkelingslanden is het lastig als die prijzen veranderen."

Slide 26 - Open vraag

Buffervoorraad
Voor ontwikkelingslanden is het lastig als die prijzen veranderen.

Om grote prijsschommelingen tegen te gaan, kan een land buffervoorraden aanleggen. 

Als de productie groter is dan de vraag, dan wordt een deel opgeslagen. 

Als de vraag stijgt, wordt de voorraad verkocht. Zo blijven vraag en aanbod meer in evenwicht en de prijzen stabiel.

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeeld Jozef: vette jaren magere jaren
Denk aan het verhaal van Jozef  uit de bijbel.

Na zeven vette jaren zouden zeven magere jaren komen.

Jozef kreeg de opdracht het graan in de vette jaren op te slaan en uit de delen in de magere jaren.

Dit kan je nu ook met koffie, cacao doen.
Je koopt het op bij de handelaren en je verkoopt het wanneer er tekorten zijn.

Voordeel is dat prijzen redelijk gelijk blijven en mensen geen alternatief gaan zoeken. Dit is fijn voor producent en klant. 

Nadeel het opslaan kost geld. 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Aan het werk!!
Maken: de vragen 1 t/m 5

Lezen en leren: pagina 238 en 239

extra vragen (pagina 254) vragen 1 t/m 6 

Slide 30 - Tekstslide