Normale psychische verouderingsprocessen deel 2

NORMALE PSYCHISCHE VEROUDERINGSPROCESSEN
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

NORMALE PSYCHISCHE VEROUDERINGSPROCESSEN

Slide 1 - Tekstslide

Veranderingen
bij ouderen

Slide 2 - Woordweb

Verouderingsprocessen op 3 gebieden:




  1. op uiterlijk gebied
  2. op lichamelijk gebied
  3. op zintuigelijk gebied 
  4. de hersenen

Slide 3 - Tekstslide

1. Uiterlijk gebied

  • de huid
  • het gelaat 

Slide 4 - Tekstslide

  1. de huid wordt droger en dunner doordat de proteïnen, collageen en elastine uit de huid verdwijnen 
  2. de huid vertoont meer rimpels en verzakkingen
  3. het aantal pigmentvlekken neemt toe
De huid

Slide 5 - Tekstslide

Het gelaat
  1. het kraakbeen in de neus en de oren blijft groeien, zodat deze organen groter worden
  2. de rest van het gelaat slankt af
  3. het tandvlees wijkt terug, zodat de tanden zichtbaarder worden 

Slide 6 - Tekstslide

2. lichamelijk gebied


  • lichaamsgestalte wordt geleidelijk kleiner doordat de wervelkolom minder stevig wordt
  • de spier -en beendermassa neemt af 

Slide 7 - Tekstslide

3. Zintuiglijk gebied
  • Oog: de lens wordt minder buigzaam, de lens wordt gelig, de lens wordt troebel (gevolg: cataract)
  • Oor: trommelvlies wordt minder buigzaam, minder beweeglijkheid van de middenoorbeentjes, hoge frequenties vallen weg 

Slide 8 - Tekstslide

Nog even herhalen:

- Vooroordelen ouderen
- Voordelen van ouder worden
- Woonvormen voor ouderen
- Verouderingsprocessen: (hersenen, huid, gelaat, lichaam, oog, oor, ...)



Slide 9 - Tekstslide

4. De hersenen
  • door minder waar te nemen is er minder geheugencapaciteit
  • problemen met inprenten van nieuwe informatie
  • inkrimpende voorhoofdskwabben
  • aan 80-jarige leeftijd vermindering in gewicht van de hersenen van 10% 

Slide 10 - Tekstslide

VERGRIJZING
DEFINITIE:

Vergrijzing wil zeggen dat de bevolking steeds ouder wordt.


Slide 11 - Tekstslide

Oorzaken vergrijzing:
OORZAKEN VAN VERGRIJZING:
  • Een hogere levensverwachting (stijging van de gemiddelde leeftijd)
  • Een dalend geboortecijfer

Slide 12 - Tekstslide

De gevolgen van vergrijzing
  • Inkrimping van de actieve beroepsbevolking: er zijn minder mensen die werken
  • Bedreiging sociale zekerheid: hogere pensioenfactuur & hogere gezondheidsuitgaven  
  • Sociale zorg: bv. Het aantal plaatsen momenteel in de Belgische bejaardentehuizen zijn te beperkt voor de komende vraag
  • Generatieconflicten.

Slide 13 - Tekstslide

Oplossing van vergrijzing
  • Vergrijzing kan niet door één maatregel opgelost worden.
  • Hogere werkgelegenheidsgraad creëren door:
              -> Afbouw van brugpensioen en andere formules 
                    mensen vroegtijdig de arbeidsmarkt verlaten;     
             -> Beperking van de werkeloosheidsuitkering in tijd
             -> Tegengaan van de werkeloosheidsval
             -> Optrekken van de pensioenleeftijd

Slide 14 - Tekstslide

Vergrijzing: oplossingen
Overschakeling van het repartitiesysteem naar een kapitalisatiesysteem

Repartitiesysteem = De huidige generatie (de werkende mensen) betaalt de pensioenen van de vorige generatie (de gepensioneerden). Men gaat er dus van uit dat onze pensioenen door de volgende generatie zal betaald worden.

Slide 15 - Tekstslide

Vergrijzing: oplossingen
  • Uitgaven gezondheidszorg afremmen:
       -> vb. door het installeren van het kiwimodel voor de               
            gezondheidszorg
Wat is het Kiwimodel = systeem dat alleen het goedkoopste geneesmiddel terugbetaalt.


Slide 16 - Tekstslide

Vergrijzing: oplossingen
Overschakeling van het repartitiesysteem naar een kapitalisatiesysteem.


Kapitalisatiesysteem = bij dit systeem spaart de werknemer of zelfstandige gedurende zijn loopbaan voor zijn eigen pensioen. Dit is dus het tegengestelde principe van het repartitiesysteem.

Slide 17 - Tekstslide

Vergrijzing: oplossingen
Herberekening van het pensioen.
Momenteel is er een groot verschil tussen de manier waarop de pensioenen berekend worden bij werknemers.
Bv. het pensioen van de gemiddelde ambtenaar wordt berekend op het loon van de laatste vijf jaar dat hij/zij verdiend heeft.
Het pensioen van een gewone werknemer wordt berekend op basis van het loon dat hij/ zij in zijn hele leven heeft verdiend.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Eenzaamheid bij ouderen
EENZAAMHEID

Welke andere woorden breng jij in verband met eenzaamheid?

Slide 21 - Tekstslide

Eenzaamheid bij ouderen.

  • Wat zijn de oorzaken van eenzaamheid volgens jou?
  • Kunnen we ouderen helpen met hun eenzaamheid?

Slide 22 - Tekstslide

Wat is eenzaamheid nu juist:
Definitie:
“Eenzaamheid is het ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties.” (de Jong-Gierveld, 1984), m.a.w.:

De meeste mensen voelen dat er een verschil is tussen de verwachtingen die je hebt van relaties met anderen en de werkelijkheid. 
Je voelt je eenzaam als je dit verschil als onprettig ervaart.

Slide 23 - Tekstslide

Eenzaamheid is een persoonlijk gevoel.
Je kan eenzaamheid niet “meten”. Het is een persoonlijke ervaring, het heeft te maken met je wensen en verwachtingen.
De eenzaamheid wordt erger als je het gevoel hebt dat er in de nabije toekomst geen verbetering zal komen: je hebt geen verwachting dat je toffe mensen zal ontmoeten of dat je verstoorde relaties opgelost worden.


  • Eenzaamheid is een persoonlijk gevoel.
  • Je kan eenzaamheid niet “meten”. Het is een persoonlijke ervaring, het heeft te maken met je wensen en verwachtingen.
  • Eenzaamheid is niet hetzelfde als sociaal isolement (alleen zijn).
  • Eenzaamheid is niet leeftijdsgebonden.
  • Waarom moet eenzaamheid aangepakt worden?
  • Sociale eenzaamheid en emotionele eenzaamheid.
  • Eenzaamheid hoeft niet altijd blijvend te zijn. 

Slide 24 - Tekstslide

Welke factoren spelen een rol bij eenzaamheid?
  • Leeftijd 
      -> hoe ouder je wordt, hoe hoger het risico op emotionele 
           eenzaamheid.
  • Partnerrelatie
      -> verdwijnen van de partner verhoogt het risico op sociale 
           eenzaamheid.

Slide 25 - Tekstslide

Factoren bij eenzaamheid:


  • Geslacht:
      -> mannen zijn kwetsbaarder
      -> oudere vrouwen scoren hoger 
           qua emotionele eenzaamheid
  • Financiële situatie:
      ->   speelt een grote rol; zowel
             sociaal als emotioneel

Slide 26 - Tekstslide

Factoren bij eenzaamheid:

  • Gezondheid van jezelf en je partner: Hoe gezonder hoe lager de kans op eenzaamheid. Zowel oorzaak als gevolg van eenzaamheid.
  • Persoonlijke kenmerken: als je sterk sociaal vaardig bent verminderd de kans op eenzaamheid.

Slide 27 - Tekstslide

Hoe eenzaamheid aanpakken?
Veel hangt af van het type eenzaamheid.

  1.  De directe aanpak  
         Stilstaan en bevragen: van waar komt de eenzaamheid en             hoe zou men het anders willen zien?)
           -> samen op zoek gaan naar oplossingen

Slide 28 - Tekstslide

Hoe eenzaamheid aanpakken?
2. Verwachtingen bijstellen
-> zijn de verwachtingen van de oudere realistisch?
-> eventueel samen de verwachtingen van de oudere bijstellen en het netwerk wat dieper gaan bekijken

Slide 29 - Tekstslide

Hoe eenzaamheid aanpakken?
3. Leren omgaan met eenzaamheid:
-> we proberen te achterhalen waar          de oudere voldoening zou                       uithalen. 
-> maak samen met de oudere een           lijstje van voorbeelden die ze blij           zouden maken.

Slide 30 - Tekstslide

Hoe eenzaamheid aanpakken?
4. Indirecte aanpak:
-> Dit is vooral preventie: want voorkomen is beter dan                          genezen. 
-> We kunnen voorbeelden geven van mogelijke dagbesteding:
  •       Seniorenverenigingen            - lokale dienstencentrums
  •       Kaartclub                                       - zangkoor
  •       Hobbyclub

Slide 31 - Tekstslide

Nuttige info voor zinvolle vrijetijdsbesteding bij ouderen.

1. Vrijwilligerswerk (mogelijkheden?)
2. Verenigingen (vb. Ouderverenigingen) 
3. Dienstencentrums (=ontmoetingsplaats voor ouderen)
4. Vorming en onderwijs
5. Computer en internet
6. Culturele activiteiten (vb. theatervoorstelling, toneel, ...)


Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide