H5D (20-11-2023) Les 19

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

WELCOME

TODAY

After this lesson you will have

... worked on vertaalzinnen B

... have read an exam text 

VERTAALZINNEN B

wie doet wat waar wanneer? 

1

Zelden koopt / kocht hij dure kleren. (beide ww vertalen)

Zelden? 

2

Waarom vertel je haar niet wat er gisteren gebeurd is? 

Verdeel de zin in stukjes 

Welke tijden? 

3

We hebben elkaar vorig jaar voor het eerst op een feestje in Rotterdam ontmoet. 

Verdeel de zin in stukjes 

Welke tijd?

4

Ik zou zoiets nooit voorgesteld hebben! 

voorstellen = to suggest 

Welke tijd?

5

Seth geeft zijn vriendin zelden bloemen.

6

Nauwelijks had zij de brief ontvangen of zij belde hem op. 

Verdeel de zin in twee stukjes.

of = when (in deze context) 

Welke tijden?

7

Hij zei dat zijn broer hem het geld nooit gegeven had dat hij hem verschuldigd was.

verschuldigd = to owe

8

Zij waren die zomer met de auto naar Italie gereisd.

Welke tijd? 

9

Werkt jouw broer niet altijd op zaterdag in een garage? 

10

Waar logeren jullie meestal als jullie in de zomer naar Nederland komen? 

11

Nooit zullen mijn ouders vergeten wat u na het ongeluk in Parijs voor hen gedaan hebt. 

12

Zij zal waarschijnlijk later deze week met haar moeder naar Brussel rijden.

welke tijd? 

waarschijnlijk? 

13

Zij zijn van plan daar samen een tentoonstelling te bezoeken.

van plan zijn = to intend

tentoonstelling = exhibition