trappen van vergelijking
1 / 13
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
(duur) Een brommer is ........ een fiets.
A
duurder dan
B
het duurst
Slide 2 - Quizvraag
(hoog) Een toren is ..... een flatgebouw.
A
het hoogst
B
hoger dan
Slide 3 - Quizvraag
(graag) Ik heb ....... een kopje thee.
A
liever dan
B
het liefst
Slide 4 - Quizvraag
(weinig) Tien is ....... twintig.
A
het minst
B
minder dan
Slide 5 - Quizvraag
(goedkoop) In de zomer zijn de aardbeien .......
A
het goedkoopst
B
goedkoper dan
Slide 6 - Quizvraag
(zwaar) Het grootste pak is het ........
Slide 7 - Open vraag
(goed) Wat vind je ......? 's Morgens les of 's avonds?
Slide 8 - Open vraag
(ver) De sterren zijn ........ de maan.
Slide 9 - Open vraag
(weinig) Honderd is ...... duizend
Slide 10 - Open vraag
(graag) Wat heb je ....? Een kopje thee of een glas limonade?
Slide 11 - Open vraag
(duur) Wat is ......? Een radio of een t.v.?
Slide 12 - Open vraag
(weinig) Wat is ..............., een ons of honderdvijftig gram?
