Paragraaf 6.3

Planning
  • Blooket;
  • Theorie;
  • Tijd over --> zelfstandig werken.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning
  • Blooket;
  • Theorie;
  • Tijd over --> zelfstandig werken.

Slide 1 - Tekstslide

Kerkenbouw:
Doel: laten zien hoe rijk en godsdienstig een dorp of stad was. De kerk was ook onderdeel om de bijbel uit te leggen aan analfabeten.

1000- 1200: Romaanse stijl: Stenen kerken die leken op vroegere Romeinse bouwwerken. Kleine ramen met ronde bogen in dikke muren.

1200-1500: Gotische stijl: hoge kerken met dunnere muren en spitse bogen die ondersteund werden door stenen bogen aan de buitenkant. Grote ramen met kleurrijke afbeeldingen in glas in lood. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

  • Romaans
  • Gothisch

Slide 11 - Tekstslide

Hoger, beter, mooier
  • In de Middeleeuwen waren de meeste mensen in Europa christenen
  • Mensen wilden erg graag na hun dood in de hemel komen.
  • Om hun God te eren bouwden ze hoge kerken.
  • Ook konden ze zo laten zien hoe rijk de stad was.
  • Het geld voor de bouw kwam van de gilden, of van de handel in aflaten.
  • Met een aflaat kon je je zonden afkopen om tóch in de hemel te komen

Slide 12 - Tekstslide


Hoger, beter, mooier


De bouw van de dom (latijn: domus, huis) in Keulen is begonnen in 1248, maar de kerk was pas in 1880(!) klaar. De bouw lag vaak jaren stil omdat het geld op was, of omdat delen van de kerk tijdens de bouw instorten. De beide torens van de kerk zijn ongeveer 160 meter hoog.

Slide 13 - Tekstslide

Kerk en geloof
Na de dood konden er drie dingen gebeuren volgens de kerk:

  1. Direct naar de hemel
  2. boete doen voor je zonden in het vagevuur
  3. eeuwig branden in de hel

Slide 14 - Tekstslide

kerk en geloof:
  • Om te voorkomen dat je in de hel komt of moet branden in het vagevuur kun je een aflaat krijgen van de kerk. Je moet hiervoor iets goeds doen, bijv. iets geven aan de armen. Je kunt ook op bedevaart, een reis maken om te bidden op een heilige plaats.

  • relikwieën van heilige werden ook vereerd, zo hoopten de mensen dat een heilige een goed woordje zou doen bij God en ze niet naar de hel of het vagevuur hoefden.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

De normen van de kerk 

Slide 17 - Tekstslide

De normen van de kerk:
  • De kerk bepaalde wat normaal was. mensen die afweken van de ideeën van de kerk werden opgespoord en gevangen genomen. zij werden ketters genoemd. 

  • de paus richtte zelfs een rechtbank op in 1232, de inquisitie (inquisitie is een kerkelijke rechtbank)
  • niet bekennen = brandstapel
  • andere straf: excommunicatie (uitsluiting van de Rooms-Katholieke kerk)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

jodenhaat (antisemitisme)
  • Joden wijken af van wat christenen doen, als er iets naars gebeurde zoals het uitbreken van de pest, dan kregen joden de schuld.

  • Daarom mochten in sommige steden joden niet bij een gilde, moesten ze apart wonen en speciale kleren of tekens dragen.

Slide 21 - Tekstslide

Bijgeloof

  • Er gebeurden veel dingen om hen heen die zie niet begrepen: natuurrampen, hongersnoden, ziektes en overlijden.
  • De mensen vroegen hulp aan de kerk, maar die kon hen niet altijd helpen
  • Daarom waren de mensen erg bijgelovig: ze probeerden met witte magie ervoor te zorgen dat dingen toch goed gingen.

Slide 22 - Tekstslide

Heksen
  • Dingen die misgingen waren vaak de schuld van mensen die zich bezighielden met zwarte magie.
  • Er werd gezocht naar een zondebok, iemand die je de schuld kunt geven.
  • Deze zondebokken werden vaak gevonden in mensen die andere gewoonten hebben.
  • Zo werden sommige vrouwen (én mannen) van hekserij beschuldigd.

Slide 23 - Tekstslide

Vervolging van heksen

  • Om heksen te 'ontmaskeren' werden de meest vreselijke ondervragingen en proeven gebruikt.
  • Zo werden heksen gewogen of in het water gegooid om te kijken of ze te licht waren (en dus bleven drijven).
  • Heksen werden verbrand om er zeker van te zijn dat de duivel werd uitgedreven.
Vermoedelijk zijn er in Europa ongeveer tussen 1450 en 1650 ongeveer 60.000 mannen en vrouwen als 'heks' terechtgesteld. Opvallend is dat de heksenvervolging eigenlijk pas aan het einde van de Middeleeuwen plaatsvond.

Slide 24 - Tekstslide

Joden
  • In de Middeleeuwen vonden de mensen de Joden 'vreemd' en 'onbetrouwbaar'.
  • Zo zouden zij het drinkwater hebben vergiftigd met de pest.
  • Joden moesten vaak in andere delen van de stad wonen (getto's), mochten geen eigen grond bezitten en ze mochten geen lid zijn van een gilde.
Als er in een middeleeuwse stad de pest uitbrak of er was een misdrijf gepleegd, dan werden de Joden vaak als schuldigen aangewezen. Het gevolg was een pogrom: een uitbarsting van Jodenhaat. De huizen van de Joden werden geplunderd en vernield. De Joden zelf werden mishandeld.

Slide 25 - Tekstslide

Joden
  • Daarom hadden ze vaak beroepen als: handelaar, bankier of juwelier.

  • Soms waren Joden verplicht een herkenningsteken te dragen.
Als er in een middeleeuwse stad de pest uitbrak of er was een misdrijf gepleegd, dan werden de Joden vaak als schuldigen aangewezen. Het gevolg was een pogrom: een uitbarsting van Jodenhaat. De huizen van de Joden werden geplunderd en vernield. De Joden zelf werden mishandeld.

Slide 26 - Tekstslide

De rol van de kerk
  • De kerk deed erg weinig aan de vervolgingen van Joden en heksen
  • Het christelijke geloof was het enige ware geloof: alle andere geloven waren ketters en moest worden vernietigd.
  • Voor veel christenen waren het Joden geweest die Jezus hadden gekruisigd: dit konden ze niet vergeten.

Slide 27 - Tekstslide

Zelfstandig werken

  • Zelfstandig nakijken van de huiswerkdeadlines;
  • Tijd over --> zelfstandig verder werken .
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Vaardigheid: Gebondenheid aan tijd en plaats

Slide 29 - Tekstslide

Vaardigheid: Gebondenheid aan tijd en plaats
.
plaats --> waar je leeft.
tijd --> wanneer je leeft.
achtergrond --> bijv. geloof.
normen --> wat mensen normaal vinden.
waarden --> wat mensen belangrijk vinden.

Slide 30 - Tekstslide

Kerk en geloof
  • Geloof had veel invloed en macht
  • het hiernamaals was belangrijker dan het leven op aarde
  • Geloof in hemel, hel en vagevuur
  • Gebruik van aflaten (opheffing van je zonden)
  • Geloof in heiligen (letterlijk honderden)
  • Aanbidding van relikwieën (overblijfselen van heiligen)
  • Ziekte (zoals pest) werd gezien als straf van God

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Tekstslide

Antisemitisme (jodenhaat) in de middeleeuwen
  • Pogroms
  • Joden mochten geen lid zijn van een gilde
  • Moesten in aparte wijken wonen
  • Moesten speciale tekens dragen

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide