les 8. Europese Unie

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Europese Unie
Les 8 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Leerdoelen en planning
Aan het einde van de les weten jullie hoe de Europese Unie werkt. 
Aan het einde van de les weten jullie wat de voor- en nadelen van de Europese Unie zijn. 

Europese Unie

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de EU?

Slide 6 - Open vraag

Oorsprong EU
EGKS
1953




"Dit mag nooit meer gebeuren."

Slide 7 - Tekstslide

Oorsprong EU(2)
Europese Gemeenschap van Kolen en Staal 
--> 1992 EU Europese Unie. 

Tegenwoordig heeft de EU 27 lidstaten.  Voorwaarden om lid te worden:
- Het land moet een stabiele democratie hebben die de rechtstaat, de mensenrechten en de bescherming van minderheden waarborgt.
- Het land moet goed draaiende economie hebben. 
- Het land moet de gemeenschappelijke wetten en regels van de EU overnemen en invoeren. 


Slide 8 - Tekstslide

Hoe werkt het?
Europees Parlement = Beslist samen met Raad van de Europese Unie welke wetten de EU moet invoeren. 
751 leden --> democratisch gekozen.
1 x per 5 jaar gekozen. 

Raad van de Europese Unie 
Europese Commissie --> Mark Rutte
Europese Raad --> Frans Timmermans 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waarom zou je als land in de EU willen?

Slide 11 - Open vraag

Wat de EU voor haar burgers doet.


Streven naar vrede & Veiligheid
Een ééngemaakte markt
Strenge controle naar voedsel- en milieunormen
Opkomen voor de mensenrechten in de lidstaten
Geeft (kleine) landen wereldwijd meer invloed

Slide 12 - Tekstslide

Voordelen:
- Vrede in EU
- Welvaart
- Grensoverschrijdende problemen
- Praktische voordelen als reizen, wonen, MB's en Erasmus+ beurs. 


Nadelen:
- Hoge kosten lidmaatschap
7 miljard in 2019
- Verlies van inspraak op bepaalde gebieden
- Controle op munteenheid

Slide 13 - Tekstslide

Ik ben voorstander van deelname aan de Europese Unie.
A
JA
B
NEE

Slide 14 - Quizvraag

Wat vinden we hiervan?

Slide 15 - Tekstslide