2.2 Het ontstaan van de verzuiling (deel 2)

2.2 Het ontstaan van de verzuiling
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.2 Het ontstaan van de verzuiling

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
  • Kun je uitleggen wat verzuiling is. 
  • Kun je uitleggen wat de Schoolstrijd inhield. 
  • Kun je uitleggen hoe de arbeiders probeerden op te komen voor hun rechten. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Open vraag

Verzuiling

  • Alles gescheiden per godsdienstige of politieke overtuiging.

  • Protestantse zuil, katholieke zuil, liberale zuil en socialistische zuil.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De tekenaar is een ... van de verzuiling.
A
tegenstander
B
voorstander

Slide 6 - Quizvraag

 Protestanten
  • Eerste politieke partij van Nederland: ARP (1879).
  • Abraham Kuyper, 
  • Stemmers: "Kleine Luyden": arbeiders die hard werkten: winkeliers, schoolmeesters, boeren.
  • Kuyper wil dat zijn achterban mag stemmen.  

Slide 7 - Tekstslide

Parlement
  • Volgens Kuyper moeten parlementsleden geen vertegenwoordigers zijn van een district, maar van een bevolkingsgroep.

  • Uiteindelijk: ARP (Antirevolutionaire Partij) in 1879.

Slide 8 - Tekstslide

Katholieken
  • Ook de katholieken beginnen een partij.

  • Roomsch-Katholieke Staatspartij (RKSP) in 1904 

  • Herman Schaepman

Slide 9 - Tekstslide

Schoolstrijd
  • Openbaar onderwijs: in de praktijk niet veel godsdienstonderwijs
  • 1848: vrijheid van onderwijs ==> Iedereen het recht om zelf een school te stichten.  

Slide 10 - Tekstslide

Bijzonder onderwijs
  • Confessionelen gingen eigen scholen stichten: Bijzonder onderwijs. 
  • Openbare scholen werden uit de staatskas betaald.
  • Bijzondere scholen moesten alles zelf betalen

Slide 11 - Tekstslide


Openbare scholen:  
  • zijn gesticht door de overheid.
  • moeten kinderen opvoeden tot moderene en weldenkende burgers.
  • kregen subsidie van de overheid

Bijzondere scholen:  
  • zijn NIET gesticht door de overheid
    .
  • gaan uit van het geloof.
  • kregen GEEN subsidie van de onderheid.
Scholen

Slide 12 - Tekstslide

Strijd
  • Protestanten en katholieken wilden dat hun scholen gelijk behandeld werden.
  • De grondwetswijziging van 1917 beëindigde de Schoolstrijd.

Slide 13 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat de Schoolstrijd inhield.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Arbeiders
  • Kamerleden (uit de elite) hadden vaak geen oog voor de arbeidersnoden.
  • Vanaf 1870: verenigingen actief die de arbeidersomstandigheden wilden verbeteren.
  • Belangrijkste woordvoerder: Domela Nieuwenhuis

Slide 16 - Tekstslide

Partij
  • 1882: Sociaal Democratische Bond opgericht.

  • Domela Nieuwenhuis kwam in de Tweede Kamer, maar werd niet serieus genomen. 

  • Hij werd Anarchist en wilde een revolutie.

Slide 17 - Tekstslide

Socialisten
  • 1894: Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP) opgericht.
  • Onder leiding van Pieter Jelles Troelstra zette zij zich in voor de invoering van het algemeen kiesrecht. 

Slide 18 - Tekstslide

Politiek 1
In de politiek moeten de zuilen wel samenwerken

Want... geen enkele zuil haalde de meerderheid in de verkiezingen. 
(Je hebt een meerderheid nodig om een regering te mogen vormen)

Het dak van de Tempel van de Nederlandse Verzuiling staat symbool voor het Nederlandse bestuur. 

Slide 19 - Tekstslide

Politiek 2
De liberalen en socialisten werken samen.

Want... zij wilden allebei kierecht voor iedereen. In plaats van alleen mensen die veel belasting betaalden.

Slide 20 - Tekstslide

Politiek 3
De katholieken en protestanten werken samen.

Want... zij wilden allebei subsidie voor christelijke scholen

Hoe zit dat?

Slide 21 - Tekstslide

Politiek 4

De katholieken en protestanten krijgen subsidie voor bijzondere scholen. 

In ruil voor...

De liberalen en socialisten krijgen algemeen mannen kiesrecht. 
Oplossing? in 1917

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
paragraaf 2.3 opdracht 3, 7 en 9.

Slide 23 - Tekstslide