In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Vraag 1: Hoe noemde Lodewijk XIV zichzelf ook wel?
A
De Maankoning
B
De Absolutist
C
De Marskoning
D
De Zonnekoning
Slide 1 - Quizvraag
Vraag 2: Maar waarom noemde Lodewijk XIV zichzelf zo?
A
Hij zag zichzelf als het zonnetje in huis.
B
Hij zag zichzelf als het middelpunt van de wereld.
C
Hij noemde zich zo, omdat hij altijd gele kleding droeg.
D
Hij noemde zichzelf zo, omdat hij verliefd was op de zon.
Slide 2 - Quizvraag
Vraag 3: Welke soort macht heeft Lodewijk XIV en wat houdt dit in?
A
Oligarchische macht. Wat inhoudt dat hij en een aantal van zijn ministers alle macht in handen hebben.
B
Democratische macht. Wat inhoudt dat hij alle macht in het land gekregen heeft van het volk, door van verkiezingen.
C
De absolute macht. Wat inhoudt dat hij met niemand rekening hoeft te houden bij het maken van beslissingen over het land.
D
geen van deze antwoorden
Slide 3 - Quizvraag
Vraag 4: Waarom woonden er zoveel edelen in het paleis van Lodewijk XIV?
A
Koning Lodewijk XIV vond zoveel mensen in het paleis gezellig.
B
Koning Lodewijk XIV dacht:
“Er is toch ruimte zat op het paleis. Waarom dan ook niet?”
C
Koning Lodewijk XIV kon ze op deze manier in de gaten houden
D
Koning Lodewijk XIV deed dat om aan te tonen hoeveel mensen hij wel kon onderhouden(dus voor status).
Slide 4 - Quizvraag
0
Slide 5 - Video
Sleep op de volgende slide de foto naar de tekst van de persoon die het gezegd zou kunnen hebben.
Slide 6 - Tekstslide
"De overheid mag zich niet met de economie bemoeien, want je moet vrijheid hebben om met je verstand te kunnen beslissen over je eigen belangen in de economie."
"Er moet een gemeensch-appelijke karakter van de staat komen, die doormiddel van een “sociaal contract” tussen het volk en de bestuurder(s) georganiseerd moet worden."
Mensen zijn van nature goed, maar moeten wel goed worden opgevoed en onderwezen tot “redelijkheid”, dan zullen veel mistan-den verdwijnen." T
"In de politiek zijn er drie machten aanwezig( de rechtelijke, de uitvoerende en wetgevende macht) die gescheiden van elkaar moeten worden uitgevoerd om zo machts-misbruik te voorkomen.
"God is een horlogemaker die de wereld in gang heeft gezet en zich daarna niet meer met de aarde bemoeit."
Tekst
Voltaire Smith Rousseau Locke Montesquieu
Slide 7 - Sleepvraag
'God heeft de wereld gemaakt, maar heeft er geen invloed op.'
'Het volk geeft macht aan de koning, maar mag deze bij slecht bestuur afzetten.'
'Scheiding van de machten om machtsmisbruik te voorkomen.'
'Volksvertegenwoordiging zorgt dat de wil van het volk wordt uitgevoerd.'
Vraag 6 Welke verlichter had welk idee?
timer
7:00
Voltaire
John Locke
Montesquieu
Slide 8 - Sleepvraag
Vraag 7 Wat is rationeel denken?
A
Alles uitproberen wat je bedenkt
B
Je ideeën te bepalen door aan een rad te draaien
C
Met je verstand alles proberen te verklaren
D
Denken door te luisteren naar de kerk
Slide 9 - Quizvraag
Vraag 8 Verlicht denker of niet?
Bekijk onderstaande zinnen en bedenk of ze wel of niet van een Verlichte denker zouden zijn.
Waarom wel / niet?
'Emotie is het allerbelangrijkste in het menselijk bestaan'
'De koning zou zijn macht moeten delen met een parlement'
'Je moet wel nadenken over jouw geloof, maar de Kerk heeft altijd gelijk.'
'Niet iedereen is gelijk.'
1
2
3
4
Slide 10 - Tekstslide
Vraag 9 Wat is volgens jou de beste omschrijving van de Verlichting?
A
Er ging bij mensen een lichtje branden
B
Mensen begonnen weer zelf na te denken
C
De TL- verlichting werd uitgevonden
D
Huh? Wat is de verlichting?
Slide 11 - Quizvraag
Vraag 10 Het volgende begrip past het best bij de Verlichting...
A
verstand
B
Renaissance
C
ontdekkingsreizen
D
Grieken
Slide 12 - Quizvraag
Vraag 11 Bij Verlichting past het volgende begrip...
A
oorlog
B
gelijkheid
C
absolutisme
D
socialisme
Slide 13 - Quizvraag
Vraag 12 Welke van de filosofen hoor niet bij de Verlichting?
A
Adam Smith
B
Voltaire
C
Rousseau
D
Karl Marx
Slide 14 - Quizvraag
Vraag 13 Wie mag de macht krijgen volgens Montesquieu?