6.2 - A - Zelfstandige burgers


6.2 - Zelfstandige 
Burgers 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


6.2 - Zelfstandige 
Burgers 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • De Nederlanden
  • Stadsrechten
  • Stadsbestuur 
  • Straffen in de middeleeuwen
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen op welke manier Holland belangrijk werk.

  • Je kunt uitleggen hoe steden stadsrechten kregen. 

Slide 3 - Tekstslide

De Nederlanden

  • Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen. Er waren veel kleine gewesten (provincies), die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.

  • In het gewest Holland liet graaf Floris V een Ridderzaal bouwen om zijn macht te tonen. 

  • De Ridderzaal maakt vandaag nog steeds deel uit van het Haagse Binnenhof. 
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 4 - Tekstslide


Blij met de stad!

  • Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
  • Maar inwoners van steden wilden liever eigen baas zijn. De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom! De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten.
Leerdoel 1

Slide 5 - Tekstslide


Stadsrechten
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen.
  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer
  • De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer).
  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen. Hierdoor verdween de horigheid in West-Europa.
Leerdoel 2

Slide 6 - Tekstslide

Hieronder zie je de Middeleeuwse namen van steden staan. Sleep ze naar de juiste plek in de kaart.
Masetrieth
Daventre portu
Amestelledamme
Trecht
Gouwe

Slide 7 - Sleepvraag


Aantekeningen

  • Inwoners van een stad wilden eigen baas zijn. Samen met de hertog/graaf maakten zij afspraken. Die noem je stadsrechten.  De stad mag een stadsmuur bouwen en een eigen rechtspraak hebben. De inwoners van een stad waren vrije poorters. In ruil voor deze vrijheden moesten zij wel belasting betalen. 
  • Steden werden steeds zelfstandiger. Rijke edelen kregen geld via belastingen, maar lage edelen verloren hun macht omdat de stad zichzelf kon verdedigen en besturen. 

Slide 8 - Tekstslide

Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen en wisten het land effectiever te bewerken

Slide 9 - Quizvraag

Waarom zou een heer stadsrechten aan een stad verlenen?
A
Het gaf de heer aanzien als hij een grote stad in zijn gebied had
B
Hij wilde graag dat de mensen in zijn gebied een beter leven kregen.
C
Hij kreeg in ruil daarvoor belastingen en militaire steun

Slide 10 - Quizvraag

Zelfstandig werken
  • We lezen gezamenlijk paragraaf 6.2 door. 

  • Daarna ga je aan de slag met de huiswerkopdrachten: 2, 3, 4, 5, en 7. 

  • Klaar? Ga dan verder met opdracht 5, 6, 7 en 8 op pagina 168. 

Slide 11 - Tekstslide

Rijke steden...met dikke muren



  • Steden waren interessant om te veroveren: ze waren rijk en lagen gunstig
  • Als steden stadsrechten hadden gekregen, mochten ze stadsmuren bouwen
  • Stadsmuren maakten de verovering van een stad vrijwel onmogelijk: de inwoners waren veilig!
De Franse stad Carcasonne is één van de best bewaarde middeleeuwse steden met stadsmuren

Slide 12 - Tekstslide


Belegeren!
  • De enige manier om een stad te veroveren, was met een belegering
  • De legers van de aanvallende partij omsingelden dan de stad
  • Deze belegering kon maanden, soms jaren duren, en had één doel: uithongering, zodat de stad zich wel over móest geven.
  • Gaf een stad zich uiteindelijk over, dan werd de stad geplunderd en de burgers vermoord, verkracht en/of gemarteld.

Slide 13 - Tekstslide