Dwaallicht Quiz

Dwaallicht Quiz
Beantwoord de vragen, maak een keuze 
A
B
C
of

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 12 min

Onderdelen in deze les

Dwaallicht Quiz
Beantwoord de vragen, maak een keuze 
A
B
C
of

Slide 1 - Tekstslide

Het woord dat het hoofdpersonage niet in het Engels kan vertalen is
A
Schuin
B
Dwarsstraat
C
Kruispunt
D
Rechtdoor

Slide 2 - Quizvraag

Een 'kanselarij' is een...
A
Uitdragerij
B
Ambassade
C
Kerkmeubel
D
Voorpost

Slide 3 - Quizvraag

Het Dwaallicht begint op
A
Een novemberavond
B
Een Septemberavond
C
En novemberochtend
D
Dat wordt niet verteld

Slide 4 - Quizvraag

Het hoofdpersonage heet



A
Kostermans
B
Kloostermans
C
Laarmans
D
Verbruggen

Slide 5 - Quizvraag



Slide 6 - Open vraag

De man met de ingedeukte neus is
A
een slagersjongen
B
iemand van de havenkant
C
de leider van de zwartjes
D
de zoon van de krantenwinkel

Slide 7 - Quizvraag

.....dat de man met de muts even in zijn jasje scharrelt en mij een doos sigaretten aanreikt...Waarlijk, een ?????ontbrak er nog aan.





A
fooi
B
rookstok
C
bedankje
D
aalmord

Slide 8 - Quizvraag

het woord dat Laarmans niet in het Engels kan vertalen is
A
zijstraat
B
schuin
C
kruispunt
D
dwarsstraat

Slide 9 - Quizvraag

Het adres dat ze zoeken is
A
Kloosterstraat 14
B
Kloosterstraat 15
C
Kloosterstraat 55
D
Kloosterstraat 5

Slide 10 - Quizvraag

“Van op het balkon kijk ik werktuiglijk naar buiten waar het nu iets minder regent”. De hoofdpersoon bevindt zich

A
thuis
B
in de krantenwinkel
C
deze zin staat niet in het vehaal
D
op de tram

Slide 11 - Quizvraag

Wie is Fathma
A
de vrouw van een van de matrozen
B
een meisje in Bombay
C
ze werkt in de Jolly Joker
D
een voorbijgangster

Slide 12 - Quizvraag

En als ik hem even beloer, want het kon wel een geestigheid zijn, spreekt uit zijn aangezicht al de oprechtheid van .......
A
een paard
B
een koe
C
een mus
D
een kat

Slide 13 - Quizvraag

Wie is Ali Khan
A
Ali Khan is De naam die Laarmans aan een van de zwartjes geeft
B
De eigenaar van de Jolly Joker
C
een man in Bombay
D
De naam van aanvoerder van de zwartjes

Slide 14 - Quizvraag

Hoe oud schatten de matroosjes Maria in



A
15
B
16
C
20
D
25

Slide 15 - Quizvraag

Welk cadeautje kopen ze voor Maria

A
Welks cadeau gaan ze voor Maria kopen Geen
B
Bonbons
C
Bloemen
D
Een sjaal

Slide 16 - Quizvraag

Dat cadeau wordt in de winkel betaald door


A
Laarmans maar die krijgt terugbetaald
B
Ali Khan
C
de kleinste van de drie
D
Laarmans want ze hebben geen geld

Slide 17 - Quizvraag

Zet het traject in de goede volgorde




A
bloemenwinkel-tram-bakkerij-Kloosterstraat
B
Kloosterstraat-bakkerij-tram-bloemenwinkel
C
tram-bakkerij-bloemenwinkel-Kloosterstraat
D
Bloenwinkel-Kloosterstraat-bakkerij-tram-bloemenwinkel

Slide 18 - Quizvraag

Van waar kennen de drie Maria van Dam?


A
Ze hebben haar uit het water gered
B
Ze verkocht sigaretten in de haven
C
Ze bevond zich illegaal aan boord van het schip
D
Ze is zakken komen verstellen op hun schip

Slide 19 - Quizvraag

Laarmans heeft ondertussen




A
nergens zin in
B
zin om de hele avond op de zwier te gaan
C
zin om die Maria van Dam heel even te zien
D
geweldige zin om naar huis te gaan

Slide 20 - Quizvraag