Acute Psychose

Acute Psychose
Rutger Muntendam
TKD 18-2-2021
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeneeskundeWOStudiejaar 6

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Acute Psychose
Rutger Muntendam
TKD 18-2-2021

Slide 1 - Tekstslide

Disclaimer

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
(incl tussendoor quizvragen)
  • Introductie / terminologie
  • Epidemiologie
  • Oorzaken / pathofysiologie
  • Symptomen
  • Beloop
  • Diagnose & DSM
  • Behandeling

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Introductie Psychose
  • Verlies van normaal contact met de werkelijkheid 
  • Realiteitstoetsing is verstoord
  • Grove verstoring van de verwerking van informatie

  • NB. Iedereen heeft (milde) psychotische ervaringen -> toetsen


  • Acuut vs chronisch (schizofrenie, 6mnd +)



Slide 5 - Tekstslide

Terminologie
  • Psychotische ervaringen
vs
  • Kortdurende psychotische stoornis
         (“Korte reactieve psychose”)
vs
  • Psychose als onderdeel van psychotische stoornis
         (schizofreniespectrum, depressie, bipolaire stoornis)






Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel jongvolwassenen per jaar krijgen een nieuwe/eerste psychose?
A
3000
B
6000
C
10000
D
30000

Slide 7 - Quizvraag

Welke van onderstaande groepen loopt het hoogste risico?
A
Nederlands
B
Hindoestaans
C
Marokkaans
D
Antilliaans

Slide 8 - Quizvraag

Epidemiologie
  • Eerste psychose: +/- 3000 jongvolwassenen in Nederland per jaar
  • Leeftijd 15-45: 1 / 10.000 inwoners / per jaar
  • Mannen > vrouwen
  • 30%: eerste episode ná 40ste levensjaar
      --> vrouwen (menopauze)
  • Migratieachtergrond (Marokkaans)
      --> neg. sociale etnische minderheidspositie

Slide 9 - Tekstslide

Psychose: welke neurotransmitter speelt een rol? Welke hersendelen?
A
Acetylcholine / hersenstam
B
Glutamate / limbisch systeem
C
Serotonine / hersenstam
D
Dopamine / limbisch systeem

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Pathofysiologie
  • Dopamine vanuit limbisch systeem
           ++ in mesolimbic pathway  positieve symptomen (“staat van ‘hyper-betekenis’”)
            -- in mesocortical pathway  negatieve symptomen


  • Medicatie/drugs: overdaad aan dopamine
           L-DOPA (parkinsonmed.)
           D2-receptor-agonisten: pramipexol etc.
           Cocaïne
           Amfetaminen (alle vormen)
           Cannabis/THC
           (Alcohol)

Slide 12 - Tekstslide

Oorzaken/trigger: wat maakt je gevoelig voor psychose of lokt het uit?

Slide 13 - Open vraag

Factoren
  • Erfelijke factoren: exacte genen onbekend
                 Deleties op chromosoom 1 & 15?

  • Prenataal: ondervoeding of virale infecties
  • Moeizame geboorte
  • Geboren worden en opgroeien in een grote stad
  • Traumatische ervaringen op kinderleeftijd
  • Etnische minderheden
                2e generatie!
  • (verstoorde verhouding met opvoeders)

Slide 14 - Tekstslide

Triggers
  • Heftige levensgebeurtenissen
  • Slaaptekort
  • Zwangerschap / geboorte / kraambed
  • Stress (langdurige opstapeling)
  • Drugsgebruik
  • Alcohol(verslaving)
  • Langdurig sociaal isolement

Slide 15 - Tekstslide

Somatiek
  • Neurologisch
            M. Parkinson, M. Huntington, sommige chromosomale afwijkingen
            Intracraniële RIP’s
  • Dementie (oa Alzheimer)
  • HIV, syfilis
            Koorts, delier?
  • Epilepsie
  • Schildklierafwijkingen

Slide 16 - Tekstslide

Vroege signalen
Concentratieproblemen
Gebrek aan energie en motivatie, lusteloosheid
Sombere stemming
Slaapproblemen
Ongerustheid, argwaan
Geïrriteerde reacties op de omgeving
Problemen in de sociale contacten
Gebrek aan affectieve relaties
Minder reageren op omgevingsfactoren
Minder oogcontact
Slechter functionerend bewegingsapparaat
Onlogische gedachtegangen
Veranderingen in gedrag
Slechte persoonlijke verzorging en hygiëne

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Symptomen
  • Positieve symptomen
  • Negatieve symptomen
                 Spraakarmoede, motivatieproblemen, initiatiefverlies, affect –
  • Cognitieve symptomen
                 Concentratie, geheugen, planning
  • Affectieve symptomen
                 Angst, somberheid, manie




Slide 19 - Tekstslide

Dopamine -> symptomen?
  • Beloning in omgeving -> dopamine -> verandering in aandacht en gedrag, gericht op de belonende situatie -> motivationele opmerkelijkheid (‘motivational salience’)
  • Dopamine verstoord -> afwijkende toekenning van betekenis en belang aan objecten, personen en interactie
  • Oftewel: neutrale omgevingen en interacties raken beladen met persoonlijke betekenis (in eerste instantie onbegrijpelijk en beangstigend). De patiënt verzint hier een verhaal omheen, wil het kloppend maken.
  • Dus: dopaminedysregulatie + afwijkend toekennen van opmerkelijkheid (‘salience’) aan stimuli (‘aberrant salience attribution’) + cognitieve problematiek (pt kan betekenis ervan niet onderkennen) -> psychotische symptomen

Slide 20 - Tekstslide

Hallucinaties
(Niet corrigeerbaar)

  • Akoestisch
  • Visueel of optisch
  • Tactiel of haptisch
  • Olfactorisch
  • Gustatorisch
  • Somatisch

Slide 21 - Tekstslide

Wanen
(Niet corrigeerbaar)
  • Achtervolgingswaan
  • Armoedewaan
  • Beïnvloedingswanen
  • Betrekkingswaan
  • Grootheidswaan - erotomane waan - godsdienstwaan
  • Nihilistische waan
  • Schuldwaan
  • Somatische waan
  • Zondewaan

NB. Poging om hallucinatie te verklaren? (acteurs in de trein)

Slide 22 - Tekstslide

Verwardheid
  • Gedesorganiseerd denken & spreken (formele denkstoornis)


  • Ernstig chaotisch of katatoon gedrag



Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Diagnose en DSM

Slide 25 - Tekstslide

De prognose is beter bij
A
Sluipend begin + snel starten van medicatie
B
Sluipend begin + snel starten van psychotherapie
C
Acuut begin + snel starten van medicatie
D
Acuut begin + snel starten van psychotherapie

Slide 26 - Quizvraag

Volledige remissie na eerste psychose bij ... van de mensen
A
25%
B
50%
C
66%
D
90%

Slide 27 - Quizvraag

Beloop en fasen
Snelle behandeling: over het algemeen gunstig beloop/prognose
       DOP = Duur van Onbehandelde Psychose


1. Vroege fase
2. “Overweldigd zijn”
3. Verwarring
4. Aanpassing
5. Re-integratie

Slide 28 - Tekstslide

Beloop obv risico




  • Stadium I - ‘ultra high risk’ (UHR): subklinisch, korte psychose gehad, familiair belast
  • Stadium II - Eerste psychose: minimaal één week psychotische symptomen
  • Stadium III - Episodisch verloop: onvolledige remissie, terugval of recidief
  • Stadium IV - Aanhoudende ernstige problematiek: chronische symptomen en beperkingen

Slide 29 - Tekstslide

Behandeling
  • Doel: symptoombestrijding en persoonlijk en maatschappelijk herstel
                  Zelfmanagement bevorderen, stigmatisering volkomen
                  Systeem betrekken!
  • Hulpverlening
                  Oriëntatiefase -> interactiefase -> samenwerkingsfase
  • Antipsychotica: D2 antagonisten
                  - Typsich (1e generatie) (bijw. Parkinsonisme)
                  - Atypisch
                              + werking op serotoninereceptoren (bijw. Metabool syndroom!)
  • Psychotherapie
  • Keuzetool: https://web.alii.care/protocols/3154?client=akwa

Slide 30 - Tekstslide

Bronnen
  • GGZ-Standaarden
             Zorgstandaard Psychose
  • Psychose: Van diagnose tot syndroom
             NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A1874
  • Psychosenet
  • Hulpgids.nl (DSM-5)


Slide 31 - Tekstslide