Taalspelletjes en werkvormen

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Estafette!

  1. We maken twee rijen.
  2. De voorste persoon schrijft een woord
    op binnen het thema 'de buurt'.
  3. Geef de stift door aan de volgende!
  4. Welke rij heeft de meeste woorden goed?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Estafette!

  1. We maken twee rijen.
  2. De voorste persoon schrijft een woord
    op binnen het thema 'de buurt'.
  3. Geef de stift door aan de volgende!
  4. Welke rij heeft de meeste woorden goed?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Woordenschat
  1.  Kies 5 woorden uit de woordenlijst van   H1/H2.
  2.  Maak met elk woord een zin.
  3. Wissel je zinnen uit en vul de ontbrekende woorden in.

    Voorbeeld: Bart komt zijn bed niet meer uit. Hij heeft last van een .....................................
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

.
Blauw briefje

Een of meerdere personen


Tijd en plaats:
Wit briefje

Een plaatsbepaling
Rood briefje

Een tijdsbepaling

 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Tijd en plaats 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tongbrekers!
Tongbreker 1
Achtentachtig prachtige grachten
Tongbreker 2
Gooi geen groene groenten in de prachtige grachten.
Tongbreker 3
Huilend holde de herder van de heuvel met zijn honden als haaien aan zijn handen. 
Tongbreker 4
Kriegelig kocht Krelis kilo’s kruimige krieltjes.
Tongbreker 5
Jeukt jouw jeukende neus ook zo als mijn jeukende neus jeukt?

  • Groepjes van 3
     
  • Zeg de tongbreker drie keer foutloos.
     
  • Gaat het mis? Dan is de volgende aan de beurt! 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30

Slide 6 - Tekstslide

Spelen in viertallen
Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Huiswerk taak 1 - afronden (blz. 10)
Wachtwoord: Haarlem



Geel  = verkeerd woord 
Rood = verkeerde plaats in de zin 
Groen = verkeerde vorm
               (bv werkwoord) 

V = woord vergeten 
weg = woord of letter kan weg

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Het aanrecht
De afwasmachine
De afzuigkap
Het fornuis
De gootsteen
De magnetron
De oven
De plank
De vriezer
Geheugenspel
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Estafette!

  1. We maken twee rijen.
  2. De voorste persoon leest de uitdrukking.
  3. Fluister de uitdrukking tegen de volgende in de rij.
  4. De achterste persoon schrijft de uitdrukking op het bord.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Afschuwelijk
Asociaal
Belachelijk
Bovendien
Gedrag
Gooien
Melden
Woorden en idioom - taak 1
Uitdaging: idioom uit taak 4
  • Wat is er aan de hand?
  • Ik heb er genoeg van!
  • Hoe haal je het in je hoofd!

Oefening 9 (blz. 37)
Gesprek 1: in je boek
Gesprek 2: jij en de bovenbuurvrouw
Ophouden
Ontkennen
Stinken  Stank
Vuil

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Het aanrecht
De afwasmachine
De afzuigkap
Het fornuis
De gootsteen
De magnetron
De oven
De plank
De vriezer
Geheugenspel bij taak 2
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Dankzij dit apparaat hoef ik niet meer zelf met mijn handen in het water. Het bestek, de kopjes en de borden worden helemaal vanzelf schoon!
Welk woord bedoel ik?
Antwoord
De afwasmachine

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Kies nu zelf een woord uit uit taak 2 (blz. 58).

Omschrijf het woord en de ander raadt welk woord het is.
Welk woord bedoel ik?
timer
8:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zon wordt almaar heter.
Het weer wordt steeds maar beter.
De winters worden natter.
De zomers worden droger.
Maar...

Maar het wordt nog warmer.
Warmer dan gisteren.
Maar het regent harder.
Harder dan vandaag.

De lente wordt zachter.
De herfst niet slechter.
Wij worden blijer.
We voelen ons vrijer.
Maar....
Maar het wordt nog warmer.
Warmer dan gisteren.
Maar het regent harder.
Harder dan vandaag.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Hoofdstuk 2 - Taak 3 - blz. 42 t/m 44
Oefening 1, 2 en 3: samen lezen

  • Lees om beurten een alinea hardop voor. 
  • Na elke alinea bespreek je kort wat je hebt
     gelezen.
  • Maak samen de vragen. Tip: vertel elkaar waarom je voor het antwoord kiest.
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
koelkast
vriezer
fornuis
afzuigkap
magnetron
oven
afwasmachine
wasmachine
wasmachine
strijkijzer
droger
Waarvoor gebruik je een...
Een koelkast gebruik je, om je producten vers te houden.
Theorie
Kijk op blz. 53 voor theorie over 'om te'.

Slide 16 - Tekstslide

Werkvorm: woorden op briefjes uitdelen. Van tevoren samen mogelijke antwoorden bedenken en noteren.
Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Hoofdstuk 2 - taak 3 (blz. 45)
Oefening 6

Het werkblad staat in de padlet.
Wachtwoord: Haarlem



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. baat
2. bat
3. beet
4. bet
5. biet
6. bit
7. boot
8. bot
9. buut
0. but
Lees je telefoonnummer op!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
INVERSIE
Hoofdzin:
  • Ik ga morgen op vakantie.
  • We gaan nu lunchen.
  • Jij bent altijd te laat.

Hoofdzin met inversie:
  • Morgen ga ik op vakantie.
  • Wanneer gaan we lunchen?
  • Ben jij altijd te laat?
Lees om beurten de zin op je kaartje en maak hem af.

Klaar? Doe de opdracht op het laatste kaartje nog eens, zonder te schrijven.


timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Na een paar rondes, komt er een tijd op te staan. De cursisten moeten steeds sneller antwoord geven.
1. Kies een thema:
2. Schrijf minimaal 10 woorden op binnen jouw thema.
3. Vertellen:
  • Cursist A: Vertel 2 minuten over het thema.
  • Cursist B: omcirkel de woorden die cursist A heeft gebruikt.
     
4. Probeer samen het verhaal te verbeteren en de rest van de woorden toe te voegen.
Minispreekbeurt
De thema's
De buurt, huisdieren, milieuorganisaties, landschappen, overlast, de keuken, huishouden of verzekeringen.
timer
2:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Opvangplekken
Actiedag
'Van alles en nog wat'

Gemeenteraadsverkiezingen
Politieke partij
Besluiten
Overhalen
Stemmen




Nieuws van de week

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Kies een thema:
2. Schrijf minimaal 10 woorden op binnen jouw thema.
3. Vertellen:
  • Cursist A: Vertel 2 minuten over het thema.
  • Cursist B: omcirkel de woorden die cursist A heeft gebruikt.
     
4. Probeer samen het verhaal te verbeteren en de rest van de woorden toe te voegen. Je mag ook een sketch maken :D
Minispreekbeurt
De thema's
De buurt, huisdieren, milieuorganisaties, landschappen, overlast, de keuken, huishouden of verzekeringen.
timer
2:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: SO H1.7 en H1.8
Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.
Hoofdstuk 3 - taak 3 - de talen die je spreekt.
  1. Eva's vriendin Sabine komt uit Afrika.
  2. Het Frans is haar eerste taal
  3. Op de basisschool was het onderwijs helemaal in het Engels.
  4. In Bamileke kan ze goed praten over dagelijkse onderwerpen.
  5. Sabine vindt het fijn dat mensen hier Engels tegen haar praten.
Waar of niet waar?

Slide 23 - Tekstslide

Waar of niet waar?