H11.5 Energie besparen

H 11.5 Energie besparen
  • Herhaling H11.4
  • Uitleg H11.5
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H 11.5 Energie besparen
  • Herhaling H11.4
  • Uitleg H11.5
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling H11.4 Waterkracht? 
  • Elektriciteit uit een stuwmeer
  • Zwaarte-energie
  • Zwaarte-energie en bewegingsenergie
  • Energiebronnen vergelijken 

Slide 2 - Tekstslide

  • De wet van behoud van energie
  • Zuinig zijn met energie
  • Het rendement van lampen
  • Het energieverbruik berekenen
  • Het energielabel

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 11.4
11.5.1 Je kunt uitleggen wat de wet van behoud van energie inhoudt.
11.5.2 Je kunt toelichten wat precies wordt bedoeld met ‘zuinig zijn met energie’.
11.5.3 Je kunt twee manieren beschrijven waarop mensen energie kunnen besparen.
11.5.4 Je kunt de rendementen vergelijken van gloeilampen, spaarlampen en ledlampen.
11.5.5 Je kunt het energieverbruik van apparaten berekenen in joule en in kilowattuur.
11.5.6 Je kunt uitleggen hoe energielabels je kunnen helpen om een apparaat te kiezen.Nederland worden gebruikt.

Slide 4 - Tekstslide

De wet van behoud van energie
Voor elke energie-omzetter geldt de wet van behoud van energie:

Bij energie-omzettingen gaat nooit energie verloren.
Er komt ook nooit nieuwe energie bij.
De totale hoeveelheid energie is voor en na de energie-omzetting even groot.

Slide 5 - Tekstslide

Zuinig zijn met energie
• Je energierekening gaat omlaag. Aardgas, benzine en elektriciteit kosten geld. Minder verbruiken betekent ook minder betalen.
• Het is beter voor het milieu. Elk gebruik van energiebronnen heeft nadelen voor het milieu. Zuinig zijn helpt die nadelen te verminderen.
• Het spaart grondstoffen en kostbare ruimte. Zonneparken beslaan bijvoorbeeld grote oppervlakken, al produceren ze ‘schone’ energie (afbeelding 2).
  • Je kunt energie besparen door voor energiezuinige apparaten te kiezen.
  • Je kunt ook energie besparen door je manier van leven te veranderen. 

Slide 6 - Tekstslide

Het rendement van lampen
  • gloeilampen
  • spaarlampen
  • ledlamp 

Slide 7 - Tekstslide

Het energieverbruik berekenen
E = P ∙ t

In deze formule is:
• E het elektrisch energieverbruik in kilowattuur (kWh);
• P het elektrisch vermogen in kilowatt (kW);
• t de tijd die het apparaat heeft gewerkt in uur (h).

1 kWh gelijk is aan 3,6∙106 J

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldopdracht 1
Nathan vervangt een gloeilamp van 50 W door een ledlamp van 5 W. Hij schat dat de ledlamp elk jaar 800 uur brandt.
Bereken hoeveel geld Nathan elk jaar op zijn energierekening bespaart, als 1 kWh € 0,23 kost.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Het energielabel

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Wat: Lees hoofdstuk 1.4 op blz. 182 t/m 186 en maak opgaven: 1 t/m 8 op blz. 187 t/m 191
  • Hoe: 20 min zelfstandig werken, daarna mogen jullie overleggen.
  • Hulp: Nova boek / Docent
  • Tijd: 25 min .
  • Uitkomst: 1 t/m 13 af
  • Klaar: Huiswerk opgaven 1 t/m 13 blz. 187 t/m 195.     
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen 11.4
11.5.1 Je kunt uitleggen wat de wet van behoud van energie inhoudt.
11.5.2 Je kunt toelichten wat precies wordt bedoeld met ‘zuinig zijn met energie’.
11.5.3 Je kunt twee manieren beschrijven waarop mensen energie kunnen besparen.
11.5.4 Je kunt de rendementen vergelijken van gloeilampen, spaarlampen en ledlampen.
11.5.5 Je kunt het energieverbruik van apparaten berekenen in joule en in kilowattuur.
11.5.6 Je kunt uitleggen hoe energielabels je kunnen helpen om een apparaat te kiezen.Nederland worden gebruikt.

Slide 13 - Tekstslide