Ergonomisch werken

Ergonomisch werken
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ergonomisch werken

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les..
- Je weet wat ergonomisch werken is
- Weet je het verschil tussen fysieke belasting en belastbaarheid
- Weet je wat mobiliteitsklassen zijn
- Ken je hulpmiddelen om overbelasting te voorkomen

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij ergonomisch werken?

Slide 3 - Woordweb

Ergonomisch werken

Ergonomisch werken wil zeggen dat je zorgt dat je geen lichamelijke en geestelijke klachten oploopt door je werk.
  • Lichaamshouding
  • Hulpmiddelen --> tillift, glijzijl, draaischijf 
  • Materialen in hoogte verstelbaar --> bureaustoel

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel kilo mag je tillen ?
A
10
B
18
C
23
D
30+

Slide 5 - Quizvraag

Als je met twee handen kan werken mag je per hand ... kilo duwen of trekken
A
5
B
15
C
8
D
20

Slide 6 - Quizvraag

een handeling waarbij een cliënt wordt verplaatst met anderen en/of met een hulpmiddel heet een
A
beweegmoment
B
transfer
C
tiltechniek
D
tilprotocol

Slide 7 - Quizvraag

Ergonomisch werken

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van ergonomisch werken?
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Belasting en belastbaarheid
Belasting: mate waarin je belast wordt tijden inspanning. Hierbij kun je denken aan: duwen, trekken, tillen, dragen

Belastbaarheid: dit is wat je lichaam aan kan. Dit hangt af van je conditie

Slide 10 - Tekstslide

Mobiliteit

Slide 11 - Tekstslide

Wat is volgens jou mobiliteit?

Slide 12 - Woordweb

Mobiliteit
Mobiliteit zegt iets over de bewegelijkheid van iemand. Dus hoe kan iemand lopen, zitten of bewegen.

De beperkingen van je cliënt hebben 
invloed op de lichamelijke belasting 
van jou als zorgverlener.

Slide 13 - Tekstslide

Mobiliteitsklasse
In totaal zijn er 5 mobiliteitsklassen (A, B, C, D en E). Van cliënten die alles zelf kan uitvoeren zonder risico op fysieke overbelasting (A) tot cliënten die zeer veel hulp nodig hebben (E).

Slide 14 - Tekstslide

Mobiliteitsklasse A,B en C
A = vrijwel zelfstandig in mobiliteit
B= Vrij zelfstandig maar hulp bij transfers en ADL; geven van aanwijzingen of richting bij opstaan. Kleine hulpmiddelen als papegaai of draaischijf

C= Kunnen niet zelfstandig opstaan, meestal rolstoel gebonden, enige rompbalans, steunen op 1 been

Slide 15 - Tekstslide

Mobiliteitsklasse D en E
D= vrij passief in mobiliteit, onvoldoende rompbalans, geen steun op 1 of beide benen. 


E= vrijwel volledig passief, bijna volledig bedlegerig, neiging tot stijfheid en contracturen

Slide 16 - Tekstslide

  • Een cliënt die niet of maar beperkt kan bewegen, heeft een mobiliteitsprobleem.
  • Als MZ-we help je cliënten bijvoorbeeld in of uit het bed of een rolstoel.
  • Als je een cliënt verplaatst, heet dat transfer.

Slide 17 - Tekstslide

Tillen
Om klachten te voorkomen zijn er richtlijnen en normen opgesteld;

  • Als je met twee handen kan werken, mag je per hand maximaal 15 kilo duwen of trekken.
  • Niet meer dan 15 kilo in een gunstige houding en niet meer dan 5 kilo in ene ongunstige houding.
  • Om je rug niet te veel te belasten mag je maximaal 23 kilo tillen.

Slide 18 - Tekstslide

Glijzeil




  • Gebruik je bij verplaatsing op het bed
  • Glijzeil is makkelijk onder een cliënt weg te halen, zonder dat de cliënt van houding hoeft te veranderen.

Slide 19 - Tekstslide

Draaischijf



  • Je gebruikt de draaischijf buiten het bed
    .
  • Bij het gebruik van de draaischijf hoeft de cliënt geen draaiende beweging te maken.
  • Je hoeft niet te tillen trekken en duwen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Passieve tillift
Actieve tillift

Slide 22 - Tekstslide

Passieve tillift
  • De cliënt neemt bij een passieve tillift niet actief deel aan de transfer.
  • De cliënt wordt geheel ondersteund door een 'hangmat'.

Slide 23 - Tekstslide

Actieve tillift
Een actieve tillift gebruik je alleen als  de cliënt met hulp kan staan.

De cliënt kan met deze lift van zit tot staan gebracht worden en omgekeerd.

Slide 24 - Tekstslide

Actieve tillift
Om een cliënt met een actieve tillift te kunnen tillen moet de cliënt;
  • op minimaal één been kunnen staan;
  • een redelijke goede rompbalans hebben;
  • zich goed kunnen vasthouden;
  • de situatie begrijpen.

Slide 25 - Tekstslide

Bij een transfer verplaats je een cliënt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Tilliften




Of je als MZ-er een tillift mag bedienen, is afhankelijk van de regels van de organisatie, maar het mag sowieso NOOIT zelfstandig.

Slide 27 - Tekstslide

Een passieve tillift moet de cliënt nog zelf kunnen staan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

24.2 Ergonomisch werken
- Ergonomie is de wetenschap die de aanpassingen van de werkomstandigheden aan de mens bestudeert.

- Er wordt gezocht naar de beste hulpmiddelen en omstandigheden

Slide 29 - Tekstslide

24.2 Ergonomisch werken
Fysieke belasting = het belasten van je lichaam
Op 2 manieren:
1. Mechanische belasting --> de manier waarop en hoe zwaar je je lichaam belast
2.Energetische belasting --> hoe vaak of hoe lang je lichaam belast.
 

Slide 30 - Tekstslide

Een voorbeeld van mechanische belasting kan zijn...
A
Hele dag lopen op een afdeling
B
Trekken aan een cliënt om deze hoger in bed te krijgen

Slide 31 - Quizvraag

Een voorbeeld van energetische belasting kan zijn...
A
Cliënten naar dagbesteding halen en brengen
B
De cliënt een steunkous aantrekken

Slide 32 - Quizvraag

Waar let je op bij ergonomisch werken?
A
Hygiene
B
Persoonlijke verzorging
C
Juiste werkvolgorde
D
Juiste lichaamshouding

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Een zorgvrager dien je altijd met 2 personen te draaien. Eens of oneens?

Slide 36 - Open vraag

24.5 Pyschische belasting
Je krijgt vroeg of laat in je werk te maken met psychische belasting. Bijvoorbeeld een hoge werkdruk.

Emotionele belasting: wanneer je iets heftigs meemaakt, waardoor emoties meespelen

Slide 37 - Tekstslide

24.6 Arbeidsveiligheid
- Arbowet
Geeft aan welke bescherming nodig is voor de werknemers op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn.
Per sector staan de voorschriften


Slide 38 - Tekstslide

24.6 Arbeidsveiligheid
- Risico-inventarisatie
Werkgevers moeten ook de gezondheidsrisico's en veiligheidsrisico's voor de werknemers vastleggen. 
Er is een instrument (vragenlijst) waarmee ze de situatie in kaart brengen. Bijvoorbeeld over het gebouw, de veiligheid enz.
 
- Stress, belasting en overbelasting
Draagkracht en draaglast

Slide 39 - Tekstslide

Door welke wet wordt ergonomisch werken geregeld in Nederland?
A
De WMO
B
Arbo Wet
C
De Wet BIG
D
De Zw

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video

Opdracht
Zoek op het internet naar:
1 hulpmiddel dat je wel zou willen gebruiken
1 hulpmiddel dat je niet zou willen gebruiken

Zorg dat je ook kan uitleggen waarom wel/niet 

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide