Les 3 interpunctie

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Benoem dat vandaag de laatste les is uit het boek. Lees een brief van een krijtje voor, met interpunctie. 

Vraag een leerling om een zelfgeschreven brief van les 2 ook voor te lezen. 

Wat weet je nog van de vorige les?

Probeer om antwoorden uit te lokken die gaan over het zinsopbouwperspectief en signaalwoorden. 

Benoem deze aspecten kort. 

Doelen vandaag

Ik kan uitleggen waarom welke leestekens in een zin gebruikt worden.

Ik maak een begin met mijn eigen prentenboek. 

Het GROTE DOEL

Ik kan zelf een prentenboek schrijven waarbij ik op de juiste manier gebruik maak van interpunctie.

Wat bedoelen ze nu eigenlijk?

Hiermee wordt het belang van interpunctie weer duidelijk gemaakt voor de leerlingen. 

Maak de zin kloppend!
Geen hondenpoep opruimen aub

Welke zin is goed?

1. Ik eet graag appels.
2. Ik eet graag appels
3. ik eet graag appels.
4. Ik eet graag appels?

Welke zin is goed?

1. Benthe en Sita gaan zitten op de Molenberg?
2. Benthe en Sita zitten op de Molenberg.
3. Benthe en sita zitten op de molenberg.
4. Benthe en Sita zitten op de Molenberg,

Wanneer hoofdletters?

Zorg dat alle regels weer aan bod komen. 

Als ze niet allemaal genoemd worden, kun je ook de volgende slide erbij pakken. 

Laat de leerlingen overleggen: waarom zijn de leestekens gebruikt die er staan? 

Print de tekst eventueel uit, zodat de leerlingen het kunnen aanstrepen. 

Differentiatie: 

de 2F kinderen bedenken niet alleen waarom, maar ook wat zij dan anders zouden doen. Welke leestekens kun je veranderen, terwijl de boodschap hetzelfde blijft of duidelijker wordt?

Laat de leerlingen overleggen: waarom zijn de leestekens gebruikt die er staan? 

Print de tekst eventueel uit, zodat de leerlingen het kunnen aanstrepen. 

Daag de leerlingen op 2F uit om ook vragen te stellen welke leestekens er nog bij kunnen?

Jouw prentenboek!

Kies een onderwerp waar jouw prentenboek over gaat. 

Minimaal 15 regels.  

Je schrijft je tekst in een google docs. bestand. 

Je hebt 20 minuten. 

Daarna gaan jullie elkaar feedback geven op de geschreven tekst. 

de leerlingen gaan zelfstandig aan de slag. 

De eerste 5 minuten kun je nog laten overleggen, zodat ze kunnen brainstormen. 

Daarna echt individueel de tekst schrijven. 

Na 20 minuten is er ruimte voor peer-feedback. 

Benoem voor de 2F kinderen dat ook de haakjes/aanhalingstekens/puntkomma gebruikt mag worden. 

Feedback van/voor je klasgenoten

   

1. De tekst van de ander doorlezen

2. Je let op het gebruik van de leestekens (gebruik eventueel je regelblad)

3. Je stelt vragen over het gebruik van de interpunctie

4. Je geeft minimaal 1 top en 1 tip

Je maakt als leerkracht groepjes van 2 leerlingen. 

Deze gaan naast elkaar zitten en lezen elkaars brief. 

Kritisch op het interpunctiegebruik. Waarom staat dat leesteken daar?

Als leerkracht loop je rond en geef je zo nodig ook feedback. 

Tip: laat de leerlingen hun eerste versie naar jou doorsturen, zodat je zicht hebt op het werk van de leerlingen. Je kunt dan eventueel feedback geven waar ze de volgende les weer iets mee kunnen. 

Volgende les:

Tekst afmaken voor je prentenboek

Beginnen met schetsen voor je illustratie