Thema 7: 'Kiezen voor een baas'. Staatsvormen

Thema 7: kiezen voor een baas.
Staatsvormen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Thema 7: kiezen voor een baas.
Staatsvormen

Slide 1 - Tekstslide

Intro thema. Teruggrijpen op Tweede Kamerverkiezingen van maart.
Dit thema lijkt mij ...
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een staatsvorm?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een staatsvorm is
De manier waarop een staat bestuurd wordt.


Denk aan: dictatuur, democratie, Republiek, communisme, etc.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland is een ...
A
Monarchie
B
Oligarchie
C
(Parlementaire) democratie
D
Republiek

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland is een ...
Parlementaire democratie, maar ook een monarchie.

Onze koning heeft een 'ceremoniële functie'.
ceremoniële functie
De ceremoniële functie van de koning houdt in dat hij wel als staatshoofd wordt gezien, maar geen deel uitmaakt van het landsbestuur.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
- Democratie.
- Trias Politica.
- Dictatuur.
- Uitleg opdracht.
- Aan het werk.
- Evalueren.
- Afsluiten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat een staatsvorm is.
2. Je kunt uitleggen wat democratie betekent (historische context), wie de macht heeft in een democratie en minimaal 5 kenmerken van een democratie noemen.
3. Je kunt uitleggen wat dictatuur betekent (historische context), wie de macht heeft in een dictatuur en minimaal vijf kenmerken van een dictatuur noemen.
4. Je kunt uitleggen wat de Trias Politica inhoudt, wie het heeft bedacht en uitleggen hoe de scheiding der machten werkt.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratie
Grieks
Dèmos: volk.
Kratein: heersen.
Dus: het volk heerst.

Ontstaan in de polis Athene. 

Polis (poleis, mv).

Slide 9 - Tekstslide

Koppeling naar wikipediapagina poleis.
Tijd van Grieken en Romeinen
30.000 voor Christus tot 500 na Christus.
- Hervormingen van Solon, 590 voor Christus (begin van een soort democratie).
- Hervormingen van Kleisthenes, 510-507 voor Christus.
- Ostracisme (schervengericht).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verlichting
Tijdens de Verlichting kwamen er grote discussies op over burgerrechten en democratie.
- 18e eeuw.
- Franse Revolutie, 1789-1799.
- Liberté, égalité et fraternité.
- Inspiratie democratie Westerse wereld.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica
Montesquieu / John Locke.
'Scheiding der machten' / Driemachtenleer. 
Uitvoerende macht.
Rechtsprekende macht.
Wetgevende macht.
Kritiek op het absolutisme.
Bijvoorbeeld: NL en VS.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratie in Nederland
16e eeuw: 1581, Plakkaat van Verlatinghe
Franse revolutie.
18e eeuw: 1798, Staatsregeling.
19e eeuw: einde Napoleontische periode 
 nieuwe Grondwetten.
20ste eeuw: Emancipatie (arbeiders, vrouwen).
Hier hebben wij het volgende week nog meer over!

Nederland het vreemde eendje
Nederland was een vreemde eend in Europa. Veel landen om Nederland heen hadden een absoluut vorst die streng over het volk regeerde. Nederland zet de Franse vorst Filips II af, omdat hij niet goed was voor het volk. Dit was onwijs bijzonder in deze tijd.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dictatuur
Latijn.
Dictare: bevelen.
Rome: crisissituatie -> dictator om het op te lossen.

Denk aan: Sovjet Unie onder Stalin, Nazi-Duitsland, Noord-Korea, China onder Mao Zedong.


Mao Zedong
1893-1976. Hij was de eerste leider van de Volksrepubliek China. 
Van 1949 tot 1976 heeft hij China op totalitaire wijze geleid. Hij gebruikte erg veel geweld en is de geschiedenis ingegaan als de grootste massamoordenaar. Hij was overtuigd van een vorm van het communisme.
Jozef Stalin
1878-1953. Leider van de Sovjet-Unie(Rusland) van 1922 tot zijn dood. Onder zijn leiderschap vond er een periode van terreur plaats. Veel mensen overleden aan honger of werden naar zogenaamde goelags gestuurd. Goelags zijn een soort concentratiekampen, denk eraan niet elk concentratiekamp is een vernietigingskamp, het was een werkkamp met vreselijke condities zoals Bergen-Belsen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Heel veel mensen stierven in deze kampen. Hij was overtuigd van het communisme.  
Kim Jong-Un
1984 - heden. Sinds 2012 de voorzitter van de Nationale Defensiecommissie van de Democratische Volksrepubliek Korea en dus de facto/staatshoofd van Noord-Korea.
Hij heerst volgens de staatsideologie Juche over Noord-Korea.
Het heeft veel overeenkomsten met het communisme, maar hierbij is religie erg belangrijk. Alleen wordt de staatshoofd gezien als de God, in dit geval dus Kim Jong-Un. 

Slide 14 - Tekstslide

Totalitarisme en totalitaire staten noemen, kan een dictatuur worden. Maar veel staten die nu een dictatuur worden genoemd, zijn dit niet.
Als wij nu in rome leefden met corona dan zou bijvoorbeeld mark rutte als dictator worden aangewezen zodat hij in zijn eentje alle beslissingen kan maken om het zo snel mogelijk op te lossen.

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn heel veel verschillende vormen van dictaturen:


- Absolute monarchie.
- Autocratie.
- Eenpartijstaat.
- Militaire dictatuur.
- Totalitaire dictatuur.
- Totalitaire staat (dit is de vorm die wij vaak zijn tegengekomen in de geschiedenis).




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dictatuur?
Een dictatuur is altijd anti-modern.
Leider: Persoon of partij.
- Andere partijen (vaak) verboden.
- Strenge politie (Sturmabteilung in Nazi-Duitsland).
- Elk onderdeel van het leven moet belangrijk zijn voor de staat/leider.
- Censuur.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel (van 167 meegetelde) landen kennen geen (on)volledige democratie?
A
39
B
64
C
92
D
127

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De opdrachten.
Bij de opdrachten ga je beter kijken naar de democratie, dictatuur en enkele andere staatsvormen. 
Deze uitleg helpt je een beetje op weg, maar je gaat veel zelf op moeten zoeken en ontdekken. 


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
1. Lees fase 1: planning en oriëntatie.
2. Ga aan de slag met het leerpad staatsvormen.
3. Bekijk de LessonUp via de link op it's-Learning en vat de extra informatie hieruit samen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben je het eens of oneens?
Eens
Oneens

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord op de vorige slide:
Ja, eigenlijk zou je dat wel kunnen stellen. Het volk is de meerderheid en de wil van het volk moet geschieden. Ook al is het wel zo dat wij in Nederland kiezen voor vertegenwoordigers en het volk dus eigenlijk niet echt alle inspraak heeft en niet altijd precies de wil van het volk ook wet is.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb de uitleg goed begrepen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Het is mij gelukt om alle taken uit te voeren.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Mijn werkhouding was...
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor mij.
(Ik heb deze vraag op anoniem gezet).

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tops voor mij?
(Ik heb deze vraag op anoniem gezet).

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schoonmaken!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Absolutisme
''L'état, c'est moi!''
''De staat, dat ben ik!''

Droit divin.
Goddelijk recht.
Lodewijk XIV,
1638-1715.

Lodewijk XIV
Vraag Nadia maar eens naar Versailles.
Uitleg absolutisme
Koning Karel I van Engeland
Karel I leefde van 1600 tot 1649. Hij voerde een absolutistische politiek in zijn gebied, net zoals andere vorsten in Europa dit destijds deden. Hij nam veel maatregelen zonder goedkeuring van het Engelse parlement. Op een gegeven gegeven moment heeft hij zelfs het parlement ontbonden en kwamen er de jaren van Tirannie waarin hij alles zelf besloot.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communisme
Karl Marx, 1818-1883.
Schrijver van het Communistisch manifest en daarmee grondlegger van het communisme. Hij leeft tijdens de industriële revolutie en ziet daar vooral de nadelen van.
Hij bedenkt het communisme waar gelijkheid centraal staat.
Op papier heel mooi, maar in de praktijk...
Vladimir Lenin, 1870-1924
Was een revolutionair en de eerste leider van de Sovjet-Unie (Rusland).
Met een staatsgreep van de communisten in Rusland is Lenin aan de macht gekomen.
Marxisme-leninisme.
Marx - theorie.
Lenin - praktijk.
Negatieve lading.
Uitleg communisme

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijken
Het absolutisme en het communisme (in praktijk) zijn allebei voorbeelden van een dictatuur. 
Maak een vergelijking tussen de twee staatsvormen aan de hand van de kenmerken die passen bij een dictatuur.
Op welke gebieden komen ze overeen en op welke verschillen ze van elkaar.
Succes!


Als je de opdracht hebt gemaakt mag je het mailen naar jseijda@unic-utrecht.nl en dan wordt het nagekeken.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies