Klas 1 herhaling familia, verbos regulares y posesivos

1 / 11
volgende
Slide 1: Video
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

0

Slide 1 - Video

El presente         verbos regulares

Slide 2 - Tekstslide

Wat voor type regelmatige werkwoorden kennen wij in het Spaans?
A
UR-AR-OR
B
AR- ER
C
AR-ER-IR
D
ER-IR

Slide 3 - Quizvraag

Vervoeg: 'hablar, yo'
A
hablo
B
hablas
C
habla
D
hablamos

Slide 4 - Quizvraag

Vervoeg: comer, tú
A
como
B
comes
C
come
D
comemos

Slide 5 - Quizvraag

Vervoeg: vivir, nosotros
A
vivo
B
vives
C
vive
D
vivimos

Slide 6 - Quizvraag

Vervoeg: escribir, él
A
escribo
B
escribes
C
escribe
D
escribimos

Slide 7 - Quizvraag

Vervoeg: La chica ..... (hablar) español.
A
hablo
B
hablas
C
habla
D
hablamos

Slide 8 - Quizvraag

Bezittelijk vnw
mi(s)
tu(s)
su(s)

nuestro(s) / -a(s)
vuestro(s) / -a(s)
su(s)
mijn
jouw
zijn/haar/uw

onze
jullie
hun/uw

Slide 9 - Tekstslide

mijn
jouw
zijn, haar, uw
jullie
ons/ onze
hun
MI(S)
TU(S)
SU(S)
VUESTRO(S)/
VUESTRA(S)
NUESTRO(S)/
NUESTRA(S)
SU(S)

Slide 10 - Sleepvraag

bezittelijk vnw
Vul het juiste bezittelijk vnw in:
mi, tu , su, nuestro, vuestro, su

1. Este no es ................. (jouw) perro.
2. ................. (onze) padres son muy amables.
3. ¿Dónde está ................ (uw) amigos?
4. Los alumnos hacen ..................... (hun) deberes.
5. ¿Ella es ................ (jullie) madre?

Slide 11 - Tekstslide