050120 H/V3

Gelukkig Nieuwjaar
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gelukkig Nieuwjaar

Slide 1 - Tekstslide

Scheikunde lessen
Lesson up

SOM
- Huiswerk is voor de les af
- Lesstof is wat we de les zelf gaan doen

Stel vragen!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke 5 factoren beïnvloeden de reactiesnelheid?

Slide 4 - Open vraag

Reactiesnelheid factoren
  1. Soort beginstof
  2. Verdelingsgraad
  3. Concentratie
  4. Temperatuur
  5. Katalysator 

Slide 5 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de reactiesnelheid als je de beginstoffen in een bak met ijswater zet?
A
Reactiesnelheid gaat omhoog
B
Reactiesnelheid blijft gelijk
C
Reactiesnelheid gaat omlaag

Slide 6 - Quizvraag

Welke reactie verloopt het snelst?
A
De reactie tussen magnesiumlint en azijnzuur bij 20 C
B
De reactie tussen magnesiumlint en azijnzuur bij 80 C
C
De reactie tussen magnesiumpoeder en azijnzuur bij 20 C
D
De reactie tussen magnesiumpoeder en azijnzuur bij 80 C

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de onderstaande reacties is een voorbeeld van een chemische reactie?
A
Het smelten van kaarsvet
B
Het roesten van ijzer
C
IJs dat ontstaat door het stollen van water
D
Als suiker verwarmd wordt, wordt het karamel

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de wet van Lavoisier?

Slide 9 - Open vraag

Massa begin = massa eind

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Stappenplan reactievergelijking
  1. Stel reactieschema op
  2. Vervang elke stofnaam door de bijbehorende formule
  3. Stel de kloppende reactievergelijking op
  4. Controleer of de reactievergelijking klopt 

Slide 12 - Tekstslide

Stap 1: Stel een reactieschema op
Koolstof reageert met zuurstof tot koolstofmono-oxide
welke stof(fen) is/zijn de beginstoffen
welke stof(fen) is/zijn de eindproducten
Maak je reactieschema     (met + --> )

koolstof + zuurstof --> koolstofmono-oxide

Slide 13 - Tekstslide

Stap 2: Vervang naam door formule
Je begint met je reactieschema:
koolstof (s) + zuurstof (g) --> koolstofmono-oxide (g)

Stoffen eronder zetten
C (s) + O2 (g) --> CO (g)

Kloppend maken
2 C (s) + O2 (g) -->2  CO (g)

Slide 14 - Tekstslide

Stap 3: Maak de reactievergelijking kloppend

C (s) + O2 (g) --> CO (g)

Kloppend maken
2 C (s) + O2 (g) -->2  CO (g)

Slide 15 - Tekstslide

Stap 4: Controle

2 C (s) + O2 (g) -->2  CO (g)

Slide 16 - Tekstslide

Welke kloppende reactievergelijking hoort bij dit reactieschema?
zwavel (s) + zuurstof (g) -> zwaveldioxide (g)
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

De reactie tussen jood en chloor tot joodtrichloride
Voor
Na
ammoniak
zuurstof
stikstof
water
jood
chloor
joodtrichloride
Ammoniak reageert met zuurstof. Hierbij ontstaan stikstof en water.

Slide 18 - Sleepvraag

Huiswerk
Zie SOM

Slide 19 - Tekstslide

Wat vond je van lessonup?

Slide 20 - Open vraag

Schijf in je schrift de 2 reactieschema's en lever een foto in:

a) Het gas ammoniak reageert met zuurstof. Hierbij ontstaat stikstof en water.
b) De reactie tussen jood (vast) en chloor (gas) tot joodtrichloride (vaste stof).

Laat minstens 5 regels open tussen de 2.

Slide 21 - Open vraag

Welke coëfficiënten moet je invullen om de reactie kloppend te maken?

...P(s)+...Cl2>...PCl5
A
1-2-5
B
2-5-2
C
2-2-5
D
1-5-2

Slide 22 - Quizvraag