In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Kapitel 1, Berlin!
Klasse 1 HV
Deutsch
Na Klar! HAVO/VWO
Slide 1 - Tekstslide
Kapitel 1, Berlin!
-Hausaufgaben korrigieren
-Possesivpronomen wiederholen
-Aufgaben machen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
der, die und das
De lidwoorden in het Nederlands:
de en het
worden in het Duits aangegeven met:
der, die, das en die
der Mann, die Frau, das Buch, die Bäume
Slide 9 - Tekstslide
der Hund
Slide 10 - Tekstslide
die Katze
Slide 11 - Tekstslide
das Haus
Slide 12 - Tekstslide
die Kinder
Slide 13 - Tekstslide
Bij mannelijke personen, dingen en dieren gebruik je:
A
der
B
die
C
das
Slide 14 - Quizvraag
Bij vrouwelijke personen, dingen en dieren gebruik je:
A
der
B
die
C
das
Slide 15 - Quizvraag
Bij veel Nederlandse het-woorden gebruik je:
A
der
B
die
C
das
Slide 16 - Quizvraag
... Kinder (=kinderen, dus mv)
A
der
B
die
C
das
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
ein, eine, ein
Slide 19 - Tekstslide
ein Hund
Slide 20 - Tekstslide
eine Katze
Slide 21 - Tekstslide
ein Haus
Slide 22 - Tekstslide
keine Kinder
Slide 23 - Tekstslide
ein/eine = een
kein/keine = geen
Alle DERen DAS woorden --> (K)EIN
Alle DIE woorden --> (K)EINE
Ezelsbruggetje: DIE eindigt op een E, en dus wordt het EINE
Slide 24 - Tekstslide
... Frau
A
ein
B
eine
Slide 25 - Quizvraag
... Kind
A
ein
B
eine
Slide 26 - Quizvraag
... Kinder
A
kein
B
keine
Slide 27 - Quizvraag
... Dorf
A
ein
B
eine
Slide 28 - Quizvraag
... Lehrer
A
ein
B
eine
Slide 29 - Quizvraag
An die Arbeit!
Ga aan het werk met opgave 52,53 van Lektion 5. Dit is vanaf pagina 76. Een aantal opdrachten moet je online maken, gebruik daarvoor je Ipad en oortjes!
Probeer de opgaven zo goed mogelijk door te lezen!
Eerste 10 minuten in stilte, daarna mag je rustig overleggen.
Ben je klaar? Steek dan je hand omhoog, ik kom controleren!