Jongerentaal

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Discussievraag:
Straattaal is slecht voor je taalontwikkeling.
A
Eens
B
Oneens

Slide 5 - Quizvraag

De Nederlandse taal(vormen)

Nederlandse taal = 
ook wel standaardtaal of algemene omgangstaal.

Er is niet één soort Nederlands dat door iedereen gesproken wordt.  
Daarnaast zijn er allerlei dialectvormen en jongerentaal -> straattaal.


Slide 6 - Tekstslide

Wat is belangrijk bij een taalvorm?
  • Het bepalen van de betekenis.
  • Wat is de bedoeling van de spreker?
  • Kennis van de wereld.
  • De inhoud.
  • De sociale relaties tussen taalgebruikers.
  • Passend bij sociale omstandigheden. 

Slide 7 - Tekstslide

Achtergrond
Wikipedia:
Straattaal, een vorm van jongerentaal, is de mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken op school en op straat, naast de standaardtaal van het land waar ze wonen. Straattaal is aan het eind van de 20e eeuw ontstaan .

Eenvoudig uitgelegd:
Straattaal is een zelfgemaakte taal vol afkortingen in sms- en apptaal, schunnige woorden uit de hiphop en leentermen uit het Marokkaans, Turks, Engels en Surinaams. In Nederland is de basistaal Nederlands. Er wordt gespeeld met lidwoorden, toon, tempo en volume. 


Slide 8 - Tekstslide

Waarom spreken jongeren straattaal?
  • Het is een codetaal.     
  • Het zorgt voor verbondenheid, maar kan ook mensen uitsluiten.
  • Je toont bij welke groep je sociaal en geografisch hoort.
  • Leuke manier om met taal te spelen-> straattaal kent geen regels ->       heeft een hoog 'do it yourself' gehalte.
  • Boodschap hoeft niet letterlijk onder woorden                                                 gebracht te worden -> én toch is het verband/                                                       de relatie helder.

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent: 'ben broko, ah mattie?'
A
Ik ben brak, vriend
B
Ik ben blut, vriend
C
Ik ben gebroken, vriend
D
Ik ben moe, vriend

Slide 10 - Quizvraag

'No span, er zit nog gas in die whip.'
Wat betekent dit?
A
Geen stress, er zit nog benzine in de auto.
B
Geen zorgen, ik heb nog genoeg energie.
C
Ze is niet knap, maar heel bijdehand
D
Geen probleem, mijn blikje is nog vol.

Slide 11 - Quizvraag

De leraar werd 'broeia' toen zijn koffiemok werd omgestoten.
'Broeia' betekent?

A
nat
B
boos
C
bedroefd
D
blij

Slide 12 - Quizvraag

Als je een 'barki' hebt, heb je:
A
€50,-
B
€150
C
€100,-
D
€1000,-

Slide 13 - Quizvraag

Tel op! Een "doezoe" plus een "barki" plus een "donni" is...?


A
1110
B
110
C
1100
D
111000

Slide 14 - Quizvraag

De fietsenmaker maakte een 'fatoe'. Wat maakte de fietsenmaker?



A
een fiets
B
een grapje
C
een Facebookbericht
D
een fietsdynamo

Slide 15 - Quizvraag

'Ik beef met je peki' (Sevn Alias)
A
Ik rooster je kip
B
Ik maak ruzie met je vriend
C
Ik maak ruzie met je vrouw
D
Ik praat met je vriendin

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'planga'?

A
blanke man
B
bril
C
gaspedaal
D
snel rijden

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'wakka'?

A
lopen
B
liedje van Shakira
C
danspas
D
high five

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video


struggle
kill
fitti
patas
kaka
smoke
tabaka
fawaka


merhaba
con ta bai
chill
matties
represent
Damsko
loko
skoro

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 

Schrijf de tekst van de volgende slide in het standaard Nederlands. 


Slide 23 - Tekstslide

Als je het even niet weet

Straattaal is bijna overal te horen tegenwoordig. 
Op straat, op school, radio en TV, in commercials en in talloze Nederlandse rapnummers. Straattaal is een onderdeel geworden van de maatschappij. 
Weet je de betekenis van straattaalwoorden niet? Het straatwoordenboek kan je helpen. Er staan 8889 termen inclusief betekenis in de database, en dit aantal groeit iedere dag! 
https://straatwoordenboek.nl/


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Maak zelf een kort gesprek in straattaal!

- Minimaal 8 zinnen
- Niet te grof 


Slide 26 - Tekstslide