Binnen het groepje heeft ieder zijn eigen taken, verdeel deze eerlijk.
De taken die je kunt gebruiken zijn: schrijver, rekenaar, spellingchef, vrager, materiaalchef, organisator, controleur, criticus, opzoeker, uitvoerder, scheidsrechter, informant, pretletter, planner.
Als je niet weet wat de taak inhoud vraag dan de docent even.
Je moet een logboek bijgehouden en inleveren, wie heeft wat gedaan.